Eeuwenoud vervoermiddel wacht in Lindos geduldig op bezoekers
Een kat als souvenir op Grieks eilandDoor W. M. Bakker Vraag vijf willekeurige bewoners van Rhodos naar de mooiste locatie op het eiland, en ze sturen je een voor een naar toeristische oorden als Lindos en Kamiros. Vraag vervolgens naar een onbekend plekje waar vakantiegangers zich niet met duizenden tegelijk verdringen, en een zwijgen volgt. De Grieken vinden de vraag eigenlijk maar vreemd. Een Nederlander die hier komt wil zee en zon. De rest is slechts bijzaak. Wie in het gebied tussen Turkije en Kreta van strand, zee en zon wil genieten, kan op meer dan twaalf eilanden terecht. Het grootste van de Dodekanesos twaalf in het Grieks is Rhodos. Toerisme is er de belangrijkste bron van inkomsten. De talloze hotelflats aan de kust spreken wat dat betreft boekdelen.
Onze pogingen om de tocht over het eiland per scooter te ondernemen, stranden op de eerlijke bekentenis dat we onervaren zijn. Verhuurders weerspreken de gedachte dat de op Rhodos populaire tweewieler voor een leek eenvoudig te bedienen moet zijn. Acht van de tien die zonder ervaring op de scooter stappen, krijgen een ongeluk. En het ziekenhuis van Rhodos is niet zo mooi, voegt een winkelier er veelzeggend aan toe. Moedertaal Op vertoon van een rijbewijs wordt er wel een jeep voor ons klaargezet. En dus zoeven we even later in een open Landrover van Rhodos naar Faliraki, 16 kilometer verderop. De Nederlandse toerist hoeft zich in die badplaats geen vreemde te voelen. Links en rechts klinkt de eigen taal. De plaatselijke uitbaters bieden niet minder dan vijf verschillende Nederlandse gidsen over het eiland aan. Overal klinkt muziek. Langs de kust verleggen jongeren hun grenzen met bungeejumpen en andere adrenalineverhogende activiteiten. We hebben geen uren nodig om een indruk van Faliraki te krijgen en vervolgen al snel onze weg naar het door velen aangeprezen Lindos. Onder een stevige oude boom bij de ingang van het dorp zetten drommen bezoekers op het heetst van de dag flessen mineraalwater aan de mond. Wie het plaatsje verder in wil, moet de benenwagen nemen. Of een eeuwenoud vervoermiddel huren: de ezel. Achter de stal waar de makke viervoeters geduldig op passagiers staan te wachten, wijst een bordje naar een internetcafé. Overal in het dorp kijken miniatuurezeltjes de bezoekers aan. Op de stoep voor haar winkel zit een oude vrouw boontjes te doppen. Een jongen van een jaar of vijftien serveert op een dakterras versgeperst sinaasappelsap. Terwijl ik met het lauwe vocht m'n dorst les, zie ik een lange stroom toeristen vanaf Lindos' akropolis omlaag slenteren. Ze lijken langzamer vooruit te komen dan de mieren die onder de tafeltjes heen en weer rennen. Iets verderop, net buiten het dorp, gaan snorkelaars kopje onder in de Apostel Paulusbaai. Bootjes dobberen rustig langs de kant. Een wit gepleisterd kerkje schittert in de zon. Het is er stil. Wie dat wil, kan de klok in beweging brengen door aan een lang touw te trekken. Verder is er bij het bedehuis weinig te zien. Zelfs geen bijbeltekst die de apostel Paulus in herinnering brengt. Helemaal niks. Schouderklop Op de route die verder naar het zuiden voert, staat een oud, gerimpeld vrouwtje om onduidelijke redenen liftend langs de weg. Behendig klimt ze achter in de jeep en neuriet een vrolijk deuntje. Bij de afslag naar Aklipio laat ze zich er weer uit glijden en neemt met een schouderklop afscheid. Daar gaat ze: een doek om haar hoofd, plastic slippers aan de voeten. De doorgaande weg is, in tegenstelling tot wat de kaart doet vermoeden, intussen nog keurig geasfalteerd, en loopt uiteindelijk uit op het strand van Prassonissi. Rechts van een inham slaan woeste golven op het strand, links is de waterspiegel kalm. Aan beide kanten van de kaap doen windsurfers op wiebelige plankjes verwoede pogingen overeind te blijven. Bij een gunstig getij zou je vanaf het strand door kunnen lopen tot op het eiland van Prassonissi. Op dit moment vormt het water een scheiding. Ouders zetten hun kinderen op het zuidelijkste puntje van Rhodos lachend op de foto. Een informatiebord vermeldt de afstand tot Kaapstad: 7769 kilometer. Poezen Terug in Rhodos blijkt een bezoek aan de oude ruïnes, de vroegere ridderstad en het hedendaagse winkelgebied de moeite waard. Hier kun je uren rondlopen zonder je te vervelen. Overal is iets te zien. Aan de rand van een park staat een jongedame achter een tafeltje met een paar poezen erop. Adopteer een katje. Transavia biedt de mogelijkheid, staat er op een bord. Karina Hopley ze staat hier namens Animal Welfare vertelt dat er in de omgeving zo'n vijftig zwerfkatten rondlopen. Aan de hand van foto's en brieven van mensen die al eens een poes als souvenir mee naar huis namen, probeert ze voorbijgangers enthousiast te maken voor het adoptieplan. Ze staat hier ruim anderhalve maand en is inmiddels twintig katten kwijtgeraakt. Pas was hier nog een Nederlandse vrouw die er twee heeft meegenomen, vertelt ze enthousiast, nadat ze iemand heeft bedankt die een gift voor Animal Welfare achterlaat. Zolang er geen eigenaar voor de dieren gevonden is, ontfermt Karina zich over hen. Ik voed de katten in het park. Deze jonge is nog maar drie dagen hier, zegt ze, wijzend op het speelse dier dat op tafel ligt te spinnen. Ze neemt de kleintjes 's avonds mee naar huis. Die wil ik hier niet achterlaten, zegt de Britse, die zich vijftien jaar geleden op Rhodos vestigde. Dit is wat ik kan doen, dus doe ik dit. Wat gebeurt er met deze dieren als ik op het strand zit? Griekse vriend Verderop heeft Katja Bähr, afkomstig uit Hamburg, een eenvoudige verkooptafel ingericht. De belangstelling van het publiek voor Cola- en Sprite-flesjes in kunstzinnige vormen is gering. Het zou beter kunnen lopen, erkent Katja. Ze vertelt dat ze een Griekse vriend heeft en bij zijn familie in huis woont. Voor hen doet ze zaken. Ik heb zelf geen familie meer. Daar heb ik afstand van genomen. Deze mensen zijn nu familie voor mij. Daarom probeer ik hen wat te helpen. Op een pleintje in de binnenstad heeft een man zijn brommer met uitklaptafeltje neergezet. De mobiele verkoper heeft er sponzen op uitgestald. Ze zijn opgedoken in de Griekse zee en vormen een gewild souvenir. In de winkelstraten nemen verder gouden sieraden en leren schoenen en kledingstukken een voorname plaats in. Op de stoep voor een stoffenzaak spelen drie mannen een dobbelspel. Een juwelier doet z'n best buitenlandse gasten te trekken. Op de winkelruit staat geschreven: Wij sprecken Nederland. Voor meer informatie: Grieks Verkeersbureau, 0900 - 2025905 (50 cpm). |