Wetenschap | 5 oktober 1999 |
EncyclopedieDoor J. C. Karels Louis Moréri is een zeer geleerd man. Als jongeling studeert hij retoriek bij de jezuïeten en theologie in Lyon. Hij kent Italiaans, Spaans en Latijn en schrijft vanaf zijn achttiende jaar publicaties over theologie, poëzie en geschiedenis. Het is geen schrijfjeuk geweest die me deze encyclopedie deed samenstellen, meldt Moréri zijn lezers. Het zijn enkel mijn vrienden geweest, die voldoende vertrouwen in mij hadden dat ik in deze taak zou slagen. Moréri slaagt er inderdaad in een encyclopedie te scheppen die in latere tijden vele herdrukken beleeft. De titelpagina geeft de onderwerpen weer die hij behandelt: de opmerkelijke levens en handelingen van patriarchen, richteren, en koningen, ketters en scheurmakers, met hun voornaamste leerstellingen, schrijvers en uitvinders; verder koninkrijken, provincies en eilanden met hun zeden en gewoonten. Gezegd moet worden dat Moréri's Dictionnaire niet uitblinkt door stijl en goede smaak. Zelf is hij zich hiervan bewust. Mijn troost is, schrijft hij dat dit werk nuttig kan zijn voor alle soort van mensen en dat ze niet aangenaam is wegens de waardigheid van haar onderwerpen, of wegens de gratie van haar taal, maar ze zou het kunnen zijn vanwege haar veelzijdigheid en vanwege het nieuwe van haar methode en orde. Oudheden Moréri werkt zijn hele leven hard. Zijn gezondheid lijdt er sterk onder. Hij overlijdt als hij 37 jaar oud is, in 1680. Op dat moment lopen er diverse projecten, die hij niet meer kan afronden. Kennis is deugd Laatstgenoemd werk is een zeer invloedrijk verlichtingsdocument. In Duitsland ontstaat met het Zeitungslexicon (1704) van Johan Hübner een nieuw type encyclopedie, bedoeld als hulpmiddel voor mensen die de krant lezen. Het niveau van de onderlinge gesprekken wordt erdoor verhoogd. Verlichtingsideeën hebben het gebruik van encyclopedieën zeer bevorderd. 'Verlichters' zijn van mening dat je het volk kunt opvoeden door het kennis bij te brengen. Deze gedachte klinkt in het bekende Kennis is deugd, een typische slogan uit die tijd. Nederland heeft in de achttiende eeuw indirect een aandeel in de ontwikkeling van de encyclopedie. Veel beroemde werken, zoals die van Moréri en Bayle, worden in Leiden, Den Haag, Rotterdam en Amsterdam gedrukt. Vanaf de achttiende eeuw kent de Republiek ook eigen naslagwerken. Een hoogtepunt is de 16-delige Geïllustreerde encyclopedie van de doopsgezinde dominee Anthony Winkler Prins, die uitkomt in de jaren 1870-1882. Nog altijd geniet deze serie grote bekendheid. Wel loopt het voortbestaan van de gedrukte encyclopedie met de komst van Internet gevaar. Digitale naslagwerken vormen tegenwoordig een serieuze bedreiging. |