Samenleven | 30 december 1998 |
Ik wil er zijn voor de kinderenDoor J. Visscher Ik wil er zijn voor de kinderen. Volledig. Ze moeten een vast aanspreekpunt hebben. Wij praten veel met z'n drieën. Als ik iets zie aan het gezicht van de kinderen, wil ik weten wat er aan de hand is. Een poos heb ik gedacht dat ik tegelijk vader en moeder kan zijn. Dat is natuurlijk niet zo. De kinderen missen wat. Mannenklusjes De bijstandsuitkering houdt niet over. Met een deeltijdbaantje in het Oosterscheldeziekenhuis, maar bovenal met de steun van mijn ouders kan ik het financieel redden. Daardoor kan Wilco gitaarles volgen en een computer aanschaffen. M'n ouders staan vierkant achter mij. Als ik de auto nodig heb, bel ik pa. Dat is dan geen probleem. Ik ben een echte kletsmajoor. Rotterdamse, hè. Het is goed en nodig om je mond open te doen. Anders red je het niet. Ik maak in de supermarkt graag een praatje. Ik mag dan mijn woordje klaar hebben, toch blijven er dingen in mijn hart die veilig achter slot en grendel blijven. Ik neem een marge in acht. Na een scheiding verlies je de helft van je kennissenkring. Zeker. Ik denk dat je uiteindelijk 10 procent van je vrienden overhoudt. Een echtscheiding is niet naar Gods Woord, zo eerlijk moet je zijn. Maar Gods wet verbiedt ook roddelen, liegen en vloeken. En wie een vrouw aanziet om haar te begeren, pleegt overspel, zegt Jezus. Daar tillen mensen niet zo zwaar aan. Dat zit me dan dwars. Getroost Kruis |
![]() |
![]() |