Statenstemmen 23 februari 1999

De Bondt: We hebben met succes wijzigingen doorgevoerd

„Gelderland heeft wel
invloed op het rijksbeleid”

Door B. J. H. H. van Daalen
ARNHEM – „Gelderland heeft wel degelijk invloed bij het Rijk als het gaat om grote infrastructurele werken, zoals de Betuwelijn en de hsl. De provincie voerde met succes essentiële wijzigingen door in het plan voor de Betuweroute,” aldus de Gelderse gedeputeerde J. de Bondt.

Uit een onlangs gehouden enquête onder statenleden door het Reformatorisch Dagblad bleek dat driekwart van de geïnterviewden vindt dat de provincie te weinig in de melk te brokkelen heeft bij de totstandkoming van infrastructurele projecten. In Flevoland was de kritiek het grootst (87 procent). Waarschijnlijk als gevolg van de problemen rond de aanleg van de Zuiderzeespoorlijn.

Ook Zeeland en Zuid-Holland (beide ruim 80 procent) springen eruit. Opmerkelijk is dat Gelderse statenleden milder zijn over het Rijk, ondanks de problemen rond de aanleg van de hsl.

Gedeputeerde De Bondt kan de gematigde kritiek van 'zijn' statenleden wel verklaren. „Gelderland heeft wel degelijk invloed gehad op het regeringsbeleid. Natuurlijk ben ik het met de statenleden eens als het gaat om beslissingen die het Rijk wegens nationaal belang neemt. In die zin hebben we niets in de melk te brokkelen, maar dat is ook logisch. Aan de andere kant heeft Gelderland eisen op tafel kunnen leggen die voor een groot deel zijn gehonoreerd.” Het Gezamenlijk Bestuurlijk Overleg (GBO), bestaande uit een vijftigtal gemeenten en de provincies Gelderland en Overijssel, kwam met in totaal 142 nieuwe ideeën.

Definitief
De aanleg van Betuwelijn is definitief. De goederenlijn tussen Rotterdam en het Duitse Ruhrgebied moet in het jaar 2005 gereed zijn. Het Rijk reserveerde ongeveer 10 miljard gulden. Aanpassingen die de provincie Gelderland eiste, zorgden ervoor dat het investeringsbedrag met 5 miljard gulden is verhoogd.

De Bondt noemt enkele voorbeelden. „Het Rijk had de Betuweroute in een zo recht mogelijke lijn gepland, zonder te letten op de huidige infrastructuur. De provincie wilde het spoor maximaal bundelen met de A15 om efficiënter met het vervoersnetwerk om te gaan. Dat is nu gebeurd.”

Volgens de gedeputeerde stelde het Rijk voor de Betuwelijn op een spoordijk van een meter of 6 hoog aan te brengen. „Dat zou voor een afschuwelijke muur in het landschap zorgen. Op dit moment zijn we zover dat de rails op veel plekken op maaiveldniveau worden aangelegd. Ook zijn er stukken ondergronds gepland.”

Het Rijk wilde kruisingen van spoor- en snelweg oplossen met de aanleg van bruggen. Gelderland zag dat niet zitten. „De Betuwelijn zou er dan uitzien als een bultentocht.” De provincie Gelderland pleitte ervoor belangrijke kruisingen van de spoorlijn met andere infrastructuur in de grond te laten zakken.

Een andere wijziging is de aanleg van een tunnelbak bij Zevenaar. „Zonder de inbreng van de provincie zou de spoorlijn in de toekomst overlast veroorzaken bij de omwonenden.” Door ingrijpen van het provinciebestuur werd de geluidssterkte gereduceerd van 60 naar 57 decibel. „Dat lijkt weinig, maar het is een halvering van de geluidsoverlast.”

Vuist
De provinciebestuurder pleit ervoor dat provincies meer met lagere overheden in gesprek gaan. „Gezamenlijk kun je een vuist maken tegen plannen van het Rijk. Neem nou Ede. De gemeente wilde niet dat het spoor midden door het dorp zou lopen. De huidige spoorlijn zorgt ervoor dat Ede in twee stukken is opgedeeld. Samen met Gelderland stelde Ede voor de rails in een tunnelbuis te laten lopen. De gemeente zou dan op de tunnel huizen kunnen bouwen, zodat daarmee de hogere kosten van een dergelijke constructie kunnen worden gefinancierd.”

Alles leek voor de provincie Gelderland voorspoedig te gaan. Tot vorig jaar. Het kabinet besloot in het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) de aanleg van de noordoostelijke verbinding even uit te stellen. Dit zou betekenen dat goederentreinen in de toekomst voorlopig over bestaand spoor door de Achterhoek naar de Duitse grens zouden moeten rijden.

Voor de aanliggende gemeenten is dat onaanvaardbaar, ook voor de provincie Gelderland. „Bij vertraging van de noordoostelijke verbinding tast dat de leefbaarheid van veel Gelderse inwoners aan”, vindt de provinciebestuurder. Gedeputeerde De Bondt kwam eind vorig jaar met het idee de aanleg van de noordelijk aftakking van de Betuwelijn voor te financieren. De provincie zou daarvoor ongeveer 3,5 miljard gulden kunnen lenen aan het Rijk.

Voorstel
Het collegelid van gedeputeerde staten lobbyde –buiten de provincie om– om gemeenten achter zijn voorstel te krijgen. De provincie Overijssel en zo'n vijftig gemeenten sloten zich aan. Ze verenigden zich in het Gezamenlijk Bestuurlijk Overleg (GBO). Ze schreven een brief naar de verantwoordelijke minister Netelenbos van verkeer en waterstaat.

De handelwijze van De Bondt zette bij de provincie Gelderland kwaad bloed. De meerderheid van de statenleden vond dat de proviniciebestuurder te voorbarig was om geld voor te schieten zonder dat ze er wat vanaf wisten. De Bondt: „Ik kon niet anders, maar ik moest de beslissing nemen uit strategisch oogpunt. Statenleden staan iets verder af van de politieke werkelijkheid van Den Haag. Daarom kan ik mij voorstellen dat ze vraagtekens bij een dergelijke beslissing zetten. Overigens zijn de meesten er nu wel van overtuigd dat het een goede besluit was.”

De statenleden dreigden ook iedere medewerking aan de Betuweroute stop te zetten. Het provinciebestuur was het daar niet mee eens. „Rijksbeleid afblazen kan natuurlijk nooit. We zitten in de eindfase van de bestuurlijke besluitvorming,” betoogt De Bondt.

Geen illusie
Volgens de provinciebestuurder moet Gelderland ook niet de illusie hebben de komst van de Betuwelijn tegen te kunnen houden. „Alleen de regering heeft die bevoegdheid. Tegenwerking van onze kant zou het voor Gelderland alleen maar moeilijker maken om wensen gehonoreerd te krijgen.” Met de voorgestelde voorfinanciering wil De Bondt vervoer over bestaand spoor zo kort mogelijk laten duren. „We kunnen tegen de gemeenten zeggen dat de overlast van korte duur is.”

De actie van De Bondt schoot ook in het verkeerde keelgat van de 'gedupeerde' gemeenten Angerlo, Vorden, Doesburg, Hummelo en Keppel en Steenderen. Volgens hen is onvoldoende aangetoond dat de aanleg van de Betuwelijn noodzakelijk is.

De Bondt is het daar niet mee eens. „De noordtak moet er komen. We hebben te maken met capaciteitsproblemen. Kijk maar op de snelwegen. Goederenvervoer over de weg zorgt voor overlast. Dé oplossing is om de goederen die naar Twente, Noord-Nederland en Duitsland moeten over rails te verplaatsen.”