Statenstemmen6 februari 1999

Gemiddelde burger weet weinig van 'zijn' Provinciale Staten

Verkiezingen zijn vooral graadmeter

Door P. van de Breevaart
Over drieënhalve week (om precies te zijn op 3 maart) zijn er verkiezingen voor de Provinciale Staten. Dat feit zal op zichzelf de polsslag van her- of verkiesbare statenleden al wat doen versnellen. Het is pijnlijk voor de provinciale besturen, maar juist deze verkiezingen worden gezien als een graadmeter voor de landelijke politiek.

Formeel gaan de kiezers op 3 maart naar het stemlokaal om hun Provinciale Staten te kiezen. De verkiezingscampagne komt maar traag op gang. De vooraanstaande politici van de grote partijen trekken van lieverlee weer de provincie in, maar de interesse daar is benauwend klein. Ook zonder peiling kan worden vastgesteld dat de gemiddelde burger buitengewoon weinig van 'zijn' provinciebestuur afweet.

Toch hebben de Provinciale Staten een belangrijke functie in het bestuur van ons land. Zij beheren de provincie, vooral wat landinrichting en ruimtelijke ordening, milieu, welzijn en zorg betreft. Daarnaast vervullen ze een intermediaire rol tussen Rijk en gemeenten en een regisseursrol in de ontwikkeling van het regionaal, gebiedsgericht beleid. Ten slotte hebben ze een controlerende taak over de gemeenten op het gebied van financiën en bestemmingsplannen.

Public relations
Alle provincies hebben gemeen dat ze tot nu toe wel erg weinig energie en geld hebben gestoken in verantwoorde public-relationscampagnes. Kennelijk berusten de provinciebesturen in hun eigen onbekendheid. Het leven van elke ingezetene van Nederland wordt voor een deel beïnvloed door de provincie, maar weinigen zullen dat beseffen en nog minder burgers weten welk deel dat is.

Vanuit de landelijke politiek bezien is het belangrijker dat de Provinciale Staten zich na hun beëdiging op 13 april opmaken om de Eerste Kamer te kiezen. Dat gebeurt op 25 mei. En deze Kamer kan het in een vernieuwde samenstelling de regerende coalitie moeilijker of makkelijker maken. De statenverkiezingen zijn dus –veel statenleden zullen nu het lezen van deze column vol ergernis staken– vooral graadmeter voor de landelijke politiek.

Zeker, er waren de laatste tijd wat rimpelingen in de provinciale vijvers. Het ogenschijnlijk ernstig zieke CDA kreeg als landelijke partij nog een extra bittere pil te slikken. Twee provinciale afdelingen (Limburg en Brabant) willen relatief zelfstandig en zelfs in zekere mate onafhankelijk van het landelijke partijbestuur hun campagnes voeren.

Zelfstandig
De CDA-afdeling in Gelderland haastte zich aan dit streven van de partijgenoten in Limburg en Brabant steun te betuigen. Als deze afdelingen nog steeds achter hun besluit staan, betekent dit dat zij de nu gestarte campagne ook zelfstandig gaan voeren. Maar dan moeten deze provinciale afdelingen ook geen landelijke politici van naam laten opdraven om hun campagne meer aanzien en kleur te geven.

Overigens lijkt de soep van de provinciaalse partijsoevereiniteit minder heet gegeten te worden dan dat ze was opgediend. Want vorige week zaterdag startte het CDA in Brabant de campagne in aanwezigheid van provinciaal lijsttrekker drs. P. L. B. A. van Geel en –jawel– de CDA-fractievoorzitter in de Tweede Kamer en tegelijk landelijk politiek leider, mr. J. G. de Hoop Scheffer.

Het cynische in dit geval was dat De Hoop Scheffer nog niet zo lang geleden zijn veto had uitgesproken over de kandidaatstelling van de ambitieuze Van Geel als opvolger van partijvoorzitter J. J. M. Helgers. Nu stonden ze broederlijk 'hun' CDA te verkopen alsof ze de dikste vrienden waren. Daaruit blijkt maar weer dat de provincie het land nodig heeft.

Landelijke politiek
Maar hoe belangrijk de Provinciale Staten ook zijn, de verkiezingen zijn vooral voor de landelijke politiek echt interessant. VVD-fractievoorzitter Dijkstal voorspelde eind vorig jaar dat de coalitie „een moeilijk jaar” voor de boeg zou hebben. De economische groei stagneert en dus zijn aanvullende bezuinigingen onontkoombaar, aldus Dijkstal. Bovendien zal de vervulling van wensen moeten worden getemporiseerd.

Zullen de kiezers deze boodschap honoreren door massaal op de VVD te stemmen? Dan blijft de VVD de grootste fractie in de Eerste Kamer. Of moet de VVD inleveren ten koste van de PvdA, die nu al de grootste fractie in de Tweede Kamer heeft? Hoe zal D66 reageren op verdergaand stemmenverlies? Gaan de Democraten dan in de coalitie op hun ideologische strepen staan? En wat gebeurt er met De Hoop Scheffer als het CDA blijft verliezen?

Eén ding is zeker: forse verschuivingen in stemgedrag ten opzichte van de kamerverkiezingen van 6 mei vorig jaar zullen de verhoudingen in de coalitie aantasten. En tussentijdse veranderingen komen de stabiliteit niet ten goede.

Smeerolie
Als de VVD wint, zal Dijkstal ongetwijfeld hard werken om zijn profetieën van eind vorig jaar te laten vervullen. Maar tegelijk zal Melkert zijn hakken in het zand zetten om nog iets van de sociaal-democratische principes op het gebied van de solidariteit overeind te houden. Een geminimaliseerde D66 kan in dat geval nauwelijks meer als smeerolie dienen.

Kortom, de huidige en de toekomstige statenleden zullen er vrede mee moeten hebben dat de verkiezingen van Provinciale Staten altijd in een landelijk daglicht zullen staan. Tenzij de verkiezing van de Eerste Kamer wordt losgekoppeld van de Staten, of op verdere afstand van de Staten wordt gebracht. Dat is iets om over na te denken in de ministeriële commissie Staatkundige Vernieuwing. Maar dan moet politiek Den Haag dat wel echt willen.