Kamerverkiezingen ’98 30 april 1998

AOV/Unie 55+-lijsttrekker Scheltens bereid tot samenwerking

„Aow'ers 45 gulden per week extra”

Door G. A. Vroegindeweij
DEN HAAG – De jaren 1994-1998 waren voor de ouderenpartijen zeer bewogen jaren. Twee partijen behaalden zeven zetels; na vier jaar vrij worstelen is het aantal zetels uiteraard hetzelfde gebleven, maar nu zijn er vijf groepen. De vrede schijnt nu getekend. Het Algemeen Ouderenverbond (AOV) en de Unie 55+ komen met één lijst uit en die willen na de verkiezingen gaan samenwerken met de Senioren 2000 van mevrouw Nijpels.

Dat is de intentie van AOV/Unie 55+-lijsttrekker drs. ing. A. H. Scheltens. De aanvoerder wil een streep zetten door het geruzie van de afgelopen jaren en een nieuwe start maken. Na de verkiezingen zal hij in ieder geval werkafspraken maken met de Senioren 2000. Als het AOV en de Unie zijn gefuseerd, mag het wat hem betreft op termijn komen tot zeer nauwe samenwerking met de ouderenpartij van mevrouw Nijpels.

De lijsttrekker van de AOV-Unie 55+-lijst gaat ervan uit dat er een goede toekomst is voor de ouderenpartijen. Hij trekt daarvoor een vergelijking van de opkomst van de arbeidersbeweging. „Zoals de arbeiders in het begin van deze eeuw zijn opgekomen voor hun rechten omdat er iets fundamenteel mis is, zo komt de ouderenbeweging van nu ook op voor haar achterban, want ook daar is iets structureel mis. Er wordt vandaag de dag zo veel nadruk gelegd op de mensen die productief zijn dat degenen die buiten het arbeidsproces staan er helemaal buiten vallen”.

Scheltens is hoopvol gestemd over de kansen voor de ouderenpartijen bij de komende verkiezingen. Het geruzie heeft weliswaar schade berokkend aan het imago van de partijen, maar de uitslagen bij de gemeenteraadsverkiezingen hebben niet alle moed weggenomen.

Thema
De ouderenpartijen richten zich naar eigen zeggen nu vooral inhoudelijk op hun campagne en op hun doelgroep. „We hebben een aansprekend thema: De aow moet in ieder geval met 45 gulden per week omhoog. Pas dan is de achterstand in koopkracht die de ouderen sinds 1980 hebben opgelopen, weggewerkt. Daarnaast is het wenselijk dat de aow'ers in de komende jaren ook profiteren van de toegenomen welvaart”.

Overigens wil Scheltens zich niet alleen spreekbuis maken voor de 65-plussers in ons land: „De mensen in de bijstand en andere groepen achtergestelden, zoals gehandicapten, moeten ook iets extra's krijgen.

Dergelijke voornemens kosten natuurlijk een lieve duit: 5 miljard gulden voor verbetering van de aow. En omdat de overheidsfinanciën net als een waterbed zijn –als je op de ene plaats duwt, komt er op de andere plaats een bobbel– zijn extra bezuinigingen nodig. „Het lijkt natuurlijk veel geld, maar als je ziet wat we per jaar met elkaar verdienen, namelijk 530 miljard, dan is het nog niet eens 1 procent, noem ik het geklets als we denken dat we het geld er niet voor hebben”.

„Om het extra geld te vinden dat de ouderenpartijen nodig hebben, moet er een stevige bezuinigingsronde plaatsvinden. In de eerste plaats zal het mes moeten in de subsidiestromen van het Rijk naar het bedrijfsleven. Verder moet de komende regering snoeien in de afdrachten aan de Europese Unie. Ook de ontwikkelingssamenwerking zou veel effectiever moeten. De omvang van de hulp moet hetzelfde blijven, maar het kan toe met veel minder geld. Het is goed en mooi om hulp te geven aan het buitenland –en dat moeten we ook zeker blijven doen– maar de Nederlandse regering moet weten dat hier in ons land ook vergeten groepen zijn, dat er een tweedeling bestaat en dat mensen onder de armoedegrens leven”.

Een maatregel die veel ouderen niet zo leuk zullen vinden, is het voorstel van Scheltens om de ouderen langer in het arbeidsproces te houden. „De helft van de groep werknemers tussen de 45 en 65 jaar neemt niet actief deel aan het arbeidsproces. In de groep van 55 tot 65 is dat percentage 85 procent. Dat kost veel geld. Als nu 10 procent van deze groep langer aan het werk blijft, levert dat miljarden aan besparingen op aan uitkeringen op. Daarnaast komt er extra geld binnen door de inkomstenbelasting. Overigens denk ik niet dat veel ouderen het erg vinden om langer door te gaan met werken”.

Scheltens vindt niet dat de ouderenpartijen overbodig zijn. „We hebben in de afgelopen jaren heel wat bereikt. Alle grote partijen hebben nu in hun programma's paragrafen opgenomen over de senioren. Onze taak in de komende vier jaar is erop toe te zien dat deze woorden ook in beleid worden omgezet. Het lijkt nu vanzelfsprekend om te spreken over de belangen van de senioren in onze samenleving. Dat was niet zo op het moment dat we in de Kamer kwamen”.

Zo zacht als boter
De lijsttrekker vindt dat de ouderenpartijen in de afgelopen jaren best het een en ander hebben bereikt. De instelling van een aow-fonds was een plan van de PvdA'er van Zijl? „Het AOV heeft reeds in 1994 op de noodzaak gewezen van een kapitaaldekkingssysteem om de aow financieren. Overigens ben ik niet tevreden over de vormgeving van het spaarfonds. Het is namelijk geen echte reservering. Het is een belofte om de staatsschuld op te laten lopen voor een bepaald bedrag. Dat is zo zacht als boter. Het is een virtueel fonds. Wij willen een echt beleggingsfonds, zoals pensioenfondsen dat doen. Dan heb je ook een veel hoger rendement”.

Scheltens wijst verder op de acties van de ouderenpartijen om de gebitsprothese terug te brengen in het Ziekenfonds en op de knellende situatie bij de opleidingen voor verpleegkundigen. „Er zijn onvoldoende mensen bereid om in de zorg te gaan werken. Dat komt door de te lage beloning”.

De invalshoek die de AVO/Unie 55+ kiest voor het te voeren beleid is vooral sociaal getint. „Wij hechten erg aan de ontplooiingsmogelijkheden en de vrijheden voor de mensen. Wij vinden het erg belangrijk dat de overheid een sociale omgeving voor haar burgers schept waarin zij zich kunnen ontplooien. Daarvoor is een sturende overheid nodig”.

Vanuit deze redenering komt Scheltens ook tot het standpunt dat burgers de keuzemogelijkheid voor euthanasie toekomt. Het initiatiefwetsvoorstel van de regeringspartijen om de strafbaarheid van het doden op verzoek onder strikte voorwaarden op te heffen, spreekt hem wel aan.

Samenwerking
Scheltens, die voor het eerst de gezamenlijke lijst trekt, is niet belast met de ruzies die de ouderenpartijen in het verleden maakten. Toch heeft hij ervaring in de 'ouderenpolitiek'. Hij zit namelijk sinds 1995 voor de ouderenpartijen in de Staten van Brabant. Samenwerking is hem op het lijf geschreven. Hij schroomt dan ook niet om uit te spreken dat hij na de verkiezingen zelfs werkafspraken wil maken met de Senioren 2000 van mevrouw Nijpels, vanouds de aartsvijanden van het AOV. Maar in eerste instantie wil Scheltens streven naar eenwording van het AOV met de Unie 55 +. Daarna komt nauwere samenwerking met de Senioren 2000 aan de orde.