Provinciebestuurders willen meer invloed
Statenleden ontevreden over kabinetsbeleidVan onze regioredactie APELDOORN Veel leden van Provinciale Staten zijn ontevreden over onderdelen van het kabinetsbeleid. Vooral het geharrewar over grote infrastructurele projecten roept boosheid op bij bijna driekwart van alle provinciebestuurders. Ook vindt een ruime meerderheid (bijna 70 procent) dat het Rijk onvoldoende taken afstoot. Dat blijkt uit een enquête die deze krant hield onder de leden van Provinciale Staten in ons land. In verband met de ophanden zijnde verkiezingen op woensdag 3 maart, werden de ongeveer zevenhonderd zittende statenleden met een reeks stellingen geconfronteerd. Zo werd hun mening gepeild over de overdracht van taken en bevoegheden richting de provincie én (vanuit de provincie) richting de gemeenten. Andere stellingen richtten zich op de invloed van de provincies bij grote infrastructurele projecten, het benutten van de motorrijtuigenbelasting en de vrijheid van provinciale partijafdelingen. Uit de enquête blijkt verder dat de statenleden geen behoefte hebben aan een gekozen commissaris van de Koningin. Een ruime meerderheid van de ondervraagde politici (64 procent) acht dat niet nodig. De Gelderse commissaris is kennelijk populair. Van de ondervraagde statenleden in Gelderland vindt bijna 78 procent het niet nodig dat de CdK gekozen wordt. Dat ligt in Zeeland heel anders: 48 procent van de statenleden spreekt zich uit voor een gekozen commissaris. Gedeputeerden hoeven niet net als ministers van buitenaf te worden aangetrokken. Een landelijke opleiding voor nieuwe statenleden vinden de meesten evenmin nodig. Bijbaan Het grootste deel van de statenleden (62,4 procent) besteedt tussen de 10 en de 20 uur per week aan zijn of haar bijbaan. Slechts een klein deel (5 procent) werkt minder dan 10 uur, 23,5 procent tussen de 20 en de 30 uur. Bijna een op de tien (9,1 procent) statenleden besteedt meer dan 30 uur per week aan dit politieke werk. |