Toerisme 22 april 2000

Land van Peel en Maas legt zich toe op fietsvriendelijkheid

Limburg, maar zo plat als een dubbeltje

Door Geertje Bikker-Otten
Het heuvelachtige landschap van Zuid-Limburg speelt het noorden van de provincie parten. Althans wat de aantrekkingskracht op fietsers betreft. De doorsnee toerist heeft geen zin in moeizaam gezwoeg tegen hellingen op en mijdt daarom met zijn rijwiel uit voorzorg maar de hele provincie. Een levensgroot misverstand. „Tussen Peel en Maas is het zo plat als een dubbeltje.”

Het noorden en midden van Limburg heeft een imagoprobleem. „Als we met een stand op de Fietsvakantiebeurs staan, zijn er heel wat mensen die met een boog om ons heen lopen. Daar ga ik niet fietsen, dat is veel te heuvelachtig, hoor je dan”, zegt J. P. Weijers van VVV Limburg. Ten onrechte, vindt hij. „Tussen Peel en Maas is het zo plat als een dubbeltje.”

Mensen realiseren zich niet dat Limburg meer is dan het haast on-Nederlandse zuiden. En dat er ook in de noordelijker gelegen delen van de provincie heel wat natuurschoon te genieten valt. Het is er anders dan in het zuiden. Minder spectaculair, misschien. Maar in ieder geval voor fietsers prima te doen en –ook niet onbelangrijk– heel wat minder vol dan in het zuiden, waar het in het hoogseizoen een drukte van belang kan zijn.

Aspergeoogst
De noordelijker delen van Limburg staan garant voor afwisseling. Het is een mengsel van boerenland, de natte hoogveengebieden van de Peel, bossen en vennetjes en vergezichten over de meanderende Maas. In het voorjaar staat alles er in het teken van de aspergeoogst. Tientallen dorpjes demonstreren dat de grens in Limburg nergens ver weg is. Iets in de stijl en de aankleding van de huizen brengt het buitenland dichtbij.

Dat mag allemaal erg lieflijk lijken, ook in dit gedeelte van het land moet er gewerkt worden voor de kost. De boeren zijn half april druk met het uitrijden van mest. De doorgaande wegen zijn vol, net als in de rest van het land. De grote bedrijven die in de regio zijn gevestigd, doemen steeds weer aan de horizon op.

Wat niet wil zeggen dat je als fietser van al die bedrijvigheid werkelijk hinder ondervindt. In de provincie is de laatste jaren juist erg veel gewerkt aan het scheiden van het gemotoriseerde verkeer van de tweewielers. „Iedereen kan hier met een gerust hart gaan fietsen. Een groot deel van de routes is gegarandeerd autovrij”, aldus Weijers. Dat geldt temeer nu er net 20 kilometer nieuw fietspad is opgeleverd in de regio.

Knooppunten
Limburg is niet de fietsprovincie bij uitstek. Daar mag wat de lokale toeristenindustrie betreft best verandering in komen. Men doet er ook alles aan het gebied voor fietsende bezoekers aantrekkelijker te maken. Op dit moment wordt bijvoorbeeld het tweede onderdeel van het fietsroutenetwerk afgerond. Zo'n 600 kilometer aan fietspaden en landweggetjes in het vlakke land van Peel en Maas wordt nu door dit zogenaamde knooppuntensysteem bedekt.

Het netwerk is vorig jaar in Nederland geïntroduceerd. In totaal is toen zo'n 350 kilometer aan Limburgse paden en wegen bewegwijzerd in het grensgebied met België ten zuiden van Weert. Het idee komt uit België, waar al in 1995 begonnen is met het uitzetten van routes volgens dit systeem. Basis voor deze vorm van bewegwijzering zijn zogenaamde ”knooppunten” met een nummer. Groenwitte nummerbordjes leiden van knooppunt naar knooppunt.

In principe kan iedereen thuis aan de hand van een beknopte kaart waarop de knooppunten staan aangegeven zijn route bepalen. Een routekaart meenemen is eigenlijk overbodig. Het enige wat een fietser die aan de hand van de knooppunten op pad gaat hoeft te doen is de nummers onthouden. Onderweg de route wijzigen is geen probleem. Bij de knooppunten staan overzichtskaarten van het gebied. Dat maakt het eenvoudig om van een eerder gemaakt plan af te wijken en bijvoorbeeld een omweg af te snijden als er opeens een onweersbui aan lijkt te komen.

Dagjesmensen
In de noordelijke delen van Limburg zien ze niet alleen graag fietsers komen, ze willen ook graag dat we er een of meer nachtjes blijven logeren. Uit onderzoek naar het Belgische deel van het fietsroutenetwerk blijkt namelijk dat de overgrote meerderheid van de mensen maar voor een dagje met hun tweewieler naar het gebied komen.

„Vorig jaar hebben er 600.000 duizend fietsers gebruik van gemaakt. Dat waren echter voor 95 procent dagjesmensen”, aldus Weijers. Dat zijn niet de grootste besteders onder de toeristen. „Per dag gaven ze gemiddeld 15 gulden uit.”

Het beschikbaar zijn van geschikte overnachtingsmogelijkheden is natuurlijk de eerste voorwaarde om mensen ertoe over te halen langer in een gebied te verblijven. In het land van Peel en Maas heeft dit besef geleid tot een gezamenlijk initiatief van twaalf hotels, die zich ertoe hebben verplicht juist fietsers een warm onthaal te geven. Dat betekent dat gasten die de hele dag in het zadel hebben gezeten er op een aantal extraatjes kunnen rekenen.

Zo is er een speciale ruimte aanwezig waar fietsers hun natte kleding kunnen laten drogen als ze na een regenbui doorweekt zijn. Een kleine moeite misschien, zo'n vertrek, maar voor fietsers heel belangrijk. Hetzelfde geldt voor het speciale fietsersmenu dat de hotels aanbieden. Met iets grotere porties dan wat de doorsnee hotelgast krijgt voorgeschoteld...

Andere voorzieningen zijn minder in het oog lopend maar niettemin voor een soepel verlopende fietsvakantie van groot belang. De hotels moeten bijvoorbeeld een rijwielhulpkist hebben staan, zodat kleine reparaties eventueel 's avonds in het hotel kunnen worden uitgevoerd.

Ook moet er een beveiligde fietsenstalling aanwezig zijn. De hotels die mee doen aan ”Fietsers Welkom Hotels” hebben of zelf fietsen te huur, of zullen hun gasten doorverwijzen naar de dichtsbijzijnde fietsenzaak. Langdurig gratis parkeren bij het starthotel behoort tot de mogelijkheden. En bagage wordt overdag gratis van het ene naar het andere hotel gebracht.

Doe-het-zelvers
”Fietsers Welkom Hotels” wijkt af van de alom bekende fietsarrangementen, waarbij de deelnemers een vooraf uitgestippeld traject volgen. Dit initiatief biedt toeristen meer vrijheid. Ze kunnen zelf beslissen welke route ze nemen en kunnen dat eventueel zelfs gedurende de tocht nog doen. De deelnemende hotels bieden namelijk de mogelijkheid (gratis) een volgend overnachtingsadres te reserveren.

„Dit product is ideaal voor doe-het-zelvers”, denkt Weijers. „Mensen kunnen zelf uitzoeken welk hotel ze willen en ze kunnen zelf hun weg kiezen. In het toeristische aanbod in Nederland is dat uitzonderlijk. De markt is overladen met fietsarrangementen. Maar we merken dat er juist vraag is naar mogelijkheden om alles zelf te doen.”

Wat hem betreft blijft het niet bij hotels, die immers niet voor iedereen tot de betaalbare overnachtingsmogelijkheden behoren. Het vervolg zouden fietsers die bij voorkeur kamperen kunnen zijn. „Daar kijken we naar. Het zou bijvoorbeeld mogelijk zijn om op een aantal campings tenten neer te zetten die mensen voor een nacht kunnen huren. Zo'n systeem is ook met trekkershutten denkbaar. We denken dat dergelijke voorzieningen dit gebied voor fietsers veel aantrekkelijker zullen maken.”

Informatie: VVV Vakanties Limburg, 046-6310610.