Zwemmen midden in een lavaveldDoor P. J. Vergunst Na bijna drie uur vliegen zien we vanuit de cockpit de besneeuwde toppen van IJsland. Zo'n positie kan geen enkele reisorganisatie je aanbieden. De piloot legt het navigatiesysteem uit, een voorrecht dat een enkele reiziger per business class vanmiddag heeft. Alles onder controle! Een paneel geeft aan hoever andere vliegtuigen verwijderd zijn, in hoogte en afstand. In Amsterdam blijkt dat de route naar Reykjavik in de computer gestopt is.
Boven IJsland wachten we op een bewoonde wereld. Maar alles blijft roerloos. Drie varianten vanachter een vliegtuigraampje: ijs, sneeuw of donkere waterpartijen. Dan, eerst vaag waarneembaar, later helder: de eerste nederzetting. IJsland, dunstbevolkte land van Europa. Van de 275.000 mensen wonen er 160.000 in de hoofdstad Reykjavik of een van haar voorsteden. Een halfuur later staan we in de tintelende kou op de luchthaven Keflavik. Voor wie als toerist gewend is de zon op te zoeken, is het leuk hier lorrierijders met mutsen op en wanten aan te zien werken. Keflavik zelf heeft zo'n 7000 inwoners. En tóch een internationale luchthaven. Duidelijk is direct dat een vergelijking met Nederland niet reëel is. Als handelscentrum doet Keflavik in de geschiedenisboeken van IJsland volop mee. De inwoners waren altijd bekwame vissers, tot het begin van deze eeuw varend in smalle, open boten. De eerste moderne vriesinstallatie dateert er van 1929, de eerste trawler van 1948.
Net buiten de stad ligt in de inmiddels vallende schemer een NATO-basis, het enige militaire basiskamp dat het land rijk is. In de tijd van de Koude Oorlog verbleven hier 5000 militairen, nu is dit aantal gehalveerd. Onder hen zijn dertig Nederlanders. IJsland mag zich het enige land ter wereld zonder leger noemen. Zwavelgeur Een luttel aantal kilometers van het vliegveld en nog 40 kilometer van Reykjavik vandaan ligt de Blue Lagoon, een meer met zuiver, geothermisch mineraalrijk zeewater midden in een lavaveld. Een je lichaam prikkelende en je geest verfrissende ervaring! Wie aankomt, ruikt de zwavelgeur van rotte eieren en ziet de wegfladderende stoom boven het hete water. Na betaling van 600 IJslandse kronen (ongeveer 20 gulden) stap je het water in. Een wonderlijke combinatie: het hoofd boven water ademt in zeven graden Celsius onder het vriespunt, het lichaam zwemt onder een open hemel in water van 36 tot 39 graden. Hier en daar zijn nóg warmere plekken, waar het niet uit te houden is. Twee mannen smeren gezicht en handen met de mineraalrijke bodemlaag in, en spoelen het weer af. Na elk uur dat je hier bent, voel je je een jaar jonger. De Blue Lagoon hoort bij dit land vol lava, geisers en vulkanen. Ondergronds is zoveel geothermische energie aanwezig dat het hele zuidwesten van IJsland van centrale verwarming voorzien is. Momenteel loopt het project IJsnet, dat onderzoekt of er op de bodem van de zee een 1700 kilometer lange elektriciteitskabel naar Nederland gelegd kan worden. Zelf gebruikt IJsland immers maar 10 procent van de witte energie. De centrale tegenover de Blue Lagoon zuigt het hete water van een diepte van 1800 meter op. Bij de afvoer van het krachtstation vormt het een lagune met een zoutconcentratie van 12 procent. In een bijzonder ecologisch systeem geven het hoge natuurlijke peil van silicaat, mineralen als zwavel en mangaan, en zeewier de lagune haar blauwe kleur. Wie relaxed door het water van de Blue Lagoon dobbert, bekommert zich niet om cijfers, procenten en geologische achtergronden. Bijna 250.000 mensen zwommen vorig jaar in de IJslandse buitenlucht, van wie 60 procent buitenlander. Hiermee is de Blue Lagoon de grootste attractie van het land, een natuurlijk visitekaartje voor dit eiland, waar vorig jaar nog vulkaanactiviteiten waarneembaar waren. Noorderlicht Onder een koepel van sterren rijden we over vrijwel verlaten wegen. Voor ons een horizontale streep licht in de donkere nacht: Reykjavik! Wat moet hier het leven zonder elektriciteit anders zijn geweest. Was er ooit slechts een pitje dat walmde van de walvislevertraanolie? De natuur is hier voor ons gevoel radicaler, intenser. Koud is kouder, de maan is geler, de zon schijnt dieper. Kort voor middernacht zien we in de vrieskou opeens een groene streep: het noorderlicht! Hier komen de Japanners voor. Slechts wanneer het donker, koud én helder is, laat dit natuurverschijnsel zich kennen. De verklaring ervoor is dat elektronen die in de atmosfeer komen, door de zon beschenen worden. Wie de hoofdstad van IJsland bezoekt, kan niet om het gemeentehuis heen, vijftien jaar geleden gebouwd. Hoogtepunt daar is een maquette van papier-maché van het land, waaraan twintig manjaren gewerkt is. Hier zie je hoe miniem de verstedelijkte gebieden en dorpjes zijn in vergelijking met de onherbergzame gebieden. Hier begrijp je de angst van de bevolking voor vulkaanuitbarstingen, die gemiddeld elke vijf jaar plaatshebben. Over tijd is ook de grootste vulkaan Myrdals Jokull, die in 1918 zo actief was dat de straten van Reykjavik 200 kilometer verder onder een aslaagje bedekt werden. Vlak bij dit gemeentehuis stond ooit de boerderij van Ingólfur Arnason, die in 874 als eerste de zuidkust van IJsland naderde. Hij gooide twee balken overboord en zwoer dat hij op de plaats waar ze aan land spoelden, een boerderij zou bouwen. Hij vond ze terug op de plaats die nu Reykjavik heet. Stadsarchief De hoofdstad presenteert zich dit jaar vooral als centrum van cultuur: ze is een van de negen steden die zich in het jaar 2000 Cultuurstad van Europa mogen noemen. Niet minder dan 250 projecten zijn opgezet, rond de thema's aarde, water, lucht en vuur. Exposities, architectuurprojecten, muzikale drama's, choreografie-uitvoeringen, designevenementen, balletvoorstellingen moeten de plaatselijke bevolking en bezoekers van buitenaf cultureel inspireren. De geschiedenis van Reykjavik, een groot evenement dat de enorme ontwikkeling in de stad van de afgelopen vijftig jaar toont, zal vermoedelijk meer lezers van deze krant aanspreken. Het stadsmuseum toont in dat kader het archief van de regering en de stad. Op grond van deze archieven wordt de historie van Reykjavik op papier gezet. Museumdirecteur Svanhildur Bogadóttir toont een brief van 8 januari 1938 van een inwoner aan de plaatselijke overheid: de man heeft een jaar lang de vogels onder de brug van voedsel voorzien en vraagt een vergoeding hiervoor. Ook laat ze een stuk papier uit 1928 zien van een kind dat de vlaggen van binnenkomende schepen natekende. Achter in de kluis worden hedendaagse reclamefolders bewaard, opdat later na te gaan is wat de huidige bevolking eet. De stad zelf is een mengeling van oud en nieuw. Uit 1762 dateert het oudste pand, neergezet door Deense kooplui. Reykjavik heeft op loopafstand zowel moderne betonnen kantoorgebouwen, appartementen en luxe winkels als kleine, gezellige houten huisjes, soms met kleurig geverfde golfplaten. Tussen de vele galeries zit af en toe een boekhandel, waar de vertaling van Anne Franks dagboek voor mij de grootste herkenning oplevert. Omgerekend moet hiervoor overigens meer dan honderd gulden betaald worden. Het IJslands zelf, oorspronkelijk een vikingtaal, is 1100 jaar geleden op het eiland gebracht en heeft in tegenstelling tot de Scandinavische talen niet aan invloeden blootgestaan. Veertig uitgevers zijn actief voor ruim een kwart miljoen mensen! Een commissie bedenkt woorden voor nieuwe dingen: zo heet het internationaal bekende computer hier tulva, wat een vrouw die in de toekomst kijkt, betekent. Houten huisjes Net buiten de hoofdstad is de geschiedenis van Reykjavik toegankelijk gepresenteerd in het Arbær-openluchtmuseum, waar jaarlijks 40.000 mensen komen kijken. Alle huisjes die hier in het glooiende landschap staan, waren rond 1920 in het centrum te vinden. De negentiende eeuw leeft op tussen een decor van slecht verwarmde, vochtige, houten huisjes. Nu loop ik in decimeters hoge sneeuw en vormen de huisjes een idyllisch geheel. Ik maak foto's, terwijl een waterige middagzon door de ijspegels aan de dakgoten schijnt. Het is dan niet eerlijk het verleden te vergeten, waarin getobd werd in een huis zonder verwarming en elektriciteit, met een ziek kind... Meer informatie over IJsland: Iceland Air of IJslands verkeersbureau, Muntplein 2, 1012 WR Amsterdam; tel. 020-6270136. |