Bot vangen in kniediep waterDoor G. Th. A. Janssen Kniediep met lieslaarzen aan het waddenwater in om de netten te legen. Met een vlijmscherp fileermes de zojuist gevangen vis ontdarmen. Eten van een versgerookte, nog warme bot. Dat alles gelardeerd met een frisse bries door je haren en spetters zilt water op je tong. Een dag ambachtelijk vissen op de Wadden smaakt naar avontuur.
De mannen van de betonfabriek uit Huissen denken er net zo over. Voor hen is het al de vijfde keer dat ze met schipper Jan Poortman uit Hippolytushoef meegaan aan boord van de Ame-Kok. Toch is het fenomeen ambachtelijk vissen nog nauwelijks bekend. Het is dan ook maar een drietal boten in heel Nederland dat zo'n dag uit verzorgt. Het concept is simpel: laat de gasten aan boord zelf de traditionele visserij beoefenen en geef ze goed te eten en te drinken. In de praktijk komt het erop neer dat Jan Poortman zelf z'n handen flink uit de mouwen moet steken. Want in niet iedere groep zitten vissermannen in de dop. De dag begint 's morgen op de 'boerderij' van de familie Poortman met koffie en flink beroomde appeltaart. Daarna gaat het met eigen vervoer naar de haven van Den Oever. Maximaal 25 mensen kunnen er aan boord van de Ame-Kok; en met minimaal tien personen vaart Jan Poortvliet uit. Anders zijn de kosten hoger dan de revenuen (honderd gulden per persoon). En de West-Friese schipper is wel goed, maar niet...
Hoewel. Het uitdelen van een plagerijtje zo links en rechts, ligt hem wel. Vaste en vrijwel dagelijkse grap is de 'verjaardag' van zijn conculega Jan Rotgans. De baas van de veel grotere Johanna moet iedere dag tientallen handen schudden omdat zijn opvarenden hem feliciteren met z'n verjaardag. Het wordt ze vooraf ingefluisterd door Poortman. Rotgans is inmiddels meer dan een eeuw oud. Aalscholvers Beide boten liggen gezusterlijk naast elkaar in de haven van Den Oever en vertrekken eveneens samen richting Waddenzee. Aan boord van de Ame-Kok bevindt zich ook José. Het frisse en spontane bemanningslid zorgt voor de inwendige mens en is daarmee een onmisbare schakel tijdens de hongerig makende tocht op het vlakke water. Zelf doen, is het credo vandaag. Allereerst moet het tongenwant dat de avond ervoor is uitgezet, geleegd worden. De plek is tot op zo'n 200 meter bereikbaar met de platte aluminiumvlet. Die biedt plaats aan ongeveer vijftien opvarenden. Niet iedereen gaat mee, zodat de tocht vrij comfortabel verloopt. De laatste 200 meter moet te voet afgelegd worden. Lieslaarzen aan en diep wegzakken in de zuigende waddenblubber. De vangst valt tegen. Het net is leeg. Geen platvis te bekennen. In de verte vreten enkele aalscholvers zich met zichtbaar leedvermaak klem aan de nog spartelende vis. Later op de middag volgt een soortgelijke actie met vlet en staand want, een paar kilometer verderop. Het resultaat is niet veel beter. Slechts een flinke harder is blijven hangen in de mazen van het net. Wat meer productie bieden de uitgezette kubben: een handjevol paling. Sleepnet Volle kracht terug naar de Ame-Kok. Vlak voor het moederschip maakt de schipper een scherpe draai. Het water spat in de boot en de meeste opvarenden ervaren dat het water in de Waddenzee net zo nat is als op andere plaatsen. Bij de tweede vaarsessie is de mudvol geladen vlet van Jan Rotgans het slachtoffer. Zijn vangst met het staande want was een stuk beter. Zijn gasten laten dat luidkeels blijken. Hoongelach en luid gejuich als het visloze bootje van Poortvliet voorbij vaart. Dat verandert in verschrikte blikken en wat angstige kreetjes als de schipper van de Ame-Kok met zijn vlet een indringende manoeuvre maakt bij de 'vijand'. Aan boord van de grote boot hebben enkele achterblijvers van de gelegenheid gebruikgemaakt om een hengeltje uit de gooien. Zonder succes. Ook daarmee wordt niets gevangen. Het tij keert zodra Poortvliet een sleepnet uitgooit. Behalve tientallen krabben haalt de schipper per trek een twintigtal botten naar boven. De platvis wordt onmiddellijk en deskundig ontdaan van kop en ingewanden. Want daar komen de betonjongens uit de Over-Betuwe voor. Ze fileren zelf. Snel en deskundig. Een dagje op de boot is leuk, maar er moet wel vis mee naar huis. Belgen zijn erger, verzucht José. Die nemen echt alles mee. Zelfs de krabben worden nog in een ton geladen. Dan ben je pas echt de hele dag hard aan het werk. De groepen die Poortman aan boord krijgt variëren nogal; van familiegezelschappen tot dominees. Ieder jaar gaat er een groep predikanten mee, vertelt de schipper. Ze zijn dan twee dagen aan boord, met een overnachting op Texel. Aan het eind van de dag pak ik dan mijn accordeon en zingen we samen zeemansliederen. Inderdaad, heel gezellig. Gigabal De hele dag door is er gratis koffie in het vooronder. Voor bier en kruidenbitter moet betaald worden. Desondanks wordt er ruimhartig van genuttigd. De mannen uit Huissen lusten er wel een paar. De sfeer aan boord lijdt er niet onder. Wellicht komt dat door het mooie weer en de flinke bodem die José heeft gestort in de hongerige magen. De belegde boordjes en de soep smaken uitstekend. Bovendien volgt er later op de middag nog een broodje met een gigabal gehakt. De vleeshomp is zo groot als een flinke mannenvuist en zo heet dat je tong spontaan ontbladert. De 'oogst' is uiteindelijk niet slecht: ruim tweehonderd dikke botten. Een twintigtal platvissen gaat aan boord de rookoven in en wordt na een uurtje genuttigd. In enkele seconden is het verse en malse vlees naar binnengewerkt. De rest van de vangst wordt verdeeld onder de gasten. Het eind van de tocht nadert. De dag wordt besloten met een gezamenlijke maaltijd op de boerderij. Echt honger hebben de amateur-vissers niet meer. Dankzij de reuzenbal en vette bot. Informatie Poortman Sportvisserij: 0227-592694. |