Kamerverkiezingen 98 | 17 april 1998 |
Godfried Bomans bezocht verkiezingsavond SGPIn de zandbak van de politiekDoor B. J. Spruyt Ik dacht: dat kan best leuk worden. Je gaat naar al die zaaltjes waar de lijsttrekkers van de verschillende partijen gouden bergen beloven, en je zit je op de achterste rij in het donker te verkneuvelen, dacht Bomans toen hem in maart 1971 werd gevraagd om de verkiezingen van de Tweede Kamer te volgen, die op 28 april zouden plaatshebben. Zijn geestige en met gratie geschreven stukjes verschenen in Elsevier en zijn later gebundeld in het boekje De man met de witte das (1972). Die man met de witte das betreft overigens Bomans vader. Bomans' herinneringen aan hem gaan aan zijn beschouwingen vooraf. Vader Bomans was aan het begin van deze eeuw namelijk lijsttrekker van de Katholieke Staatspartij en werd in 1917 in de Tweede Kamer gekozen. Hij was, schrijft Bomans, zo verstandig om zijn toekomstige karikaturisten tegemoet te komen door in een onderdeel van zijn kledij een kleine afwijking aan te brengen. Dit was een witte das. Van zijn vele andere zonderlinge eigenschappen, waaronder die dat hij mijn vader was, sprong deze toch allereerst in het oog. Hij werd dan ook genoemd: De man met de witte das. Als een humorist als Bomans bekend als auteur van boeken als Erik, of het klein insektenboek en Pieter Bas politici gaat volgen en hen ironisch ontmaskert door hen te bekijken als mensen los van hun staatkundige beginselen, levert dat wat moois op. Ook zoveel jaren na publicatie zijn die artikelen nog uitstekend leesbaar. Want politici zijn nauwelijks veranderd. We hebben alleen geen auteurs meer die hen op dezelfde onnavolgbare wijze als Bomans dat kon kunnen neerzetten. Doffe knal Zo was Bomans in Assen getuige van een toespraak van CHU-lijsttrekker Udink. Udink was geen begenadigd spreker en wist dat zelf ook. Hij deed dan ook geen enkele moeite er wat van te maken. Dat laatste maakte hem in de ogen van Bomans wel sympathiek, maar dit verhindert niet dat het saai blijft. Udink sprak voor slechts vijftig mensen. Gek eigenlijk. Zo'n man is toch maar minister en heeft vermoedelijk een hoop te doen. Hij komt helemaal met een auto uit Den Haag, een vaantje op het spatbord, en vindt dan in Assen vijftig mensen, hoewel zijn hoofd op alle plaatselijke sigarenwinkels is vastgeplakt. In de tijd van Bomans vader was dat nog heel anders geweest. De zalen zaten toen nog vol en de lijsttrekker schreed onder een donderende ovatie naar het spreekgestoelte. Het was eigenlijk al gebeurd voordat hij iets gezegd had. Geeuw PvdA-lijsttrekker Den Uyl sprak in Bergen op Zoom in een zaaltje waarin een poster hing met het advies Op socialisten! Sluit de rijen!, wat hen vrij gemakkelijk viel, constateerde Bomans, want de omvang van het zaaltje was precies op de zeventig bezoekers berekend. Den Uyl maakte de fout dat hij voortdurend veel te nadrukkelijk sprak, alsof alles wat hij zei van het grootste belang was. Hoe fout dit was, bleek telkens wanneer Den Uyl een spits beklommen meende te hebben en even hoopvol wachtte op een instemmend applaus. Dit bleef echter uit, niet uit onwil, maar omdat de toehoorders in dit slopend landschap van louter toppen niet in de gaten hadden dat hier iets extra hoogs beklommen was. Bij zijn spelen in de zandbak van de Nederlandse politiek sloeg Bomans de gereformeerden niet over. In Capelle aan de IJssel woonde hij een bijeenkomst van de SGP bij. Er waren geen vrouwen. Het openingswoord van de voorzitter was zo lang dat ik hem voor de eigenlijke spreker aanzag, maar hierin vergiste ik mij, want dat bleek dominee Abma te zijn. Tijdens bewogen passages, zag Bomans, legde Abma even de hand op het hart, hiertoe telkens de rechterzijde van zijn vest kiezend. Een zo ver doorgevoerde afkeer van links is niet zonder neurotische trekken. Iets hartigers Zo hoorde Bomans ook nog Wiegel (VVD) in Zandvoort, Van Mierlo (D66) in Amersfoort, Van der Stee (KVP) in Weert en Bakker (CPN) in Enkhuizen. Aan het slot van zijn tournee concludeerde Bomans dat het spel van de Nederlandse politiek niet tot zijn speciale hartstochten behoorde. Alle partijen beweren zo ongeveer hetzelfde. En de verkiezingsstrijd is natuurlijk een warboel. Maar die hebben de kiezers zelf eigenlijk veroorzaakt. We laten politici opdraven om te zeggen hoe zij onze problemen, waarvan wij zelf de schuld zijn, gaan oplossen. En als ze dat niet lukt, spreken we over de onmacht van de politiek. |