Provinciale-Statenverkiezingen 3 maart 1999 3 maart 1999

VVD tevreden: „Wijsneuzen” van de PvdA verslagen

Saxofoon blijft in de kofferbak

Door B. J. Spruyt
HAARLEM – Het feestje van de VVD kwam gisteravond in het provinciehuis in Haarlem maar langzaam en moeizaam op gang. Het ”biertje happen”, op avonden als deze een liberale specialiteit, bleef lang uit. De partijprominenten wisten niet goed raad met de uitslag. Er was verloren, maar er was ook de troost dat de partij de grootste was gebleven. Die troost bleek halverwege de avond ook nog ijdel.

Omdat de stemming er niet echt goed in zat, werd er op commando geapplaudisseerd toen partijleider Dijkstal onder opzwepende klanken de zaal betrad. Hij spoedde zich naar het spreekgestoelte en wat vele partijgenoten al hadden gevreesd, bleek waar: de saxofoon was in de kofferbak blijven liggen. Dijkstal had aangekondigd die mee te zullen nemen om bij een eclatante overwinning een enthousiast partijtje jazz te blazen.

Toch zei hij een „tevreden man” te zijn, maar echt reden tot juichen was er niet, gaf hij direct daarop toe. Wat tot vreugde stemde, was dat de VVD erin geslaagd was zich op een „stabiel hoog niveau” te handhaven. „Dat is een hele prestatie voor een partij die vanouds niet tot de grote drie behoorde.”

Te vroege piek
Algemeen was de overtuiging onder de liberalen bij voorbaat al geweest dat de „ongekend hoge” uitslag van 1995 er dit keer niet zou inzitten. Toen werd de VVD, geleid door Bolkestein, op afstand de grootste partij. Die piek was te vroeg geweest, bleek vorig jaar bij de Tweede-Kamerverkiezingen. Met verlies was binnen de VVD dus al rekening gehouden. Dat dat verlies beperkt bleef (van 27,2 naar 23,7 procent van de stemmen), stemde „tevreden.”

Wat de liberalen vooral meeviel, was het geringe herstel van de PvdA ten opzichte van de vorige statenverkiezingen. Toen 'scoorden' de sociaal-democraten slechts 17 procent van de stemmen. De verwachting was dat zij zich flink zouden herstellen. Aanvankelijk zag het ernaar uit dat de PvdA gisteravond boven de 20 procent zou uitkomen, maar uiteindelijk bleef de teller iets onder de 19 procent steken. Daar waren ze bij de VVD toch wel blij mee. „Wij bleekneuzen hebben die wijsneuzen toch maar verslagen”, mompelde een van de aanwezigen met enig leedvermaak.

Verdriet onderdrukken
Hij verwees daarmee naar het verwijt, tijdens de campagne door PvdA-fractievoorzitter Melkert geuit, dat VVD'ers „sociale bleekneuzen” zijn. Tegelijkertijd nam het zelfvertrouwen van de PvdA tijdens de campagne zo toe, dat de coalitiegenoten VVD en D66 de sociaal-democraten „arrogantie” gingen verwijten. Maar de „wijsneuzen” moesten aan het einde van de avond toch hun wonden likken, stelde men in Haarlem met een zeker genoegen vast. „Ik heb enig verdriet, maar kan dat nu wel onderdrukken”, zei minister Hermans van Onderwijs.

Niemand waagde zich aan een beschouwing over de vraag wat de uitslag van gisteravond voor de landelijke verhoudingen betekent. Minister De Grave van Defensie zei desgevraagd dat de historisch lage opkomst tot „een vertekend beeld” leidt. „We moeten deze uitslag nemen voor wat het is. Het resultaat in 1995 was magnifiek. We zijn nu in ieder geval in de buurt gebleven. Dat is redelijk, al zie ik geen reden de vlag uit te hangen. Zelfs het feit dat wij ruim voor de PvdA zijn geëindigd, zegt maar weinig. In het kabinet kunnen we nu echt niet tegen hen zeggen dat ze een beetje moeten gaan dimmen.”

De Grave verklaarde de lage opkomst uit het feit dat „de machtsvraag niet aan de orde was. Het ging niet om de vraag wie de premier werd of wie de grootste partij zou worden. Dan blijven de mensen massaal thuis.”

Kwetsbaar
Omgerekend naar zetels in de Eerste Kamer houdt paars een kleine meerderheid, stelden de VVD'ers na het tellen van 70 procent van de stemmen vast. Zelf verliezen de liberalen drie zetels (van 23 naar 20), evenals D66 (van zeven naar vier), terwijl de PvdA er één wint. Samen komen ze in de 75 zetels tellende Senaat uit op 39 zetels, dat waren er 44.

Zorgen over de desastreuze uitslag voor D66 waren er wel. „Als partij die numeriek overbodig is, was D66 al kwetsbaar. Die kwetsbaarheid is nog toegenomen”, zei De Grave. Maar de liberalen houden D66 aan de afspraak dat de drie coalitiefracties een termijn van 4 jaar zijn aangegaan. En de slechte toon van de campagne zal ook wel weer „normaliseren zodra we weer gewoon aan het werk gaan”, voegde Dijkstal daaraan toe.