Statenstemmen 18 februari 1999

Partijvoorzitter Frissen vreest 3 maart „desastreus lage opkomst”

Limburgse CDA'ers willen eigen
regio „meer inkleuren”

Door A. Ermstrang
ARCEN – Streven naar afscheiding, de vergaderingen verroomsen en te nadrukkelijk de politieke koers van het CDA stempelen. L. Frissen, voorzitter van het CDA in Limburg, werd de afgelopen weken overladen met verwijten. Hij zou aan de wieg staan van een beweging die de zuidelijke provincies een aparte politieke status wil verlenen en de Tweede-Kamerleden voorafgaand aan de statenverkiezingen met vakantie wil sturen. „Er is me veel in de mond gelegd”, aldus Frissen, die op 3 maart vreest voor „een desastreuze opkomst.”

De zuiderlingen willen meer invloed in de partij, zo gaf de nieuwe voorzitter van de afdeling Limburg in december aan. Een eigen regionaal kantoor, een eigen wetenschappelijk bureau, meer Limburgse kamerleden. Het balletje ging aan het rollen, want kort daarna reageerde de Brabantse kamerkringvoorzitter. Die zei ervan „te balen om bij de statenverkiezingen afhankelijk te zijn van het nationale beeld.” Hij was het die meende de landelijke partijtop een maand voor de statenverkiezingen met vakantie te moeten sturen. De discussie over een lossere band met de landelijke partij was geboren. In diverse publicaties werd de Beierse CSU, die op nationaal niveau samenwerkt met de Duitse CDU, al als voorbeeld genoemd.

L. (Leon) J. P. M. Frissen (48) zelf luisterde met verbazing naar de reacties die zijn opmerkingen losmaakten. In zijn werkkamer in het Limburgse Arcen en Velden, waar hij 4,5 jaar geleden tot burgemeester werd benoemd, licht hij zijn ideeën toe. Ideeën die slechts gedeeld blijken te worden door statenleden in Limburg en, in wat mindere mate, Noord-Brabant. Bovendien vindt de gedachte aan een zekere zelfstandigheid in de provincie alleen weerklank bij het CDA, zo blijkt uit de resultaten van een enquête die deze krant onder statenleden hield. Is er dan toch sprake van een CDA-probleem en knappen de zuiderlingen af op het rationele noorden en westen?

Inkleuren
„Ik heb nooit de CSU als voorbeeld genoemd. Maar wat duidelijk moet zijn, is dat het hart van het toekomstige Europa steeds meer in regio's en steeds minder in naties gelegen zal zijn. Die ontwikkeling zal zich de komende jaren voortzetten. Daarbij lopen grensgebieden voorop. Dat is ook niet verwonderlijk, want het natiegevoel in die streken is veel minder sterk dan in het centrum van het betrokken land. Dat zie je bijvoorbeeld in de Elzas, in het alpengebied en in Brabant en Limburg. Die provincies zijn veel meer toevallig bij zo'n natie terechtgekomen”, aldus Frissen.

Hij greep de CDA-paragraaf over gespreide verantwoordelijkheid in het programma aan om zijn hart te luchten. „Ik heb zelf als medewerker op het landelijk partijbureau de fusie van KVP, ARP en CHU meegemaakt. Centralisatie was toen onmisbaar. We zijn nu volwassen geworden en zullen in Europa meer met regio's te maken krijgen. Dan is er toch niks mis mee als je die verscheidenheid wat dieper inkleurt?”

Limburg hoeft van Frissen niet altijd „door Haagse regeltjes gestuurd te worden. Er wonen hier 1,1 miljoen mensen die zelf op bepaalde terreinen hun zaken best kunnen regelen.” Dat men elders in ons land zijn opvattingen niet deelt, verwondert hem niet. „Vanuit de historie wordt er in andere provincies wat centralistischer gedacht.”

Spannend
Frissen geeft toe dat bij zijn opmerkingen „natuurlijk” een zekere angst voor de ontwikkelingen binnen het CDA heeft meegespeeld. In het zuiden wordt de afkalving van het christen-democratische blok met argusogen gadegeslagen. Ook om die reden is een meer op de provincie of regio afgestemde koers wenselijk. In Limburg wordt het vooral voor het CDA bijzonder spannend. Blijven de christen-democraten de grootste partij of niet? Landelijk vertaald zou het CDA nu naar een tweede plaats zakken, maar Frissen meent dat plaatselijke en regionale omstandigheden dit beeld nog wat kunnen wijzigen ten gunste van zijn partij. Ook de collegevorming speelt een rol. „Al jaren werken we hier met een harmoniemodel, met vertegenwoordigers van alle grote partijen in het college van Gedeputeerde Staten. Ook toen wij een grote meerderheid bezaten, was dat het geval. De huidige lijsttrekker van de VVD is evenwel een rabiate CDA-tegenstander. Hij heeft het nog steeds over het breken van de macht van het KVP-bolwerk en zal er geen punt van maken ons buiten het college te houden. Bij de PvdA ligt dat gelukkig anders.”

Frissen vreest een zeer lage opkomst. „De geloofwaardigheid van de overheid is de laatste weken extra geschaad door de uitkomsten van de Bijlmerenquête. We mogen blij zijn als 50 tot 60 procent van de kiesgerechtigden naar de stembus komt.”

Conservatief
Overigens zijn de landelijke kopstukken welkom in het zuiden. Zoals in Brabant de campagne met De Hoop Scheffer van start ging, was de CDA-voorman ook aanwezig bij een recente familiedag van de christen-democraten in Limburg. „Natuurlijk blijft de landelijke politiek de toon zetten. Het gaat om thema's zoals veiligheid, asielbeleid en de drugsproblematiek. Dat is natuurlijk ook gekoppeld aan het gebrek aan bevoegdheden bij de provincie. Er is nauwelijks een eigen belastingregime en de agenda wordt door de landelijke politiek bepaald.”

Tijdens zijn pleidooi voor wat meer zelfstandigheid noemde Frissen het CDA-beleid sociaal-conservatief. Die opmerking ontketende binnen het CDA een storm van protest. „Ik vind conservatief geen beladen term. Het moreel-ethische deel van het programma, de thema's over gezin, trouw, verhouding werkgevers en werknemers en zorg, is toch conservatief? Ik sta daar helemaal achter. Had ik dat dan niet mogen zeggen?”

Bijbelgedeelte
Het kon niet op. Onlangs was de persoon Frissen opnieuw onderwerp van gesprek toen hij aankondigde de partijvergaderingen voortaan niet meer te openen met het lezen van een bijbelgedeelte. De Limburgse bladen stonden vol met ingezonden brieven toen een dagblad kopte dat „Frissen het gebed wil afschaffen.”

Frissen: „Voor de CDA-fusie werden veel politieke vergaderingen bij de KVP niet met het lezen uit de Bijbel begonnen. Dat is veranderd na de vorming van het CDA. Door de protestants-christelijke denkwereld, waarin het Woord heel belangrijk is. De katholieke cultuur is meer op symbolen en beelden gericht. Bij heel belangrijke politieke gebeurtenissen werd er wel een eucharistieviering vooraf gehouden. Meer niet. Ik wil terug naar die tijd.”

Bovendien vraagt de CDA'er zich af of de gedachten van de voorzitter van de CDA-jongeren, Teusjan Vlot, geen verdere doordenking verdienen. Die bepleitte recentelijk een afschaffing van alle christelijke gebruiken en symbolen in de politieke vergaderingen. Om jongeren in deze tijd van secularisatie bij het CDA te houden. „Als wat er nu gebeurt een soort van ritueel wordt en als er niemand luistert, moet je dat aan de orde durven stellen. Hier in Arcen hebben we bijvoorbeeld een ambtsgebed dat qua inhoud helemaal niet is afgestemd op het heden. Ik pleit overigens niet voor afschaffing, maar voor een modernisering ervan. Zoals het ambtsgebed dat in de Provinciale Staten van Limburg wordt uitgesproken. Dat sluit veel beter aan op de werkelijkheid.”