30 december 1999 |
VVD wil schade Ceteco-affaire verhalen op verantwoordelijkenEen hete zomer in Zuid-HollandDoor drs. G. Ligtenberg Het nieuws sloeg in als een bom. Vlak voor de zomervakantie bracht de provincie Zuid-Holland naar buiten dat handelshuis Ceteco een tweetal leningen van in totaal 47,5 miljoen gulden niet kon terugbetalen omdat de Sambacrisis in Zuid-Amerika zijn tol begon te eisen. De consternatie op het provinciehuis was groot. Wie had toestemming gegeven voor deze leningen? Wie wisten ervan? Was er meer geld uitgeleend? Aan wie? In de hectische dagen erna kwam stukje bij beetje de verbijsterende waarheid boven tafel. De provinciale kasgeldbeheerder had voor maar liefst 1,7 miljard gulden aan leningen uitgezet en nog een flink aantal miljoenen toegezegd. Het overgrote deel van dit geld was eerder op de kapitaalmarkt geleend. De provincie stak het renteverschil in haar zak. Jaren achtereen leverde dat een leuke bijverdienste op en de kasgeldbeheerder kreeg af en toe complimenten voor zijn lucratieve activiteiten. Schande Ook de controle op de uitvoering liet te wensen over. De kasgeldbeheerder kon betrekkelijk ongestoord zijn gang gaan. Tegen hem loopt nog een justitieel onderzoek wegens mogelijke fraude. Drie gedeputeerden A. de Jong (PvdA), J. W. J. Wolf (PvdA) en J. Heijkoop (CDA) moesten tijdens de Ceteco-storm het veld ruimen. Zij waren als collegelid betrokken bij het gewraakte besluit uit 1995. Ook commissaris van de Koningin, mevrouw Leemhuis-Stout (VVD) trad af, hoewel zij binnen Gedeputeerde Staten als enige tegen het geheime bankiersbesluit stemde. Kasgeldbeheerder mr. K. M. Baarspul werd op non-actief gesteld, evenals het toenmalige hoofd financiën C. Bloemendaal. Griffier ir. A. J. Korff baas en toezichthouder van alle ambtenaren diende begin deze maand zijn ontslag in. Inderdaad, de trap werd van bovenaf schoongeveegd. Drie delicten Had de provincie bij een goede, democratische controle wél verantwoord kunnen bankieren? Aptroot vraagt zich af of Provinciale Staten akkoord gegaan zouden zijn als het bankiersbesluit in 1995 wel aan hen was voorgelegd. Dat kan ik mij niet voorstellen. Zelf had hij tegengestemd, weet hij pertinent zeker. Dat is niet achteraf praten. Ik herinner me dat ik als raadslid van Wassenaar eens een pittige discussie heb gevoerd met CDA'er Marnix van Rij over het beleggen van gemeentelijke reserves. En in de tijd dat ik wethouder financiën was van '90 tot '96 hebben ambtenaren mij wel eens voorstellen gedaan om geld op een speculatieve manier uit te zetten. Daar ben ik altijd tegen geweest, omdat ik vind dat je voorzichtig moet omspringen met geld van burgers. Provinciale ambtenaren hebben ook niet de deskundigheid om op een verantwoorde manier geld uit te lenen, stelt Aptroot vast. Banken hebben daar gespecialiseerde mensen voor, die zich fulltime met beleggen bezighouden. Als ik kijk naar de marges die de ambtenaren op het Zuid-Hollandse provinciehuis met hun transacties hebben verdiend, dan zijn die belachelijk laag. Zeker als je de kosten ervan aftrekt. Schadeclaim De Ceteco-affaire heeft de provincie Zuid-Holland beschadigd, bevestigt Aptroot. Dat merk ik overal waar ik kom. Provincies moeten nota bene toezicht houden op de financiën van gemeenten. Nou, kom daar maar eens om als je er zelf zo'n puinhoop van hebt gemaakt. Toch kan het allemaal nog goed komen, hoopt de VVD'er. Mits de controle op de uitvoering van besluiten goed gebeurt. Een gedeputeerde van Financiën moet de vinger aan de pols houden door elke maand de balans op te vragen en de jaarrekening goed door te lezen. Dan kunnen zulke misstanden niet meer gebeuren. Vertrouwen is goed, maar controle moet. Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten zullen voortaan scherper moeten opletten. Dat is de les van deze geschiedenis. |
![]() |