Wetenschap | 8 juni 1999 |
Simon StevinDoor W. G. Hulsman Zoals bij zo veel beroemdheden uit verleden tijden weten we maar weinig over Stevins jeugd. Zijn naam komt pas bovendrijven als hij vanaf 1581 een aantal publicaties laat drukken. Jaren daarvoor, in 1548, is hij in het Zuid-Nederlandse Brugge geboren. De enige gegevens over zijn jonge jaren zeggen dat hij Latijn en Grieks studeert en dat al vroeg blijkt dat hij een gave voor wiskunde heeft. Zijn eerste boterhammen verdient hij in de boekhouding bij een handelsonderneming in Antwerpen. Stevin voert in die tijd het Italiaanse systeem van dubbel boekhouden in. Later verkast hij weer naar Brugge om klerk op het belastingkantoor te worden. Uit dat werk zijn waarschijnlijke de eerste gedrukte overzichten van rentereeksen ontstaan. Als de hertog van Alva de Nederlanden tiranniseert, trekt de van geboorte rooms-katholieke Stevin uit protest tegen het geweld van de Inquisitie weg uit de lage landen. Het is niet bekend of de veelweter zelf de nije leer was toegedaan. Stevin bezoekt in deze periode Polen, Duitsland, Scandinavië en Pruisen. Tijdens deze reis doet hij waardevolle kennis en contacten op. Leiden Vanaf dat moment rijst zijn ster snel. Het ene na het andere boek komt van de pers. Bijzonder voor die tijd is dat de meeste boeken niet in het Latijn maar in het Nederlands geschreven zijn. Als taalpurist probeert Stevin het Nederlands te bevorderen. Hij zoekt naar Nederlandse termen voor moeilijke buitenlandse begrippen. Stevin introduceert diverse nieuwe woorden in onze taal: worteltrekken, delen, evenwijdig, middelpunt, rechthoekig, evenaar. Stevin schrijft over tal van onderwerpen. Hij publiceert over algebra, de weegkunst, de richtingen van krachten (vectoren). Hij toont met experimenten aan dat een perpetuum mobile, een eindeloze beweging zonder toevoeging van extra energie, onmogelijk is. In 1585 komt zijn De Thiende uit. Met dat boek introduceert hij decimalen in de rekenkunde. Verder komt hij met een boek over scheepsnavigatie (havenvinding, vertaalt Stevin) waarin hij de predikant-geograaf Plancius bijvalt in zijn lengtebepaling. In Leiden komt Stevin in contact met prins Maurits. Die roept hem in 1592 naar Den Haag. Stevin wordt leermeester van de prins. De lessen die hij geeft, komen later in boekvorm uit als Wisconstighe Ghedachtenissen en vormen het belangrijkste werk van Stevin. Uiteindelijk wordt Stevin raadsman van prins Maurits, hoofdopzichter van de Waterstaat en in 1604 kwartiermeester-generaal van het statenleger. De Spanjaarden hebben veel last van de waterlinies en het nieuwe type bolwerk van Stevin. Stevin gebruikt zijn waterstaatkundige kennis niet alleen voor defensie. De 'ingenieur' ontwerpt ook een nieuw type watermolen, voor het droogleggen van polders. Rond de stad Delft gebruikt hij de techniek voor een goed afwateringssysteem. Stevin tekent iets vergelijkbaars voor de Duitse stad Danzig. Delftse toren Simon inmiddels vader van vier kinderen houdt zich ook met luchtiger zaken bezig. Zijn bekendste uitvinding blijft de zeilwagen. De aristocratie zeilt zittend in de wagen graag over het strand bij Scheveningen. De wagen haalt een snelheid van ruim 40 kilometer per uur. In de vorige eeuw raakte deze vorm van vermaak in onbruik. Tegenwoordig is er een moderne variant: kleine karretjes voortgetrokken door vliegers. |