Toerisme 6 mei 2000

Zie ook: Vanuit de lucht

Godstempel Sagrada Familia is een bijzonder rommelig meesterwerk

Verbazingwekkend Barcelona

Door W. H. van Egdom
Barcelona. Wie die naam noemt, zegt direct iets anders: Gaudí. Architect en bouwkunstenaar van de Sagrada Familia. Of, zoals het gebouw officieel heet: de Temple Expiatori de la Sagrada Familia. Want hoe je het ook bekijkt, Barcelona is vooral een architectuurstad. Maar het is natuurlijk veel meer dan dat. Het is Spanje, Catalonië en Europa. En: flaneren onder de platanen, hangen in de stampvolle metro, aan het strand liggen en in de file staan. Barcelona is zon, ontspanning en heel veel zweet.

Als je als twintigjarige, vanuit een vakantiehuisje in Zuid-Frankrijk, een dagje Barcelona bezoekt en je moet eenmaal terug in Holland bekennen dat je de Sagrada Familia niet kon vinden, wordt het pijnlijk stil. Maar goed, het kan nog. Bij een tweede bezoek kun je je zo'n blunder echter niet meer veroorloven. Want de Sagrada is in de hele wereld een begrip. Amerikanen en Japanners die een dagje Barcelona doen, stappen alleen voor dit bouwwerk uit de bus. Vandaar dat het bij de kerk van de bekende architect Gaudí onmenselijk druk is. Wie stiekem denkt dat hij een achterdeurtje zal vinden om binnen te komen, komt bedrogen uit. Gewoon in de rij gaan staan en wachten. Om dan eindelijk toegelaten te worden tot het heiligdom.

Tijdens het wachten is er overigens genoeg te zien. Want dit kerkgebouw is een bijzonder fenomeen. In 1882 kreeg de architect Villar i Lozano opdracht een kathedraal te bouwen in traditioneel gotische stijl. Hij gaf zijn opdracht echter terug en architect Antoni Gaudí nam het van hem over. Hij vergeleek de kerk met de grootse middeleeuwse kerkgebouwen, waar vaak eeuwenlang aan gewerkt werd. Toen de man in 1926 stierf, had hij alleen de oostelijke gevel, waarin de geboorte van Christus werd verbeeld, af. Oorspronkelijk ging ook Gaudí uit van neogotische vormen, maar in de loop van de tijd streefde hij naar een bijna mythische vereniging van kunst en religie. Iedere steen, ieder architectonisch element kreeg een symbolische betekenis.

Glazen lift
Voor je als nieuwsgierige toerist de hekken binnengaat, moet je duidelijk weten wát je gaat bekijken. Dit is geen tot in de puntjes afgewerkte kerk, dit is een bouwplaats. De aantrekkingskracht van de Sagrada ligt nog steeds in het feit dat de kerk niet af is. Na Gaudí werd Josep Subirachs de voornaamste architect, maar ook hij is nog niet tot voltooiing gekomen. Echte fans van het bouwwerk vinden trouwens dat de kerk nooit af moet komen, omdat je dan de oorspronkelijke bedoeling van Gaudí geweld aan zou doen.

Hoewel je het in kunstkringen absoluut niet kunt zeggen, doet de kerk bijzonder rommelig aan. Het eerste woord dat bij me bovenkwam toen ik de 'heiligen' verbeeld zag in kabouterachtige vormen, was: ”Efteling”. Het is kleurrijk, bijzonder, origineel, maar ook rommelig. Het interieur geeft absoluut geen verheven gevoel. De Sagrada heeft gewoon niets sacraals. Het mooiste detail is dat op alle hoge spitsen die de kerk bekronen –dat moeten er straks twaalf zijn– rondom het woordje ”Sanctus” geschreven staat. Blijkbaar was de architect diep doordrongen van de heiligheid van God, al zullen er bezoekers zijn die juist van die heiligheid in dit heiligdom niets ervaren.

Een glazen lift takelt, tegen forse betaling, toeristen omhoog in een van de torens en wie vanaf de top neerkijkt, ziet een bouwplaats. Niet minder, maar ook niet meer. Twee Nederlanders, niet wetend dat er nog meer landgenoten in de lift aanwezig zijn, leveren op de terugreis naar beneden dan ook ongezouten commentaar: „Wat een troep.” Een te hard oordeel wanneer je vanuit het park nog eens een blik op de kerk werpt. Dit is wel degelijk een meesterwerk. Maar als je van dichtbij met de zeer organische manier van bouwen van Gaudí geconfronteerd wordt, beginnen persoonlijke smaken en voorkeuren toch mee te spelen. Want hoe krijg je de uitstraling van de Efteling en die van een kerkgebouw ooit bij elkaar?

Olympische Spelen
Barcelona biedt meer. Veel meer. In 1992 organiseerde de stad de Olympische Spelen. Om spelers en bezoekers goed te kunnen ontvangen, werden kosten noch moeiten gespaard. Op het oude industrieterrein Poble Nou verrees het Olympische Dorp, of in het Catalaans: Vila Olímpic. De wijk is nog steeds indrukwekkend: luxe en van alle gemakken voorzien. Een grote jachthaven, een park, imposante hoogbouw en verder veel winkels en restaurants. Omdat de wijk aan zee ligt, zijn er stranden. Met een lengte van maar liefst 4 kilometer. Op zonnige dagen overvol. En zonnig is het nogal eens in Barcelona.

Wie na het bezoek aan de Sagrada Familia nog een échte kathedraal wil bezoeken, moet gewoon eens slenteren door de Barri Gòtic, het hart van het middeleeuwse stadsgedeelte. Pak de metro, stap uit bij halte Catalunya, klauter naar boven en schrik. Hier deint dag en nacht een onafzienbare mensenmenigte over de belangrijkste straat van de stad, de Rambla. Hier loopt alles en iedereen en hier koopt iedereen van alles. Wie moe is, strijkt op een van de terrasjes onder de vele bomen neer en drinkt voor te veel geld te weinig koffie, fris of bier. Ondertussen moet je kijken en je verbazen.

Het flaneren moe? Neem dan een zijstraatje van de Rambla en verdwaal heerlijk in de Barri Gòtic. Ook hier heerst overigens altijd drukte, maar toch van een ietwat ander niveau dan op de Rambla. Even de weg vragen in een winkeltje en dan drentel je bijna vanzelf naar de Plaça de la Seu. Aan dit met gotische gebouwen omzoomde plein ligt de Catedral de Santa Eulàlia . Een schitterende kerk, die tussen de 13e en de 15e eeuw werd gebouwd op de plaats waar ooit een tempel van Hercules stond. Dit is een kerk zoals een kerk in de verbeelding van een doorsnee toerist moet zijn: groot, groots, met hoge daken en steile pilaren. Ten zuiden van de kerk ligt een ruime kloosterhof waarin zelfs een vijver –mét ganzen– niet ontbreekt. Een fantastische plek om even op adem te komen.

Treinen
In Barcelona ben je zomaar niet uitgekeken. Volgens kenners kun je er met gemak twee of drie weken doorbrengen zonder je te vervelen. Wie alleen voor de hoogtepunten komt, kan een vakantie in de Spaanse stad uitstekend combineren met een verblijf in een nabijgelegen badplaats. Vanuit deze plaatsen is Barcelona meestal goed per trein te bereiken. In Barcelona is de metro snel gevonden. Daarna is er geen uithoek van de stad meer onbereikbaar. Wie snel last heeft van claustrofobie kan trouwens maar beter boven de grond blijven. Sommige metrostations zijn namelijk niet heet, maar ronduit verstikkend. Om over de vaak overvolle metrotreinen nog maar niet te spreken.

Overigens zijn de Costa Brava en de Costa Dorado streken die veel meer biedt dan alleen een prachtige stad als Barcelona. Maar als je dat wilt onderzoeken, ben je in twee weken echt niet klaar. Je kunt in deze streek met gemak een aantal jaren de zomervakantie doorbrengen zonder steeds hetzelfde te moeten zien.

Informatie: Spaans Verkeersbureau, 070-3465900.