Kamerverkiezingen ’98 2 mei 1998

Behendig heeft Kok alle aanvallen van Bolkestein weerstaan

Premier op eieren

Door B. J. Spruyt
De VVD-slogan “Kies de VVD en u krijgt Kok er gratis bij” heeft minister-president Kok door een handige manoeuvre weten om te buigen tot de leus “Als u de VVD kiest, krijgt u Bolkestein cadeau”. Kok weet dat veruit de meeste kiezers dat nu precies níét willen. Op weg naar de verkiezingen van aanstaande woensdag heeft Kok een voortdurende spagaat tussen links en rechts moeten maken om de middengroepen aan zich te binden. Die pijnlijke acrobatiek lijkt te worden beloond. De PvdA ligt nog steeds voor op haar naaste belager, de VVD. Kok stevent af op zijn eerste verkiezingsoverwinning.

Premier Wim Kok heeft de afgelopen maanden een ingewikkeld politiek spel moeten spelen. Onder zijn leiding is de PvdA, vanouds de partij van de kleine man, erin geslaagd electoraal in de middengroepen in te breken en zelfs steeds meer aanhang onder de hoge inkomensgroepen te verwerven. De positie van de PvdA is daarmee tamelijk riant geworden. In de peilingen staat de partij op zo'n veertig kamerzetels, een handvol meer dan de VVD van concurrent Bolkestein.

Maar die positie in het midden is voor de PvdA tegelijkertijd heel gevaarlijk. Kok liep voortdurend op eieren. Hij kon zich noch naar rechts noch naar links duidelijk profileren. Omdat een rechts profiel –Kok als de degelijke staatsman die zich blijft inzetten voor een financieel-economisch gezond beleid– uiteindelijk de minste schade zou opleveren, heeft de PvdA ervoor gekozen stemmen bij linkse partijen zoals GroenLinks en de Socialistische Partij in te leveren. Stemmenverlies aan de rechterzijde telt immers dubbel.

Terwijl de aanhang van de PvdA onder de laagste inkomensgroepen licht is gedaald (van 28 naar 27 procent), is het aantal stemmers onder de midden- en hogere inkomensgroepen opmerkelijk gestegen. Volgens een recent onderzoek van het bureau InterView steeg de aanhang van Kok onder deze groepen respectievelijk van 20 naar 24 en van 15 naar 20 procent. Als premier mag Kok zich koesteren in een haast onbeperkt vertrouwen, zowel binnen als buiten zijn partij. Ook de topmanagers van het Nederlandse bedrijfsleven gunnen hem, meer dan Bolkestein, een volgende termijn. Kok is nu eenmaal ook erg populair onder kiezers die er anders niet over zouden denken om PvdA te stemmen.

Nek-aan-nekrace
Om die winst vast te houden, heeft Kok het zich niet kunnen permitteren zich als de rode politicus te afficheren. Dat zou het vertrouwen van de modale en bovenmodale verdieners in hem immers hebben doen afnemen. Winst voor de VVD zou het gevolg zijn. En die telde dubbel in de nek-aan-nekrace waarin Kok en Bolkestein verwikkeld waren. Bij een marge van bijvoorbeeld vier zetels zou één te linkse uitspraak van Kok hem op één zetel verlies en de VVD op één zetel winst hebben komen te staan. Daarmee zou de marge direct gehalveerd zijn. Nog zo'n uitspraak en de marge zou zelfs volledig verloren zijn.

Daarom was de commotie die deze week ontstond over de aftrek van de hypotheekrente zo gevaarlijk voor de PvdA. Door daaraan te tornen, of in ieder geval de mogelijkheid open te laten dat dat in de toekomst gebeurt, loopt de PvdA het risico het vertrouwen van de huizenbezitters te verliezen. Die weten dat de fiscale aftrek van de hypotheekrente bij de VVD wel in veilige handen is, zoals Bolkestein deze week nog recht in de camera's kijkend verzekerde. Of de „stommiteit” van partijvoorzitster Adelmund zetels heeft gekost en zo ja hoeveel, moet vanavond duidelijk worden als de laatste peilingen openbaar worden.

Kok heeft de afgelopen maanden steeds benadrukt dat hij wel idealen heeft –het ideaal van de sociale rechtvaardigheid– maar dat Nederland een sterke en gezonde economie nodig heeft om dat ideaal te kunnen realiseren. De wortels van die „droom” liggen in zijn jeugd. Hij groeide in en na de oorlog in een arm gezin op. „Zekerheid en bescherming voor mensen die niet voldoende voor zichzelf kunnen zorgen” staan hoog op zijn prioriteitenlijstje. Maar dat betekent niet dat de collectieve sector, „die de solidariteit organiseert”, ongebreideld mag groeien. „Je kunt niet continu en stelselmatig meer uitgeven dan je verdient. Want dan loop je vast; je kunt er geen geld bijmaken. Eerst verdienen en dan pas uitgeven, zo ben ik opgevoed”.

„Extreem kleurloos”
Met die nadruk op het belang van een gezonde economie hebben we Kok daarom niet als de partijganger van de armen gehoord. Helemaal van harte is dat misschien niet gegaan. Kok kan verschrikkelijk gepikeerd reageren als GroenLinks-fractievoorzitter Rosenmöller hem op zijn linkse geweten aanspreekt en hem „extreem kleurloos” noemt. Maar verlies aan de linkerzijde is in de strijd met de VVD minder relevant omdat die stemmen niet aan de VVD ten goede komen. Daarom hebben alle PvdA-prominenten de vrijheid gekregen om de „radicaal-linkse” partijen steeds weer op hun onwerkelijke en irreële programmapunten aan te vallen. Daarvan hebben GroenLinks en SP overigens ruimschoots kunnen profiteren. Beide partijen staan flink op winst voor de verkiezingen van woensdag.

Er waren nog twee gevaren die Kok de afgelopen tijd moest neutraliseren. Beide hingen direct samen met de persoon van Bolkestein. Het betroffen de Economische en Monetaire Unie (EMU) en het premierschap.

Met de derde fase van de EMU, de vervanging van de nationale munt door de euro, heeft Kok in feite geluk gehad. Maandenlang zag het ernaar uit dat de zwakke broeders binnen de Europese Unie –Italië, België en Frankrijk– zich niet zouden kwalificeren. Hun financieringstekort en staatsschuld waren veel te hoog. In dat geval zou Kok juist vandaag op de bijeenkomst van de Europese regeringsleiders in Brussel, enkele dagen voor de verkiezingen, een van de moeilijkste momenten in zijn politieke carrière hebben doorgemaakt.

Want politiek gezien zou de afwijzing van een land als Italië bijna onmogelijk zijn geweest. Het land behoort immers tot de “founding fathers” van de Europese Unie. Dat zou betekend hebben dat Kok tegen wil en dank had moeten instemmen met de toetreding van een land met een zwakke economie. En dat zou weer tot gevolg hebben gehad dat hij als premier verantwoordelijk kon worden gesteld voor de „verkwanseling” van onze harde gulden voor een munt waarvan we nog maar moesten afwachten hoe sterk die zou blijken.

Schaakmat
Op de kans om Kok neer te zetten als het tegendeel van de zuinige en betrouwbare staatsman waarvoor hij doorgaat, heeft Bolkestein maandenlang geloerd. Daarmee had hij Kok een paar dagen voor de verkiezingen schaakmat willen zetten. Maar de feiten haalden een streep door die berekening. Alle landen van de Europese Unie die dat wilden, Griekenland uitgezonderd, bleken zich wel te kwalificeren. Kok kan morgen met opgeheven hoofd uit Brussel terugkeren. Er staat geen vertoornde en schuimbekkende VVD-leider hem op te wachten die hem ter verantwoording wil roepen voor zijn falende beleid.

Restte nog de kwestie van het premierschap. Kok wist en weet dat vele Nederlanders hem graag zien terugkeren als minister-president. Bolkestein is een graag gezien en populair politicus, maar hij geniet tevens de wat dubieuze reputatie van een onvoorspelbare en weinig samenbindende man, die van de ene inval in de andere loopt. Dat maakt hem voor velen als hoofd van de regering minder geschikt en aantrekkelijk.

Bolkestein wist dat natuurlijk net zo goed als ieder ander en heeft zich daarom voortdurend in hoogst vage bewoordingen over zijn eigen aspiraties naar het premierschap uitgelaten. Die vraag wilde hij pas kort voor de verkiezingen beantwoorden, hield hij steeds vol. En als zijn partij inderdaad de grootste zou worden, en daarmee de eerst aangewezene om de premier te leveren, beschikte de VVD over meer kandidaten. Jorritsma, de minister van verkeer, bijvoorbeeld, of Zalm, de populaire bewindsman op Financiën.

Valkuil
Vorige week heeft Bolkestein –waarschijnlijk in een laatste desperate poging de verkiezingen toch nog te winnen– voor het eerst een einde aan alle speculaties gemaakt: hij gaat voor het premierschap. Als de VVD de grootste partij wordt, dan is hij de enige VVD-kandidaat voor het hoogste politieke ambt. Erg happig bleek Bolkestein overigens niet. Hij bleef spelen met de gedachte dat Kok ook als premier kon aanblijven wanneer de VVD met een marge van één of twee zetels de verkiezingen mocht winnen.

Daarmee opende zich een nieuwe valkuil voor Kok. De verkiezingsleus van Bolkestein luidde daarmee in feite: „Stem op mij en u krijgt Kok als premier cadeau”. Listig en behendig wist Kok die zet te pareren, voor eens en voor goed. Als de VVD de grootste wordt, dan keert hij niet terug als premier. Hij weigert liberaal genadebrood te eten, had hij al eerder gezegd. Nu gaf Kok ook duidelijkheid over wat hij dan zal doen: hij keert terug als kamerlid wanneer Bolkestein wint. Dat moesten de keizers goed weten: een stem op Bolkestein leidt tot het vertrek van Kok.

In de RTL-uitzending waarin Bolkestein zijn onthulling deed, viel Kok overmand door vreugde direct uit zijn rol. Hij kraaide het uit van plezier. Want door zijn tactisch meesterlijke zet had hij Bolkesteins leus: “Stem op de VVD en u krijgt de heer Kok er gratis bij”, kunnen omzetten in een eigen leus: “Wie op de VVD stemt, krijgt de heer Bolkestein er gratis bij”. En Kok weet dat de meeste kiezers dat nu precies níét willen.

Trauma
In deze verkiezingscampagne is de PvdA door één zaak achtervolgd: het trauma van 1977. Toen won de PvdA de verkiezingen, maar ging zij tijdens de formatie aan arrogantie ten onder. Van Agt en Wiegel smeedden in een Haags restaurant een CDA/VVD-kabinet en Den Uyl kwam in de oppositiebankjes terecht. De kans dat dat drama zich voor de PvdA herhaalt, is nu echter heel klein. Woensdag gaat het vooral om de vraag hoe groot de marge tussen PvdA en VVD zal zijn en hoe de krachtsverhoudingen in een volgend kabinet zullen liggen (en daarom houdt Kok potentiële stemmers op de SP of GroenLinks ook voor dat zo'n uitstapje naar de oppositie tot een verzwakte PvdA en een sterke VVD leidt). VVD en CDA komen voor een coalitie te veel zetels tekort. Het enige alternatief dat zich kan aandienen is een coalitie van PvdA en CDA.

Daar kiest Kok vooralsnog niet voor. Hij gaat voor paars II. Hij weet dat dat zonder D66 onmogelijk is en daarom heeft hij de zwaar op verlies staande democraten toch maar alvast twee ministersposten in een volgend kabinet aangeboden, ongeacht het zetelaantal waarop de partij van Borst woensdag uitkomt. Het belangrijkste is echter dat de spagaat van Kok zijn partij in het centrum van de macht heeft genesteld. De touwtjes liggen bij de formatie in Koks handen. Dat moet een bijzondere ervaring zijn voor een politicus die tot nog toe nooit een verkiezing heeft gewonnen.