Uitzicht naar morgen30 december 1999

„We moeten als christelijk gezin niet langs elkaar heen leven”

Allemaal weer rond de tafel

Door G. Wolvers
„Goedemorgen, het is weer tijd op om te staan. Willen jullie vaart maken, zodat we om zeven uur met de dagopening kunnen beginnen?” Kraakhelder klinkt de stem van pa Abbink uit de display in de kast. Karin (24) en Pim (22) stappen uit bed, Mirjam (18) en Rob (15) draaien zich nog even om. De cv-ketel loeit al sinds zes uur, reagerend op het koude weer. Moeder Janneke (45) doucht, vader Chris (46) moet toch nog even naar boven om zijn jongste spruiten wakker te schudden.

„Ik lag en sliep gerust; van 's HEEREN trouw bewust.” Die eeuwenoude woorden blijven van kracht, ook op de vroege ochtend van die vierde maart in 2025. Om twintig over zeven gaat de familie aan tafel. Een beetje te laat, want ma Abbink moet om kwart voor acht met de magneetzweefbaan naar Utrecht, waar ze voor de kleuterklas staat. Riant, want tot voor kort moest ze met de trein, en dit scheelt toch al gauw twintig minuten reistijd. De overheid dwingt tegenwoordig man en vrouw te werken. De hoge levenskosten én de fiscale dwangbuis maken het onmogelijk om als vader eenverdiener te zijn.

Samen met Karin ruimt Chris Abbink de tafel af. Karin blijft vandaag thuis. Zij is bezig met de afstudeerscriptie voor haar studie Nederlands. Met de snelle computer op haar kamer kan ze de bestanden van de Koninklijke Bibliotheek raadplegen, met haar docent mailen en ook gewoon typen. Pim is om kwart over acht zijn moeder achterna gegaan, met een cd-rom in z'n tas waarop zijn presentatie voor zijn studie bedrijfseconomie staat. Mirjam en Rob gaan om negen uur de deur uit, gewoon naar school. „Hè, hè, rust.”

Chip in afvalcontainer
„Môgge Abdullah.” Chris groet de buurman, die net als hij de grijze container aan de weg zet. „Hé Chris, kan ik bij jou nog wat kwijt? Ik zal je wel betalen.” De chip in de container registreert de kilo's afval en brengt die automatisch in rekening. „Maakt niet uit man, als christen moet je wat voor de medemens overhebben, toch?” knipoogt Abbink. Abdullah Suleiman grijnst. Ze kunnen het goed met elkaar vinden, ondanks het verschil in levensbeschouwing.

„Piet, ik werk vandaag thuis.” Abbink, redacteur bij een uitgever, ziet zijn baas op het schermpje in zijn digitale bril verschijnen. „Ik moet vandaag een stapel manuscripten doorwerken en reageren naar de auteurs. Daarvoor hoef ik niet op de helikopter te wachten.” Met zijn notebook, een superkleine computer, haalt hij de bestanden op en print die voor het gemak even.

„Pa, wil je koffie?” vraagt Karin om negen uur via het beeldcontact. „Nee, doe maar thee, dat is gezonder.” „Wil je even citroenthee zetten?” vraagt Karin via het display'tje aan de computer van het duo-thee-/koffiezetapparaat. Dat regelt de watertoevoer en de toediening van de thee. Bennie, de automatische stofzuiger, heeft na het eten even het eetgedeelte gezogen. Hij schuift de stoelen voorzichtig van hun plaats en zet ze straks weer terug.

Aardwarmte
Om twaalf uur eten Karin en haar vader gezamenlijk. Chris dekt de tafel, haalt het brood uit het rooster en bakt een eitje op de kookplaat, die wordt gevoed met aardwarmte. „Gezellig, dat we samen thuis zijn”, zegt Karin. „Zeker”, bevestigt haar vader. „We moeten oppassen dat we in deze tijd van individualisme als gezinsleden niet langs elkaar heen leven. Helaas is het hiernaast misgegaan.”

Bij de andere buren in het rijtje gingen de ouders, een geregistreerd paar, van meet af aan zo weinig met de kinderen om, dat de jongste in psychische problemen is geraakt. De ouders gingen elkaar verwijten maken en gingen uit elkaar. „Typisch een voorbeeld van gebrekkig gezinsleven”, constateert Karin. „Alleen christelijke en moslimgezinnen houden het uit, hoewel pa Suleiman het niet goed vindt dat Fatima verkering heeft met die niet-religieuze knul.”

„Bliep.” Het computerhorloge van pa Abbink toont een 'beller'. „Ah, het is je moeder.” Haar beeld verschijnt op het display'tje. „Chris, wil jij nog even melk bestellen bij de supermarkt? Ik heb geen tijd.”

„Doe ik.” Even later spreekt Abbink zijn boodschap in op de internetsite van de plaatselijke kruidenier. Die brengt het nog deze middag thuis.

Uitschrijven
Tegen vijven gaat Abbink nog even op de overdekte ligfiets op zonne-energie naar het postkantoor. Hij moet een gecorrigeerd manuscript posten, van iemand die nog ouderwets zijn kopij uitschrijft. Op de terugweg gaat hij even aan bij de oude mevrouw Hofmeier, een lid van de kerkelijke gemeente. Zij leeft van een klein pensioentje en woont in een wijk waar de armeren wonen. Die hebben niet kunnen meeprofiteren van de technologische ontwikkeling. „Je moet in deze tijd van een sterke tweedeling tussen rijk en arm oog blijven houden voor de onderkant van de samenleving”, denkt Chris.

Om zes uur zitten ze allemaal weer rond de tafel. Iedereen doet verslag van zijn bevindingen. „Denken jullie nog om de gebedssamenkomst over de wederkomst, vanavond?” vraagt moeder Janneke. „Gelukkig leeft dit thema sterker dan tijdens de millenniumwisseling. De Bijbel is nu in bijna alle talen vertaald.”

Met dank aan dr. ir. A. van Berlo, directeur van Stichting Smart Homes te Eindhoven, voor het technische gedeelte.