30 december 1999

Prof. Raymond Detrez over de uitgestelde Balkanoorlogen:

Door de zure appel heen bijten

Door Marie van Beijnum
Het blijft een kwestie van uitgestelde oorlogen op de Balkan. Zo typeert de Belgische hoogleraar en slavist Raymond Detrez de stand van zaken. Na Kosovo dient de volgende uitgestelde oorlog zich aan. „Over twintig, dertig jaar komt het in Macedonië tot een uitbarsting. Laten we hopen dat het gebied tegen die tijd is geïntegreerd in Europa, zodat de zaak onder controle kan worden gehouden. Is dat niet het geval, dan wacht ons daar de volgende catastrofe.”

Jammer, zegt de Vlaamse historicus Raymond Detrez (1948), dat er een oorlog voor nodig was om de Balkan in het middelpunt van de belangstelling te krijgen. Want ook zonder oorlog is de regio fascinerend. Men verliest naar de zin van Detrez te vaak uit het oog dat op de Balkan eeuwenlang mensen op een normale manier hebben samengeleefd. De wederzijdse beïnvloeding van talen duidt bijvoorbeeld op intensief onderling sociaal contact. Pas sinds de 19e eeuw zijn de verhoudingen vergiftigd. „Het idee van de nationale staat, dat men uit het Westen had geïmporteerd, wilde men koste wat kost toepassen. Dat was eigenlijk niet haalbaar daar, waar zo'n grote etnoculturele diversiteit bestond. Je kon er geen grenzen maken om homogene staten te creëren. Maar dat wilde men per se doen en dat is men nu ook nog altijd bezig te doen.”

Sowieso vindt de Antwerpse slavist het krampachtig vasthouden aan de multi-etnische samenlevingen achterhaald. „Niet dat ik er iets op tegen heb, maar je ziet in Joegoslavië gewoon dat de mensen het zelf niet willen. De internationale gemeenschap heeft voortdurend toegevingen moeten doen waardoor er uiteindelijk toch etnisch homogene staten tot stand zijn gekomen, of staten die dat willen zijn of doen alsof ze dat zijn.”

Sceptisch
Raymond Detrez is duidelijk geen fan van homogene staten. Dit jaar verscheen zijn zoveelste boek over de Balkan. Het draagt de titel ”Kosovo, de uitgestelde oorlog”. Van meet af aan stond hij „sceptisch” tegenover de operatie van het Westen, dit voorjaar, om de Servische leider Milosevic op de knieën te krijgen. „Ik was van mening dat men nogal vlug is overgegaan tot bombardementen. De OVSE-missie aan het begin van dit jaar had wel degelijk resultaat opgeleverd. In die zin, dat aan het geweld min of meer in grote mate een einde was gekomen.” Detrez ontkwam niet aan de indruk dat het Westen graag militair wilde ingrijpen en dat het daarop een beetje heeft aangestuurd bij het vredesoverleg in Rambouillet.

De resultaten van het westerse optreden zijn niet wat ze hadden moeten zijn, oordeelt hij. „Milosevic is niet verdreven, zoals men had gewild. Hij zit nog altijd stevig in het zadel.” Verder hebben de bombardementen een ongunstige weerslag gehad op de economie en op de relaties tussen meerderheden en minderheden in landen als Bulgarije en Macedonië.

Het is een verkeerde opvatting in het Westen dat Milosevic als een dictator in Belgrado zit en heel het Servische volk onder de knoet houdt, stelt Detrez. „De situatie van de Serviërs in het Joegoslavië van de jaren tachtig was zo dat politieke leiders niet veel anders konden dan precies die standpunten verdedigen die ook Milosevic heeft verdedigd. Je kunt het wel op een andere manier doen, maar alle Serviërs wilden een staat waarin alle Serviërs samenleefden. Een politicus die daartegen was, zou nooit worden gekozen. Ook ten aanzien van Kosovo delen alle Serviërs ongeveer dezelfde mening, namelijk dat het gebied binnen Joegoslavië moet blijven. In dat opzicht verwoordt Milosevic juist datgene wat de meeste Serviërs denken.”

Zolang Milosevic aan de macht is, krijgt Servië geen internationale hulp. Dat betekent dat alles wat er het voorjaar is stukgeschoten aan bruggen en wegen niet wordt hersteld. Daardoor raken Bulgarije, Roemenië, Macedonië en Griekenland voor een groot deel gehandicapt. „Er is geen handelsverkeer, vervoer en transport meer mogelijk met Joegoslavië, dat een belangrijke commerciële partner is voor al die landen. De Balkan ligt lam en men heeft het lot van de regio in de handen gelegd van Milosevic, wat te veel eer is voor die man.” Dat het Westen dan tegelijkertijd zoiets als het Stabiliteitspact lanceert, dat het onderhavige gebied stimulansen moet geven, acht Detrez symptomatisch voor het inspiratieloze beleid van de wereld. „Alsof men geen andere middelen kan bedenken om Milosevic onder druk te zetten.”

De hoogleraar (Leuven en Gent) applaudisseert niet voor de door de VN-gezant Kouchner voorgestelde bestuursvorm voor Kosovo. „Probleem is dat deze voor de Serviërs noch voor de Kosovaren aanvaardbaar is, dus dat Kosovo de facto een heel grote autonomie krijgt en bijna onafhankelijk is, zonder dat het de jure een onafhankelijke staat wordt. De oplossing van de internationale gemeenschap vereist –zoals in Bosnië– militaire aanwezigheid. Ik dacht dat men beter door de zure appel had moeten heen bijten en met een pragmatischer oplossing had moeten komen, die op den duur meer stabiliteit zou brengen.”

Maak van Kosovo een onafhankelijke staat, punt uit, luidt het advies van Detrez. „Daarmee zijn de zaken opgelost, zij het dat de Serviërs als minderheid in Kosovo kunnen blijven, of, wat waarschijnlijker is, dat zij Kosovo moeten verlaten. Ook Belgrado ziet in dat het zich ten aanzien van een onafhankelijk Kosovo geen illusies meer hoeft te maken. Voorlopig wil het echter Kosovo niet afstaan en curieus genoeg wil ook de internationale gemeenschap dat niet. Hoe ze dat gaat klaarspelen, is me niet duidelijk.”

Brandhaard
Of zelfstandigheid een haalbare kaart is voor de arme provincie? „Het hangt ervan af op welke manier dat gebied is opgenomen in de omgeving. Als er normale contacten kunnen zijn met de buurlanden en wanneer er voldoende investeringen zijn, dan kan dat natuurlijk wel. Ik geloof niet zo in die theorieën dat wanneer een land onafhankelijk wordt, de regio wordt ontwricht.”

Een van de redenen waarom Kosovo geen onafhankelijkheid krijgt, is dat men de Albanese minderheid in het naburige Macedonië niet op slechte ideeën wil brengen. Daarmee is het probleem in Macedonië niet opgelost, waarschuwt Detrez. „De minderheid groeit zo sterk dat over enkele decennia de minderheid een meerderheid is geworden en dat het politieke veld in Macedonië er totaal anders gaat uitzien. Dan kun je je voorstellen dat Macedonië via volstrekt legale parlementaire beslissingen een Albanese staat wordt. Iets wat de Slavische Macedoniërs niet zomaar zullen laten gebeuren. De vraag is hoe je dat op een democratische manier kunt voorkomen, zonder geweld te gebruiken.

Het probleem Macedonië wordt alleen maar uitgesteld. Het gaat met Macedonië precies zo als met Kosovo tien jaar geleden. Men wil het gewoon niet zien. Macedonië is de volgende brandhaard, zij het pas over twintig, dertig jaar. Vroeg of laat moet het ook daar tot een uitbarsting komen. Als het gebied tegen die tijd niet is opgenomen in Europa, wacht ons daar de volgende catastrofe.”