Toerisme 4 maart 2000

Een club die fietsers voortrekt

Door W. H. Smith
Nederland telt meer fietsen dan mensen. Bijna 17 miljoen stuks op een bevolking van rond de 16 miljoen. Mooie cijfers, menen de vaderlandse fietsfabrikanten, maar de markt raakt verzadigd. De jubilerende Fietsersbond is minder somber. „Positioneer de fiets bij jongeren als een flitsend en gezond vervoermiddel. De fiets wordt zonder meer hét vervoermiddel van de 21e eeuw.”

Nederlanders zijn jaarlijks goed voor 13,5 miljard fietskilometers. Dat komt per inwoner neer op 900 kilometer. Dagelijks stappen rond de 3,4 miljoen mensen op de fiets, voor woon-werk- of schoolverkeer, voor recreatie of bij het winkelen. Waarom is de Nederlander zo dol op fietsen? Weekblad Elsevier kwam onlangs met een sociologische studie op de proppen die een mogelijke relatie tussen een calvinistische, sobere moraal en fietsen legde. Taco Schmidt, die sinds 1994 het stuur van de Fietsersbond in handen houdt, heeft een minder theoretische verklaring. „De fiets is in Nederland gewoon een heel handig en praktisch vervoermiddel. Door de inrichting van ons vlakke land kon zij uitgroeien tot een belangrijk onderdeel van onze nationale identiteit. Je moet het aan de andere kant ook niet overdrijven. In het buitenland wordt ook goed fietsbeleid gevoerd, kijk bijvoorbeeld naar de Scandinavische landen en Duitsland.”

Nergens in de wereld zijn er echter zo veel fietspaden en fietsenstallingen per vierkante kilometer als in Nederland. Bovendien krijgt de fiets, vergeleken met enkele decennia geleden, een belangrijke(re) plaats in het verkeers- en vervoersbeleid. Voor de Fietsersbond is dat echter geen reden op zijn lauweren te gaan rusten. „Het gaat de fiets op veel gebieden voor de wind, maar we moeten voortdurend op onze qui-vive blijven om bepaalde voorzieningen te behouden”, aldus Schmidt. De voorzitter wijst in dit verband op inspanningen om de reiskosten van fietsers in het nieuwe belastingstelsel belastingvrij te houden. Ook herinnert hij aan de discussie over fietsenstallingen bij stations.

Andere naam
De Fietsersbond, die momenteel 35.000 leden telt, kwam een kwarteeuw geleden van de grond. „De positie van fietsers dreigde onder te sneeuwen. Bij het ontwerpen van wegen en straten werd de fiets bijvoorbeeld gewoon vergeten. Door onze inbreng is dat fundamenteel veranderd. Als wij er niet waren geweest, was de fiets nog uitsluitend een recreatief vervoermiddel. Nog steeds liggen er bedreigingen op de loer. Neem de bouw van ziekenhuizen, scholen en bedrijventerreinen langs snelwegen. Die voorzieningen zijn steeds moeilijker met de fiets te bereiken.”

In 1975 kozen de oprichters voor de naam Eerste Nederlandse Wielrijders Bond. De afkorting ENWB schoot de ANWB echter in het verkeerde keelgat. Schmidt: „We kregen een proces aan onze broek. De ENWB betoogde dat de ANWB zijn naam geen eer aandeed, want de automobilisten werden voorgetrokken en de fietsen schromelijk verwaarloosd. De rechter gaf de ANWB echter gelijk, maar de naam Echte Nederlandse Fietsers Bond, ENFB, mochten wij wel gebruiken.”

Vijfentwintig jaar na dato kiest de organisatie voor een andere, duidelijke naam. „We heten nu kort en bondig Fietsersbond. We schudden tegelijk onze ideologische veren af. We werden gezien als een milieuclub. Van dat imago willen we af. Er zijn meer redenen om voor de fiets te zijn: het is een gezond, snel en ruimtezuinig vervoermiddel. We richten ons nu nog meer dan in het verleden op de behartiging van belangen van alle fietsers. Dat willen we naar buiten toe scherp neerzetten. Zo gaan we het publiek nog meer bij acties betrekken.”

Fietsbalans
Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan daagt de Fietsersbond alle gemeenten uit zich op fietsvriendelijkheid te laten doorlichten. „Er bestaan talloze onderzoeken en beleidsplannen over fietsgebruik, fietsroutes, stallingen en veiligheid. Maar wat de fietser dagelijks meemaakt, dat weten we niet. Daarom starten we dit jaar het project Fietsbalans, waarbij we vijftig gemeenten onderzoeken. We hebben daarvoor twee speciale meetfietsen ontwikkeld. Een videocamera, bevestigd op de fiets, zal het wegdek filmen en de gevaren waar fietsers dagelijks aan bloot staan. Computergestuurde meetapparatuur registreert hobbels, lawaai en snelheid.” Met de onderzoeksresultaten gaat de bond de discussie aan met gemeenten over verbetering van het fietsbeleid. „Op het jubileumsymposium op 10 november komt de winnaar uit de bus, die zich ”Fietsstad 2000” mag noemen.”

Vélo Mondial 2000, van 18 tot 22 juni in Amsterdam, moet het jubileum van de Fietsersbond eveneens luister bijzetten. „We zijn trots op wat we bereikt hebben in Nederland. Dit wereldfietscongres is bedoeld om het fietsgebruik elders in de wereld te bevorderen. In heel veel landen is er op dat terrein wat aan de gang. Zelfs in de Verenigde Staten, een autoland bij uitstek. Internationale, met name Europese regelgeving wordt steeds belangrijker. Het is daarom belangrijker dat andere landen onze ervaringen en inzichten kennen.”

Woon-werkverkeer
Fietsdiefstal blijft voor de bond een belangrijk aandachtspunt. In Nederland worden meer fietsen gestolen dan de totale verkoop van nieuwe fietsen in Spanje en Ierland samen. „De angst voor diefstal weerhoudt velen ervan een nieuwe fiets te kopen. Men blijft rondrijden op slecht onderhouden fietsen, vaak zonder licht, reflectors of remmen. Daardoor neemt het ongevalsrisico toe. We spreken eigenaren daar niet meer op aan. Die zijn al maximaal bezig geweest om hun rijwiel te beveiligen. De overheid moet zorgen voor meer bewaakte stallingen en de politie moet gestolen fietsen opsporen. Dat laatste kan bijvoorbeeld met behulp van in de fiets ingebouwde chips, die het voor de politie veel gemakkelijker maken gestolen fietsen op te sporen.”

Schmidt vindt ook dat er elk jaar nog „veel te veel” fietsers gewond raken, soms met dodelijke afloop. „Nederland moet zo ingericht worden dat de fietser geen hinder heeft van het gemotoriseerde verkeer. Op sociaal onveilige tunneltjes of steile bruggetjes zitten we niet te wachten. Wel op meer 30-km-zones in de bebouwde kom.” Van een helmplicht voor fietsers wil hij absoluut niets weten. „Dat is het paard achter de wagen spannen. Je moet het belangrijkste gevaar aanpakken en niet het fietsen onaantrekkelijker maken.”

De fiets blijkt in het woon-werkverkeer nog geen volwaardig alternatief voor de auto te zijn. De gemiddelde 'haalbare' fietsafstand is 7,5 km. „Die afstand kun je oprekken met een betere fietsinfrastructuur en meer efficiënte fietsen. Ik verwacht daardoor een groei van het aantal fietsende forensen. Veel belangrijker is dat we Nederland door slim ruimtelijk plannen bereikbaar houden, de afstanden moeten niet te groot worden. Aantrekkelijke fiscale regelingen voor de fiets van de zaak betekenen eveneens een gunstig perspectief voor het oplossen van bereikbaarheidsproblemen.”

Recycling
Nederland, een buitenbeentje op de Europese fietsmarkt, kent niet alleen een fietsdichtheid die een van de hoogste is van de wereld. Ook de fietsverkoop beweegt zich al jaren op recordniveau. Maar de markt is zo goed als verzadigd. Er gaan geluiden op dat het rijwiel juist in de stad het in de toekomst wel eens moeilijk kan gaan krijgen. Een feit is namelijk dat de groeiende groep allochtonen nauwelijks fietst. „In het verleden heeft de Fietsersbond meegewerkt aan fietscursussen. We kunnen dit probleem echter niet alleen oplossen. Overheid en bedrijfsleven hebben gezamenlijk de taak de verkeerde beeldvorming te doorbreken. Bij jongeren moet de fiets gepositioneerd worden als een flitsend en gezond vervoermiddel. Zeker bij een toenemende bevolking is de fiets nodig om Nederland leefbaar en bereikbaar te houden. Het wordt zonder meer hét vervoermiddel van de 21e eeuw.”

Ondertussen bestaat er voor de milieuvriendelijk fiets vreemd genoeg nog geen milieuvriendelijke recycling. Toch verdwijnen er op jaarbasis naar schatting 600.000 tot 900.000 exemplaren van het toneel. Waar blijven die wrakken? Schmidt ziet dat in zijn directe omgeving fietsen helemaal opgebruikt worden. „In rijwielen zitten gelukkig weinig chemicaliën en de hoeveel gebruikt materiaal is ook niet groot. Dat betekent natuurlijk niet dat een afgeschreven fiets in de gracht moet verdwijnen. Voor ons is recycling zeker niet onbespreekbaar, maar de kosten moeten tegen de baten opwegen. Als de fiets gewoon bij het oud ijzer kan is dat voor alle partijen voordeliger.”