Wetenschap18 mei 1999

Andreas Vesalius

Door W. van Hengel
Andreas Vesalius. Zijn naam is onder artsen nog steeds een begrip. In 1543 verscheen zijn meesterwerk: ”De humani corporis fabrica libri septem”, oftewel de zeven boeken over de anatomie van het menselijk lichaam. Volgens velen is de ”Fabrica” het belangrijkste medische boekwerk dat ooit is gepubliceerd.

De wieg van Vesalius stond in Brussel, waar hij in 1514 werd geboren. Hij kreeg de naam Andries. Het voorgeslacht van de kleine Andries was afkomstig uit de Duitse stad Wesel. Vandaar zijn Vlaamse achternaam Van Wesele, hoewel zijn voorouders Wijtincks of Witincx heetten.

Vesalius studeerde eerst wijsbegeerte en rechten aan de Universiteit van Leuven. In 1533 verhuisde hij naar Parijs, waar hij zich toelegde op de geneeskunde. Daarmee sloot hij aan bij een rijke familietraditie. Zijn betovergrootvader (Peter Witincx) diende als lijfarts van keizer Frederik III (1415 - 1493). Zijn overgrootvader, jarenlang professor in Leuven, en zijn opa Everard zijn beiden lijfarts geweest van Maria van Bourgondië, de gemalin van de Oostenrijkse keizer Maximiliaan I.

Vesalius' vader was hofapotheker van Karel V. Hij was waarschijnlijk een goede kruiwagen voor zijn zoon, want in 1544 werd Andreas benoemd tot „medicus familiaris ordinarius” oftewel hofarts van Karel V. Inmiddels was de Vlaamse arts wijd en zijd bekend, want in 1543 publiceerde hij zijn meesterwerk de ”Fabrica”. Het was het resultaat van 5 jaar zeer hard werken, want Vesalius had als hoogleraar aan de Universiteit van Padua een meer dan volledige baan. Hij was in de Noord-Italiaanse stad beland omdat Duitsland en Frankrijk elkaar belaagden en het oorlogsgeweld zijn studie in Parijs onmogelijk maakte. In 1537 promoveerde hij in Padua. Vesalius maakte er zo'n goede indruk, dat hij al enkele dagen erna, op 23-jarige leeftijd, werd benoemd tot hoogleraar in de chirurgie, belast met het onderwijs in de ontleedkunde.

In de jaren erna bracht de jonge hoogleraar uiterst zorgvuldig de menselijke anatomie in kaart. Hij werd daarbij geholpen door de kunstenaar Johannes Stephanus van Calcar, die van de anatomische figuren houtsneden maakte.

De ”Fabrica” sloeg bij verschijning in als een bom. Nog altijd waren de voorstellingen van de Grieks-Romeinse arts Galenus van Pergamum (129 - 199) maatgevend. Op niet minder dan tweehonderd onderdelen week de anatomie van Vesalius echter af van die van Galenus, al verwierp hij lang niet alle onjuiste voorstellingen van de beroemde medicus. De visie van Vesalius leidde tot felle discussies en grote verontwaardiging onder de 'orthodoxe' galenisten. Gedurende tientallen jaren twistten de medici over de juistheid van Vesalius waarnemingen, wat hem niet onberoerd liet. De jonge wetenschapper ging zo gebukt onder de kritiek, dat hij besloot een punt te zetten achter zijn academische carrière. Zo kwam hij, notabene als Nederlander, terecht aan het hof van Karel V en diende hij later als hofarts ook diens zoon Philips II.

Ondertussen zat Vesalius niet stil. In 1555 verscheen een tweede druk van zijn beroemde boekwerk.

Zijn voortschrijdende medische inzicht blijkt onder meer uit het feit dat hij een opening in het kamertussenschot van het hart in de tweede druk heeft weggewerkt.

In 1563 ontvluchtte Vesalius Madrid. Het verhaal gaat dat hij een edelman had ontleed wiens hart nog klopte, reden waarom hij door de Inquisitie werd gezocht. Hoe dan ook, Vesalius liet zich inschepen voor een pelgrimsreis naar het Heilige Land. Op de terugweg strandde het schip waarmee hij voer op het Griekse eiland Zacynthus, waar hij eenzaam en ver van huis in 1564 overleed en begraven werd. Zijn graf is nooit gevonden.