Zeelieden hadden van oudsher belangstelling voor het bepalen van de diepte van de zee, zeestromingen en getijdenbewegingen. Systematisch onderzoek naar de natuurkunde, biologie en geologie van de zee kwam echter pas in de negentiende eeuw op gang. De Challenger Expeditie, die tussen 1872 en 1876 plaatshad, wordt gezien als het begin hiervan. Voor de onderneming, die drie jaar duurde, werd ongeveer 100.000 km afgelegd. De oceanografische expeditie bracht zo'n enorme hoeveelheid informatie boven water (over getijdentabellen en stromingen, dieptepeilingen, de temperatuur van het zeewater op verschillende diepten en sedimenten afkomstig van de zeebodem), dat geleerden bijna twintig jaar nodig hadden om alle gegevens te bestuderen en te beschrijven. De tentoonstelling De Challenger Expeditie. Wetenschap op grote diepte tot en met 20 mei in het Teylers Museum te Haarlem toont een deel van deze onderzoeksgegevens.
Foto Museum
|