Wat er schuilgaat in ToscaneDoor P. J. Vergunst De zon heeft het hoofd van Franco Lombardi meer dan gemiddeld gebruind. Aan een marmeren tafel, in de schaduw van het huis, vertelt de zestiger ondersteund door langzame gebaren over Toscane, zijn druiven en olijven, zijn cypressen en kastelen, zijn stille stadjes en gezonde keuken. In zijn ene hand een koek van kip en rozemarijn, in de andere een verse tomaat, op tafel de chiantiwijn: Franco Lombardi, sprekend visitekaartje van de mooiste streek van Italië. In Radda in Chianti, vanwege zijn ligging op een heuvel ooit een belangrijke plaats, stappen we in een kleine Fiat. Het bezoek aan dit voor Toscane zo kenmerkende dorpje steile straatjes, natuurstenen huizen en een middeleeuws kerkplein beperkt zich daarmee tot een glas wijn in het atelier van een plaatselijke artiest. Later zullen we meer ruimte krijgen om Radda, het toeristische hart van Chianti, deze streek, in te ademen. Nu brengt de Fiat ons over heuvelachtig terrein naar een boerderij buiten het dorpje. De vlucht uit Amsterdam via Milaan naar Pisa en de autotocht van vliegveld Galileo Galilei naar Radda hebben de klok al op zes uur gezet. Voor het duister over de heuvels valt en de krekels voor je gevoel nóg harder tsjilpen, rest slechts de mogelijkheid voor een eerste kennismaking met Toscane.
De gedekte tafel naast de logeerboerderij zegt wat tussen Italianen en Hollanders met woorden moeilijker overgebracht wordt: Welkom in deze streek, in ons huis! Een pizza-achtige koek is uit de oven gehaald en wordt samen met salade en wijn geserveerd. Wie is er nog vermoeid van een lange reis? De vier vrouwen, die in het hoogseizoen drie keer per week kookles aan toeristen geven, bedienen ons maar praten met elkaar. Franco Lombardi is daarom van zijn landhuis gehaald om over olijven te vertellen. Olijvenvliegje Deze Toscaan onderscheidt zich met zijn pure, ongerepte olijfolie, in ons land minder bekend, maar in elke Toscaanse keuken aanwezig. Aanvankelijk begrijpen we slechts flarden van zijn verhaal: deze olie is moeilijk om te maken; ik wil geen chemische producten toevoegen; de Europese Gemeenschap biedt geen bescherming; de olijfolie uit een mediterraan land als Spanje is te vet, wat de smaak van het voedsel niet bevordert, zegt Lombardi. Langzaamaan ontdekken we de samenhang: het Toscaanse klimaat is ideaal voor de productie van olijfolie, zowel in de kuststreek als hier in de heuvels. Jarenlange ervaring, in combinatie met zijn passie, maakt dat de directeur van de Azienda Agricola Pornanino als geen ander onderkent hoe hij de olijfolie haar natuurlijke smaak en kracht moet laten behouden. We weten hoe we de olijven moeten persen, hoe lang we ze in heet water moeten leggen, dat we de olie niet moeten filteren. Na een halfuur geeft dr. Franco Lombardi ons zijn kaartje. Welkom in zijn eigen huis! Binnen 48 uur zal hij er zijn lessen vervolgen: over het zonder chemicaliën bestrijden van het olijvenvliegje, het gebruikmaken van de hoge ligging van de olijfgaarden, het werken in de biologische cultuur, het belang van de olie voor de Toscaanse keuken. Citroenplanten Een verharde sintelweg voert van Radda naar het zuiden, richting Sienna, een van de vele cultuursteden die Toscane kent. Zo ver hoeven we niet te komen, want een beter bed dan ik in de Suite les padrone van de Fattoria Dievole aantref, is nauwelijks mogelijk. Klassieke muziek komt spontaan tot klinken zodra ik de deur van mijn slaapvertrek open, waar een gezin van zes personen vorstelijk wél voor een dito prijs kan logeren. Een kamer voor twee personen kost immers al 300 gulden per nacht. Voorname schilderijen, oude kasten, hoge spiegels en zware gordijnen: het interieur van Dievole is oud én onderhouden. Maar mooier nog is het buiten! De groene cipressen liggen al bijtijds in de glans van de zon. Nu zie ik Dievole bij dag: rode dakpannen, oude muurtjes, bakken met citroenplanten, de gele steen van het huis met groene luiken rond het raam, de Engels aandoende tuin zijn niet minder karakteristiek dan het grasveldje met de granieten bank en de molensteen als sier. Hier loopt het verleden van Toscane over in het heden. Dievole is een begrip in het dorpje Vagliagli én ver daarbuiten: niet alleen logeeradres en wijnboerderij maar vooral de naam van een kwaliteitswijn. Ik kom hier elk voorjaar voor de natuur, voor de stemmingen die zich niet laten beschrijven. Het enthousiasme van de Duitse gast valt moeilijk te bestrijden. Bakker De papieren van Dievole dateren van 10 mei 1090, toen de wijnboeren Rodolfo del fu Ardimanno en Vinizo del fu Sichelmi het oudste verbond in de wijngeschiedenis van de Classico Chianti sloten: in natura betaalden ze de pacht van het land aan het klooster. Het was de eerste schakel in een lange keten die tien jaar geleden voltooid werd na een zesjarige restauratie van Dievole, nu eigendom van een ondernemende Zwitser, die zowel wijnproductie als wijntoerisme in zijn vaandel schreef. In een gelijkmatig tempo loopt Andrea Anichini met zijn gasten het uit natuurlijke materialen opgebouwde vita-parcours rond het landgoed. Het is binnen de Dievole-gemeenschap een van de taken van de man die tevens verantwoordelijk is voor wijnproeverij en wijnverkoop, voor rondleidingen door kelder en laboratorium. Lokale anekdotes verweeft hij onderweg met de eeuwenoude historie van dit stukje Toscane. Anichini staat stil voor het huis van een weduwnaar, Vigna Casanuova. Wil deze een bestelling van de plaatselijke bakker, dan hangt het bordje Oggi si aan de deur; is zijn trommel nog gevuld, dan is het Oggi no. Olijfbomen staan in de tuin niet in strakke rijen, maar chaotisch tussen de druiven. Deze moestuintjes zijn niet geschikt voor het verbouwen van groenten en aardappels. Kaas en salami Wie zich aan het weer weet aan te passen, heeft in Dievole een prima vakantie, zegt Andrea. Je kunt hier lezen, zwemmen. Alleen de eerste nacht vinden de mensen het te rustig: dan missen ze bar en disco. Ook de aanwezigheid van schaduw lijkt een zinvol onderdeel om mee te adverteren. Het is half mei en het kwik kruipt door de grens van dertig graden. Geruststellend: Uitzonderlijk voor deze maand. In de zomer zal het nauwelijks warmer zijn. Voor de olijfbomen overigens een goede temperatuur: Dit jaar hadden we geluk. In april was er één à twee graden vorst, in principe genoeg om de vruchten te doen bevriezen. Het doet Anichini denken aan de winter van 1985. Drie weken heerste de vorst, met als gevolg dat de olijfbomen afstierven. Gelukkig bleef het wortelgestel goed en kwamen er wel nieuwe loten. Onder een immense parasol en tussen de terracotta potten met olijfplanten eten we Chianti-kaas en salami, drinken we een frisse rosé, kijken we uit op een deel van de zestien wijngaarden. Dievole lijkt deze dag een stukje van zijn geheim prijsgegeven te hebben. Harmoniërend met de natuur, verbergt het landgoed zijn inwendige schoonheid, toont het zijn karakter aan rustzoekers en wijnproevers die ontvankelijk zijn voor het Toscaanse temperament. Italiaanse sfeer Wat er schuilgaat in Toscane, die gedachte is na de Dievole-dag leidraad bij de verdere tocht door de Chianti-streek. Een huis op een helling, een gevel in een stadje, een verstild dorp bieden vaak veel meer dan de eerste aanblik. Het is daarom dat we een enkele kilometer boven Radda een bordje agri-toerisme volgen, met als gevolg dat we niet veel later de hand van Roberto Melosi schudden, de man die met zijn Podere Terreno Volpaio op een heel andere manier dan in Dievole aan het wijntoerisme verdient. Melosi wil klein blijven. Zijn wijngaard van drie hectare zou jaarlijks 210 hectoliter op kunnen leveren. Vanwege de kwaliteit volstaan wij met 170. In zijn huis is ruimte voor veertien toeristen: zeven tweepersoonskamers met bad kunnen gehuurd worden, waarbij de gasten het avondeten gezamenlijk in de originele zestiende-eeuwse kookplaats van de boerderij gebruiken. Melosi: Wij houden het hoofd boven water door vast te houden aan volkscultuur en traditie. Deze vorm van toerisme is de enige plaats waar gezinnen de Italiaanse sfeer kunnen proeven. Die sfeer in Roberto's huis wordt niet alleen gevormd door antiek uit familiebezit, maar ook door de bruine plavuizen en houten balken aan het plafond. Amerikanen staan bekend om hun sightseeing, maar Europeanen zijn in de cultuur geïnteresseerd. Terwijl ik kook, praten mijn gasten met elkaar: Hallo, ik kom uit Amsterdam, ik kom uit Honolulu; hoe heet jij, wat doe jij? Parasiet Overdag is de podere van Melosi (140.000 lire (ongeveer 140 gulden) per persoon per dag, inclusief ontbijt en diner) een uitvalsbasis voor wie in Florence wil genieten van de kunst, of dichterbij wilde bloemen wil kijken, wil mountainbiken of paardrijden. Nog één vraag: of hij ook Hollanders huisvest? Jazeker, een jaar of zes geleden was hier zelfs een vrouwelijke minister uit Nederland, een heel aardige vrouw! Het brengt onze gedachten bij de toenmalige PvdA-voorzitster Marjanne Sint, wier fietstocht door Toscane ten tijde van een wao-crisis in haar partij haar aftreden betekende. Vlak bij Gaiole in Chianti stoppen we op weg naar het bekende en drukkere Pisa bij een veld jonge wijnrankjes. De rij begint ook hier met een roos. Als er een parasiet met zijn afbrekende werk begint, neemt hij als eerste de roos en is de wijnboer met het oog op de ranken gewaarschuwd. Tegen en tussen de heuvels zien we woningen, landhuizen, alles even rustiek. Het is woensdagavond, kwart over zes. Geen auto, geen brommer, geen geluid. Alleen de natuur. Toscane. Meer informatie over Toscane: Italiaans verkeersbureau, Stadhouderskade 2, Amsterdam; tel. 020-6168244/45. |