Provinciale-Statenverkiezingen 3 maart 1999 3 maart 1999

CDA-prominenten dik tevreden over licht stijgende lijn

„Dit is een mentale opkikker”

Door A. de Jong
LELYSTAD – „Dag, u bent toch mevrouw Van Leeuwen? Hoe maakt u het? Mijn vrouw heeft nog bij u in de klas gezeten.” Trefzeker spreekt een Flevolands CDA-lid de 73-jarige lijsttrekster voor de Eerste-Kamerverkiezingen aan. Het antwoord van 'straaljager-Hannie' komt ad rem: „Dat kan niet, want ik heb nooit voor de klas gestaan!” Foutje, bedankt.

Het incident doet enigszins afbreuk aan de stelling die mevrouw Van Leeuwen kort daarvoor had verkondigd: „Ik heb alle vertrouwen in de uitslag van deze verkiezingen, want het CDA heeft enorm veel geïnvesteerd in goede verhoudingen tussen landelijke, regionale en lokale partijgeledingen.” Blijkbaar niet zo veel dat iedereen feilloos de antecedenten op kan noemen van de lijsttrekster voor de senaatsverkiezing.

Voorzichtig
Van Leeuwen is 10 minuten voor acht, vlak voordat de eerste prognose op tv bekendgemaakt zal worden, zeer voorzichtig in haar bespiegelingen over de verkiezingsuitslag. „Bij de vorige statenverkiezingen zaten we op 22,9 procent van de stemmen. Bij de afgelopen kamerverkiezingen op 18,4 procent. Ik ben tevreden als we ergens daar tussenin belanden, dan is die negatieve lijn in elk geval omgebogen.” Campagneleider en oud-kamerlid Bremmer sluit zich bij het gematigde verwachtingspatroon van Van Leeuwen aan.

Bremmer heeft het provinciehuis van Lelystad uitgekozen om met de landelijke partijtop en iedereen die verder belangstelling heeft, de verkiezingsuitslag af te wachten. „Je kunt niet alles in Brabant en Limburg doen. Hier zitten we relatief dicht bij Hilversum, zodat Van Leeuwen en De Hoop Scheffer straks snel naar de studio kunnen.”

Opgelucht
Zover is het echter nog niet. Klokslag acht uur verschijnt de eerste prognose op het tv-scherm: 22,7 procent van de kiezers stemde waarschijnlijk CDA. Van Leeuwen („Noem mij alsjeblieft Hannie”) schudt het hoofd met een gezicht van: Valt heel niet tegen. Ook andere CDA-kopstukken halen opgelucht adem. De spanning is er wat af. De voortdurend dalende lijn sinds 1994 lijkt tot stilstand gekomen. Dat de zeer lage opkomst waarschijnlijk mede tot deze uitslag heeft geleid, doet aan de algehele tevredenheid geen afbreuk. „Dit is blijkbaar de vaste aanhang waar het CDA op kan rekenen. Dat moeten we zien vast te houden. Een deel van onze vroegere kiezers hebben we al teruggehaald; de rest komt nog. Zo is dat”, zegt de immer optimistische en energieke Van Leeuwen.

„Deze uitslag is een pluim op de hoed voor allen die zich in deze campagne de benen uit het lijf hebben gerend”, aldus partijleider De Hoop Scheffer. „Het CDA was, is en blijft een zeer sterke lokale en regionale partij. Er was weliswaar een lage opkomst –wat voor ons inderdaad gunstig is– maar het is dan toch maar een feit dat de CDA-kiezer zo trouw is dat hij ook nu weer is gekomen. De PvdA bijvoorbeeld is er blijkbaar niet in geslaagd haar eigen kiezers te mobiliseren.”

Kluiten modder
De Hoop Scheffer schreef de relatief gunstige uitslag voor zijn partij grotendeels toe aan de inspanningen van regionale partijleden en aan de „werkelijk provinciale campagne die wij gevoerd hebben.” De CDA-leider heeft naar eigen zeggen zijn best gedaan „buiten de grote kluiten modder te blijven” waarmee de landelijke kopstukken de afgelopen weken naar elkaar smeten. „En dat is maar goed ook. Melkerts uitspraken over het asielbeleid hebben hem uiteindelijk ook niet geholpen.”

Dat het CDA een werkelijk regionale campagne heeft gevoerd, wordt stellig bevestigd door H. Tiesinger, voorzitter van CDA-afdeling Flevoland. „VVD en PvdA zag je afgelopen weken nauwelijks in onze provincie. Die hadden het te druk met bekvechten over landelijke thema's”, aldus de Flevolander.

„Jaap de Hoop Scheffer en Hannie van Leeuwen hebben ons gesteund, maar de thema's hebben we nadrukkelijk provinciaal gehouden. Een zwaar punt hebben we bijvoorbeeld gemaakt van de zorgsector, een uitgesproken CDA-thema, waarover de provincie veel te zeggen heeft.” Terwijl de stemmen van het CDA-bolwerk gemeente Noordoostpolder nog niet eens binnen zijn, vinden de christen-democraten al aanleiding op een extra, dus negende statenzetel te hopen. Een zetel die –als hij er komt– volgens Tiesinger voor een groot deel te danken zal zijn aan de populariteit van CDA-gedeputeerde Van Hemmen. „Dick is naast de commissaris de bekendste gedeputeerde.”

Herkenbaarheid
Ook oud-kamerlid Van der Linden benadrukt „de grote behoefte” die er blijkbaar bij de kiezer bestaat aan regionale politiek en herkenbaarheid. „Ik heb die regionalisering zelf altijd toegejuicht. Gelukkig heeft mijn partij in deze campagne de regio's veel vrijheid gegund. Dat loont.”

Van der Linden, Tiesinger en De Hoop Scheffer doen hun uitspraken op het moment dat het CDA in de prognoses op 23,1 procent staat. De CDA-kopstukken worden nog wat enthousiaster als het er halverwege de avond verdacht veel op gaat lijken dat de christen-democraten op een absolute overwinning afstevenen. „Dit is voor ons een mentale opkikker”, aldus De Hoop Scheffer. „Het CDA is er klaar voor om weer te gaan regeren”, blikt hij vervolgens verwachtingsvol de toekomst in. „Als het moet morgenochtend al, als het even kan morgenmiddag”.