De Nieuwe Bijbelvertaling van 2002 | 14 januari 1998 |
Ds. Van der Meij: Niet herzien, maar verstaanbaar overdragenDe oude schat in eigen woordenDoor K. van der Zwaag Ds. Van der Meij wil vooropstellen dat de gereformeerde gezindte geen bezwaar heeft tegen nieuwe bijbelvertalingen als zodanig. Dat bewijst de praktijk op de zendingsvelden, waar die bereidheid steeds aanwezig was en is. Het zou voor mij ook een weldaad zijn wanneer we over een Bijbel konden beschikken die de taal van onze tijd spreekt en niet die van de zeventiende eeuw, met alle hindernissen die dat laatste met zich meebrengt. Maar ik vraag me af of de schadepost niet groter is dan de winst, zo vervolgt de predikant. We kunnen toch ook niet zeggen dat de Statenvertaling echt onbegrijpelijk is. Het is geen Chinees boek, maar een Bijbel met Nederlandse woorden, al zal zeker een aantal mensen erover struikelen. Een ander aspect dat mij tot voorzichtigheid noopt, is het feit dat de Tukker-Bijbel, nog maar twintig jaar na dato, nu al weer ongeschikt blijkt te zijn voor de jongere generatie. In iedere vertaling zit een stuk onvolkomenheid en mensenwerk. Je moet daarom niet doen alsof de Statenvertaling haast een rechtstreekse openbaring uit de hemel is. We weten hoe er met de vertaling is geworsteld en dat ook Calvijn soms spreekt van duistere plaatsen in de Schrift. Beducht De kloof tussen de Statenvertaling en onze tijd moeten we niet los zien van de hele context van de geestelijke vervreemding van Gods Woord. De beeldcultuur heeft de rol van de Schrift overgenomen. En je kunt dat laatste niet oplossen met steeds weer nieuwe vertalingen. Als ik de kerken zie die voorop hebben gelopen met nieuwe vertalingen, vraag ik me af: Welke vruchten heeft dat afgeworpen, zowel intern, geestelijk, als extern, naar de wereld toe? Kun je zeggen dat jongeren in deze kerken meer mee hebben gekregen? Als ik dat duidelijk kon zien, dan was ik meer bereid om nieuwe vertalingen te accepteren. Daarbij komt voor de Driebergse predikant ook de vrees voor polarisatie en kerkelijke verwarring. Het lijkt me gezien de toestand van de Hervormde Kerk en de controverse in eigen gelederen een kerkelijke toer om nu met een nieuwe vertaling te komen. Binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken is de bereidheid tot aanvaarding van de Nieuwe Bijbelvertaling 2002 reëel aanwezig, terwijl de rechterflank van onze kerken de Statenvertaling zal handhaven. Ook daar zal de verdeeldheid toenemen. Parafrase Ds. Van der Meij blijft van mening dat veel woorden in de Bijbel een eigen inhoud hebben, die niet in de moderne omgangstaal is weer te geven. Neem de bekende woorden uit Jeremia 31 vers 20: Daarom rommelt Mijn ingewand over hem. Dat heeft niets te maken met een luidruchtige spijsvertering, maar het duidt op de barmhartigheden die bij God van binnenuit komen. Kohlbrugge, die heel goed thuis was in oosterse talen, vergelijkt dat met de geluiden van een kameel in de nabijheid van haar veulen. Welke vertaling je ook kiest, je moet dit oosterse beeld toch altijd uitleggen. Eigen woorden Luther is daar heel ver in gegaan, zonder de majesteit van God te vergeten. Ik vraag me af of wij nog verstaanbaar met de wereld kunnen praten. Als ik met daklozen en zwervers praat, stuit je op de vraag of we als mensen van de kerk nog wel normaal kunnen spreken. Wanneer ik de grondtekst lees, blijkt deze veel gewoner te zijn dan de taal van de Statenvertalers, die vooral deftig wilden vertalen. Dat is hun keus geweest. Maar voor mij hangt het geestelijke leven er niet van af en het is ook niet wezenlijk voor een vertaling. Ik zou graag een eigentijdse vertaling willen, helemaal in de geest ook van Luther. Maar ja, waar haal je die van- daan? Ik geloof niet in de sfeer van nu of nooit, anders verliezen we het contact met de jongeren. Als de Bijbel ingewikkeld is geworden door haar cultuur en context, moet je die uitleggen, en dat moeten we in ronde Hollandse woorden doen. Dat kan alleen wanneer je er innerlijk van overtuigd bent en weet waarover je spreekt. De Statenvertaling is voor mij een levend en uniek monument. Het opknappen van de Statenvertaling heeft iets weg van het plaatsen van een dakkapel op oude huizen aan de Amsterdamse grachten. Dat staat eigenlijk niet. En of het nu echt zo veel meer leefruimte geeft, is voor mij nog maar de vraag. Over het thema Nieuwe bijbelvertaling volgt morgen als laatste artikel een interview met mevrouw drs. M. A. Buitink-Heijblom, docente Oude Testament aan de Christelijke Hogeschool Ede. |