Zonsverduistering 19997 augustus 1999

Maanschaduw scheert rakelings langs Nederland

Twee minuten zonder zon

Door J. Reijnoudt
Een zonsverduistering; dat is in sterrenkundig opzicht net zo'n normaal verschijnsel als de afwisseling tussen dag en nacht of de voortdurende opeenvolging van de seizoenen en volstrekt vergelijkbaar met een maansverduistering. Toch maakt een totale zonsverduistering telkens weer emoties los, niet alleen bij primitieve volken. Daarnaast leven er veel praktische vragen. Hieronder volgt een tiental, met de antwoorden.

De laatste totale zonsverduistering van de eeuw is aanstaande. Tientallen miljoenen mensen drommen volgende week woensdag samen op een smal strookje Europa, daar waar de schaduw van de maan even de aarde raakt.

  Is een totale zonsverduistering dan zo'n zeldzaamheid?
Ja en nee. Gezien over de hele aarde valt er minstens twee keer in een jaar een zonsverduistering te beleven. Vaak gaat zo'n verduistering –eclips zeggen sterrenkundigen– ongemerkt voorbij omdat het verschijnsel zich voltrekt op een nauwelijks te bereiken plaats, ergens op de Grote Oceaan of ver landinwaarts op Antarctica.

Voor een bepaalde plaats op aarde is een eclips beslist een zeldzaamheid. Er is slechts een kleine kans dat iemand in zijn leven er thuis voor de deur eentje meemaakt. Zo was de laatste totale zonsverduistering in Nederland zichtbaar op 3 mei 1715 en de eerstvolgende ringvormige verduistering –dan is er om de hele maan nog een ring van de zon zichtbaar– is berekend voor 23 juli 2090. Een totale eclips in ons land staat pas weer voor 7 oktober 2135 op de astronomische kalender.

Gedeeltelijke verduisteringen, waarbij meer dan driekwart van de zon achter de maan verdween, deden zich deze eeuw in Nederland voor op 17 april 1912, 8 april 1921, 24 januari 1925, 29 juni 1927, 30 juni 1954 en 15 februari 1961.

  Waar moet je zijn voor de beste waarneming van deze zonsverduistering?
Een ding is duidelijk: niet in Nederland.

In tegenstelling tot de situatie bij veel andere totale verduisteringen is nu het gebied van de totaliteit makkelijk aan te reizen. De maanschaduw scheert, astronomisch gezien, rakelings langs ons land. De zon gaat helemaal schuil achter de maan in Zuidwest-Engeland (Cornwall), Noord-Frankrijk, het zuidelijke puntje van België en Luxemburg, Zuid-Duitsland en een deel van Oostenrijk, Hongarije, Roemenië en Turkije. Wat het weer betreft: hoe verder van de Atlantische Oceaan, hoe geringer de kans op bewolking.

  Waarom zou ik naar de totaliteitszone gaan, terwijl thuis een bijna totale verduistering is te zien?
Hier gaat weliswaar meer dan 90 procent van de zon achter de nieuwe maan schuil, maar iemand die eens een totale eclips heeft meegemaakt, zegt dat een gedeeltelijke zonsverduistering geen echte eclips is. Halfvol is altijd nog halfleeg en bijna zwanger is helemaal niet zwanger, dat soort uitspraken bezigen eclipsjagers.

Er ligt een wereld van verschil ligt tussen 98 en 100 procent verduistering. Zelfs het kleinste sikkeltje zon verspreidt een zee van licht en dat verbleekt, letterlijk, alle pracht van een totale eclips.

De eclipsjager ziet met spanning uit naar de laatste seconden voor de totaliteit. Aanvankelijk tekent de maan zich messcherp op de zon af, maar in die seconden blijkt dat het maanlandschap van bergen en dalen een rafelige rand is. De laatste lichtstralen die door die dalen op aarde vallen, staan bekend als de ”Parels van Baily” of de diamantring.

Dan staat ineens een stralenkrans van hete gassen rond een zwart gat te schitteren: de corona van de zon. Die is alleen zichtbaar als de maan de zonneschijf volledig afdekt. De gassen hebben een temperatuur van enkele miljoenen graden Celsius en de vorm van de corona valt nooit te voorspellen. Niet zelden tekenen zich vlammen van miljoenen kilometers hoogte af tegen de donkerblauwe hemelkoepel.

Waarschijnlijk is het in de totaliteitszone ook donker genoeg om enkele heldere sterren waar te nemen. Zeker is dat –als bewolking niet stoort– de planeet Venus links onder de zon duidelijk oplicht. Rechts staat, iets minder helder, Mercurius. In de eerste seconde na de totaliteit verschijnt weer de diamantring. In Nederland is misschien ook Venus te zien, maar de Parels van Baily, de schitterende corona en sterren op klaarlichte dag: dit alles mist de waarnemer van een gedeeltelijke verduistering.

  Zie je bij bewolking niets van de zonsverduistering?
Jawel, ook als het een hele dag bewolkt is, nemen we immers makkelijk waar dat de schemering invalt. Zoiets gebeurt ook bij een totale eclips. Op de plaats van de verduistering is het zonder bewolking niet veel lichter dan in een nacht met volle maan. Ook al is de eclips in Nederland maar gedeeltelijk, bewolking zal het effect niet verminderen.

Het omgekeerde is eerder waar. Bij zware bewolking zal dat laatste restje zonlicht het aardoppervlak niet meer kunnen bereiken en valt de duisternis in. Het is dan zo donker als in een maanloze nacht. Die situatie zal, rond het tijdstip van de maximale verduistering om 12.27 uur, zeker twintig minuten duren.

  Hoe lang duurt een zonsverduistering?
Een totale verduistering heeft een maximale lengte van 7 minuten en 31 seconden. Dat is een door astronomen berekende waarde, maar die is tot nu toe nooit gehaald. De langste eclips ooit, 7 minuten en 8 seconden, beleefden de Filipijnen op 20 juli 1955. De zonsverduistering van woensdag is met een maximum van 2 minuten en 23 seconden –even ten westen van Boekarest, in Roemenië, maar een korte. Voor Noord-Frankrijk en Zuid-Duitsland duurt de totaliteit tussen de 2 minuten en 9 seconden en 2 minuten en 20 seconden. De breedte van het pad waarover de maanschaduw zich beweegt, is maximaal 103 kilometer.

In Nederland begint de verduistering om 10.11 uur. De maan raakt dan de zon aan de rechterbovenkant. Om 12.28 uur is de verduistering maximaal: 90 procent in Groningen en 97 procent in Maastricht. Pas om 13.48 uur is de zon weer 'vol'.

Op onze planeet duurt de verduistering in totaal 3 uur en 7 minuten. In die tijd raast de schaduw van de maan met een snelheid van 2850 kilometer per uur van west naar oost over de aarde, vanaf het noorden van de Atlantische Oceaan, waar hij voor het eerst de aarde raakt, tot in India.

  Hoe ontstaat een totale eclips
De nieuwe maan schuift op haar maandelijkse omloop om de aarde precies tussen onze planeet en de zon. Nu gebeurt dat elke maand, maar bijna altijd staat de maan dan net iets te hoog of juist een beetje te laag aan de hemelkoepel. Vrijwel altijd schijnt de zon dan dus over de maan heen of er onderdoor en zien we dus niets van de nieuwe maan, want zo heet die schijngestalte waarbij we niets van de maan zien.

Standaardrepetitievraag van de aardrijkskundeleraar: Wanneer is de nieuwe maan te zien? Enig juiste antwoord: Alleen bij een zonsverduistering; dan kijken we tegen de achterkant van de nieuwe maan.

  Wat is de beste manier om naar de verduisterde zon te kijken?
Elke kijker moet zijn ogen goed beschermen. Ook tegen dat laatste restje zonnestralen dat nog net langs de maan scheert. De enige juiste oogbescherming is een eclipsbrilletje. Met onbeschermde ogen naar de zon kijken, kan in enkele seconden onherstelbare schade aan het netvlies opleveren. Niet veilig zijn hulpmiddelen als een cd-schijfje of een stukje beroet glas. De cd laat ultraviolette straling door en het roet is snel beschadigd en het laat infrarood licht door als de laag niet dik genoeg is. Wie echter geen eclipsbril te pakken kan krijgen, doet er goed om toch een stukje glas goed te beroeten. Dat is altijd nog veiliger dan een strookje onbelichte film of een zwart negatief. Van lasbrillen zijn alleen exemplaren van factor 14 en hoger vertrouwd. Dikke bewolking biedt het oog ook voldoende bescherming, maar dunne sluiers laten te veel schadelijke zonnestralen door.

Niet elk eclipsbrilletje heeft een juiste gebruiksaanwijzing. De grootste onzin staat op het exemplaar van Kodak: „...moet gedragen worden tijdens alle fasen –gedeeltelijk of volledig– van een eclips.” Juist de totale fase is schitterend maar niet zichtbaar door een eclipsbril. Verder geldt: Eerst het brilletje opzetten en pas dan de zon opzoeken. Niet langer dan 20, 30 seconden achtereen kijken en dan, voor het afnemen van de bril, eerst de blik naar de grond. Dat is iets wat zeker ook kinderen moeten weten. Het is ook makkelijk en leuk om dat bijvoorbeeld vandaag al even te doen. Een goede bril biedt ook een mooi beeld van de volle zon. Maar het mag ook weer geen speelgoed worden. Een nagelschrap of aanraking met een scherp voorwerp kan al onzichtbare schade aan het 'glas' opleveren. Het brilletje dient dus tot woensdagmorgen in een envelop of plastic hoesje te zitten.

  Is de zonsverduistering makkelijk te fotograferen?
Nee, beslist niet. Het advies van ervaren eclipsjagers aan amateurfotografen is altijd: verlies geen kostbare kijktijd; de verduistering duurt zo kort dat het risico groot is dat je druk bent met je apparatuur en niets ziet van wat er om je heen in de natuur allemaal gebeurt. Bovendien: in verhouding tot de professionals schiet je waarschijnlijk maar matige plaatjes.

Met een 'gewoon' automatisch werkend fototoestel is het zinloos om de verduistering vast te leggen. De zon is dan op de foto niet veel groter dan een punaise en het toestel wil flitsen vanwege de invallende duisternis. Ook de bezitter van een spiegelreflexcamera moet iets meer hebben dan de standaarduitrusting. Vanzelfsprekend een degelijk statief. Verder zou een 200-millimeterlens mooi zijn, nog leuker is een 600- of 800-mm-lens. Dan staat er tenminste een zichtbare zon op de foto. Een speciaal grijsfilter is van groot belang om beschadiging aan de ogen te voorkomen. Ook hier is een waarschuwing op zijn plaats: valt er ongefilterd zonlicht door de zoeker, dan kan onmiddellijke blindheid het gevolg zijn. Het lenzenstelsel van een camera, en ook van een telescoop of verrekijker, werkt als een brandglas. Voor de juiste belichtings- en sluitertijden wende men zich tot de vakfotograaf, die ook de juiste filmsoort in huis heeft. Voor video-opnamen geldt eveneens: gebruik een statief, een goed filter en een camera met een groot zoombereik.

Dit antwoord is natuurlijk niet van toepassing op het fotograferen van de omgeving. Het is zelfs makkelijk en ook aan te bevelen om met een vaste tussentijd van bijvoorbeeld 5 minuten tussen 12.00 uur en 13.00 uur de omgeving vast te leggen. Wie dat telkens met gelijke sluitertijd en hetzelfde diafragma doet –automatische toestelletjes zijn dus ook hier onbruikbaar– krijgt het verloop van de invallende schemer en de wegtrekkende verduistering mooi in beeld.

  Wat gebeurt er in de natuur?
Veel. Geef daarom ogen en oren goed de kost, zeggen ervaren waarnemers. Zij die de verduistering van 1954 bewust hebben meegemaakt weten het: bloemen sluiten, de kippen gaan op stok, vogels zoeken hun nest op en vleermuizen scheren door de tuin, want nachtdieren denken dat de dag erop zit.

Ondertussen wakkert de wind aan. De temperatuur daalt namelijk merkbaar een aantal graden, waardoor de luchtdrukverdeling vrij plotseling verandert. Dat zorgt voor meer wind.

  Zal het mij wat doen, zo'n zonsverduistering?
Wellicht.

Zij die nu nog schouderophalend reageren, moeten waarschijnlijk achteraf bekennen geraakt te zijn. De ervaren Nederlandse astronoom prof. dr. C. de Jager dacht ook een routinewaarneming te zullen doen, maar na zijn eerste geslaagde eclipstocht tekende hij op: „Het werd me vreemd te moede. Ik voelde me getuige van een onwerkelijk bovennatuurlijk schouwspel tot, na 3 minuten, het licht terugkeerde. Het was alsof ik een stem hoorde die sprak: Sterveling, ga nu heen, je hebt een wonder mogen ervaren.”