Reizen 2000 | 14 januari 2000 |
'Hannover' wordt evenement van de grote getallenExpo 2000: een beetje platDoor N. Sterk
Wie Hannover zegt, zegt nieuwbouw, want de stad hoort thuis in het rijtje steden dat in de laatste wereldoorlog zonder scrupules door geallieerde bommen met de grond werd gelijkgemaakt. De maquettes in het Neu-Rathaus (het Wilhelminische Rathaus) getuigen van de verschrikkingen die de Führer over het eigen volk afriep: op een drietal gebouwen na was Hannover in 1945 letterlijk één grote puinhoop. Kon het verwoeste hart van een stad als Warschau met veel ijver en doorzetting in originele staat worden herbouwd, bij Hannover was daarvan geen sprake: de héle stad lag in brokken. De toeristische trekpleisters in het stadshart vallen daarom op de vingers van één hand te tellen: het raadhuis, de Evangelisch-Lutherse Marktkirche (Noord-Duitse baksteengotiek, met naast de hoofdingang een fraai Luther-standbeeld), de Opera, en, vooruit, het Kröpcke-Uhr, een aardige gietijzeren klok op loopafstand van Hannover-Hauptbahnhof: een uurwerk waarover de inwoners zelf wat weeïg doen als dé ideale ontmoetingsplaats. Aardig en navolgenswaardig is wel wat de Hannoverse VVV uitdacht: al deze en ook nog wel een paar andere bezienswaardigheden zijn te zien voor wie de 4 kilometer lange dikke rode verfstreep op het plaveisel volgt. Wie dan nog de weg kwijtraakt is écht een domkop. Ironie
Telefoon en gloeilamp Architecten drukten vanaf het eerste begin hun stempel op de expo's, en een groot deel van de bouwwerken die ter gelegenheid van wereldtentoonstellingen werden opgezet, spreken nog steeds tot de verbeelding. Ook waren er altijd technische snufjes te zien. Telefoon, gloeilamp, personenauto, televisie en spoetniksatellieten beleefden er hun wereldpremière. Organisatie en opzet van wereldtentoonstellingen werden officieel vastgelegd op een conferentie die in 1928 en 1931 in Parijs werd gehouden. Het daar opgerichte overkoepelend Bureau International des Expositions (BIE) legt regels, eisen, plaatsen en data voor de tentoonstellingen vast. De keuze van het BIE voor Duitsland dat nooit eerder een wereldtentoonstelling organiseerde werd ingegeven door het loffelijk streven naar eenwording. Een Duitse Expo 2000-woordvoerder formuleert het zo: Duitsland wil aan het slot van deze eeuw, of aan het begin van de nieuwe, iets positiefs laten zien. We willen onze slechte reputatie nu eindelijk wel eens kwijtraken. Sinds 'Parijs' zijn er Recognised- en Registered-tentoonstellingen, ook wel aangeduid met A- en B-categorie. Een A is groter dan een B en bij een A wordt van de deelnemende landen verwacht dat zij een zelfontworpen paviljoen inbrengen. Sevilla (1992) was de laatste A, Hannover is dat in 2000, en voor 2005 staat Aichi (Japan, idem A) op de rol. Tussen Sevilla en Hannover zat Lissabon (1998), een tentoonstelling uit de B-categorie. Messe-Mutti De Hannover Messe, die geldt als de grootste industriële beurs ter wereld, moet dit jaar echter verbleken bij het Expo 2000-geweld. Is de verkeerscirculatie in Messe- en Cebit-tijden vaak een wanhoop: dat mag dit jaar niet gebeuren en eigenlijk na deze Expo nóóit meer. Investeringen in paviljoens, wegen, parkeerplaatsen en verkeersgeleidingssystemen zullen de 3 miljard Duitse mark naar verwachting ruim overstijgen. Meer dan 30.000 mensen vinden werk op en rond het Messe-terrein. Was de oppervlakte daarvan tot voor kort 90 hectare, vanaf de Expo is het 160 hectare groot. Vijf ingangen en een speciaal te bouwen spoorstation moeten ervoor zorgen dat iedereen die dat wil op en ook weer van het terrein afkomt. Ingang West, met een 340 meter lange glazen voetgangersbrug tussen station en Expo-terrein, kan per uur alleen al 15.000 mensen aan. Stadtbahn, auto en vliegtuig voeren dagelijks elk tienduizenden Expo-gangers aan: de parkeercapaciteit wordt met 25.000 uitgebreid tot 60.000 plaatsen en luchthaven Hannover/Langenhagen wordt uitgebreid met een nieuwe terminal waaraan twintig grote toestellen tegelijkertijd kunnen worden afgehandeld. Thema Het Duitse paviljoen verschaft de bezoeker een reis door vijftig jaar verleden, het Japanse trekt de aandacht doordat het volledig recyclebaar uit papier is opgetrokken. De Nederlandse inzending wil de bezoekers boeien met de boodschap Holland schept ruimte. Naast de landenpaviljoens zijn er in themahallen elf aparte tentoonstellingen rond begrippen als landschap, klimaat, voeding, gezondheid, energie, werk, mobiliteit, wetenschap, informatie en communicatie en milieu.
Het Holland-paviljoen staat in een tuin van circa 8000 vierkante meter, met daarin 24 beelden van prominente Nederlandse kunstenaars uit de laatste twintig jaar. In de tuin verrijst het circa 40 meter hoge open gebouw, een creatie van het architectenbureau MVRDV. Het paviljoen zonder gevels steekt boven bijna alle andere gebouwen op de Expo 2000 uit. Wie binnen wil, kan dat alleen door de lift te nemen. De bezoeker daalt vervolgens af via trappen en passeert daarbij de diverse presentaties. Per uur passen er 1500 bezoekers in de lift. Op het dak begint de tocht bij een waterbassin en windmolens. In de kunststof 'bel' die op het water drijft kan onder andere worden gesport. Eén verdieping lager is een theaterruimte, rondom omgeven door een watergordijn getest op windbestendigheid om natte pakken te voorkomen. De lagen daaronder zijn de bomenlaag (met grote, echte eiken), wortellaag (de wortels van die bomen), de bloemenlaag (onder meer een presentatie van de Nederlandse glastuinbouw) en ten slotte de duinenlaag (betonnen duinen, les pays bas, de lage landen bij de zee). Wordt er een nieuwe zinvolle bestemming gevonden voor het betonnen paviljoen, dan blijft het onderste deel van de Nederlandse inzending staan. Het bovenste deel is demontabel en daarmee eventueel in eigen land weer te gebruiken. In het kader van duurzaamheid. | Zie ook: NS-paradepaard ICE 3 naar Expo |
![]() |