Toeristen ontdekken het spionageverleden van Amsterdam
Wandeltocht langs duistere geheimenDoor D. Gillissen Het is een regenachtige woensdagmiddag. Een loodgrijs wolkendek pakt zich boven Amsterdam samen. Regen en wind gieren door de smalle straten en over de brede grachten. Perfect weer voor de wandeltocht Duister Amsterdam. Een kennismaking met spionageadressen van weleer. Het is voor Amsterdamse begrippen niet druk in de binnenstad. Enkele verdwaalde toeristen lopen van de Dam in de richting van het Centraal Station. De hoofdstedelijke duiven, die officieel niet meer gevoerd mogen worden, hebben het zo te zien nog niet moeilijk. In een portiek vechten drie van de grijze vogels ongestoord om de kruimels van een kapotgetrapte koek. Een tram rijdt knarsend door een bocht en verdwijnt over de brug in de richting van de Warmoesstraat. Daar staat het pand dat het beginpunt vormt van de wandeling langs spionagepanden. Drie bestuursleden van de Stichting Inlichtingstudies Nederland hebben deze route opgezet en vervat in het boek Duister Amsterdam. Wandelen langs spionageadressen. De tocht, die een flinke middag vergt, leidt langs 25 panden die op de een of andere manier iets met spionage van doen hebben gehad. De meeste huizen liggen verspreid in de binnenstad en in de hoek Amsterdam Oud-Zuid. Behalve deze 25 gebouwen zijn nog negen spionageadressen vermeld. Die vallen echter buiten de route. De lezer beslist of het de moeite waard is ze ook nog te bezoeken. Vilthoeden Het woord spionage roept een sfeer van geheimzinnigheid op. Microfoons, infiltratie, donkere portiekjes, mannen met lange zwarte jassen en vilthoeden. Dat komt de wandelaar op deze spionagetocht helaas niet meer tegen. Maar wandelend langs de in Duister Amsterdam verzamelde adressen zal de lezer zich kunnen voorstellen dat dit nog maar een kleine selectie uit het verleden is en dat zich achter de Amsterdamse gevels heel wat heeft afgespeeld. De Kalverstraat blijkt in vroeger tijden een geliefde plek te zijn geweest om spionageactiviteiten op te zetten. Maar liefst drie nummers (11, 39 en 111) worden genoemd. Duitse spionnen verbleven graag op nummer 111. In het pand waar nu New Taft Shoes is ondergebracht, zat in de jaren dertig een vestiging van het Deutsche Verkehrsbüro, het officiële reisbureau van de Duitse spoorwegen. In 1938 werd daar een werkplek ingeruimd voor Richard Protze. Protze gebruikte het Verkehrsbüro als dekmantel voor zijn werk voor de Duitse inlichtingendienst, Abwehr. Als Verkehrsbüro-employé Richard Paarmann leverde hij de nodige informatie over de activiteiten van de Britse geheime diensten in Nederland. Daarnaast slaagde hij erin de geheime diensten van Engeland en Frankrijk regelmatig op het verkeerde been te zetten door het gericht verspreiden van misleidende informatie. Sigarenhandelaar Recht achter het pand, aan het Rokin, staat De Rijnstroom. In september 1939 was het Britse consulaat-generaal ondergebracht op de derde etage van het uit de jaren twintig daterende gebouw, boven de toen al fameuze sigarenhandelaar P. G. C. Hajenius. Een van de medewerkers op het consulaat-generaal was Seymour Bingham. Tijdens de Duitse invasie in mei 1940 vluchtte hij naar Engeland, waar hij bij de Special Operations Executive (SOE) terechtkwam. Deze organisatie was opgericht om in bezette gebieden sabotageacties te plegen en om ondergrondse strijdgroepen op te zetten. Bingham kreeg de leiding over de SOE-Dutch Section. In deze functie was hij betrokken bij het Englandspiel, een door de Duitsers opgezette operatie waarbij de door de SOE gedropte geheime agenten gebruikt werden om de Engelsen te misleiden. Hoewel de gevangengenomen agenten de SOE-Dutch Section op alle mogelijke manier waarschuwden, bleven de Britten mensen sturen. Nog steeds is niet bekend of de SOE moedwillig Nederlandse agenten hebben opgeofferd, om de Duitsers op hun beurt weer te misleiden, of dat het een opeenstapeling van stommiteiten is geweest van de SOE-leidinggevenden. Communisten Het boek Duister Verleden beschrijft diverse Amsterdamse panden waar communisten, al dan niet voor spionagedoeleinden, hun domicilie zochten. Een ervan is Felix Meritis, ooit het 'rode' bolwerk aan de Keizersgracht 324. In dit prachtige stadspaleis zetelde na de Tweede Wereldoorlog jarenlang de landelijke leiding van de Communistische Partij van Nederland (CPN). Alles wat daarbinnen werd besproken, had de grootst mogelijke belangstelling van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD). Gniffelend werd in de jaren vijftig in CPN-kringen de anekdote verteld dat de BVD op zekere dag probeerde de gangen van partijleider Paul de Groot na te gaan en daarbij waarnam dat hij Felix Meritis binnenliep. Wat de BVD'ers echter niet zagen was dat De Groot, eenmaal binnen, een partijgenoot zijn jas en hoed leende, die vervolgens als 'De Groot' naar buiten liep en het volgteam achter zich aan kreeg. De echte partijleider kon even later rustig naar buiten stappen en ongestoord zijn weg vervolgen. Naast de ingang van Felix Meritis, dat tegenwoordig als theater dienstdoet, zijn nog steeds enkele opschriften uit de CPN-periode leesbaar, zoals De Waarheid Advertentieafdeling. Ook het woonhuis van Paul de Groot komt in het boek voor. Palestinastraat 7 was tijdens de Koude Oorlog door de BVD volgehangen met microfoons. Gedurende een periode van 25 jaar bleef de veiligheidsdienst daardoor op de hoogte van de politieke inzichten van de CPN-partijleider. Blijkbaar voelde De Groot toch nattigheid, want als er echt iets geheims te bespreken was, verliet hij met zijn gesprekspartner zijn woning voor een wandelingetje. Journalist Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde op Koninginneweg 151 journalist Willem Lenglet. Vanaf de zomer van 1940 stond hij in verbinding met agenten van de Britse inlichtingendienst. Al in een vroeg stadium fungeerde de Koninginneweg als onderduikadres voor neergeschoten piloten van de Engelse Royal Air Force. RAF-personeel kreeg instructies om na een eventuele noodlanding naar Queen's Road in Amsterdam te gaan. Het huisnummer 151 was als wasnummer in hun kraag genaaid. Tot aan zijn arrestatie in september 1941 slaagde Lenget erin dertien neergehaalde vliegers naar Engeland terug te krijgen. Behalve als onderduikadres voor piloten deed het pand dienst als onderdak voor een geheime drukkerij. In de zomer van 1941 werden er enkele nummers van Vrij Nederland vervaardigd. Lenglet werd in 1944 ter dood veroordeeld, maar het vonnis werd niet voltrokken. Hij belandde in Sachsenhausen, waar hij de bevrijding meemaakte. De even uitvoerige als uitputtende historische wandeling langs winkels, cafés, boekhandels en woonhuizen is zeker de moeite waard. De Amsterdamse geschiedenis van infiltratie, verraad, arrestaties, ontsnappingen, blunders en successen komt weer tot leven. De adressen staan in Duister Amsterdam in de volgorde zoals de wandelaar het beste kan lopen. Door de foto's van de gebouwen en de kleine kaartje erbij zijn de panden goed te vinden. Mede n.a.v. Duister Amsterdam. Wandelen langs spionageadressen, door Dick Engelen e.a.; uitg. Sdu, Den Haag, 1999; ISBN 9012087678; 80 blz.; 24,90. |