Provinciale-Statenverkiezingen 3 maart 1999 3 maart 1999

Voorlopige prognose

Uit de voorlopige prognose van de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen blijkt dat PvdA, GroenLinks en SP de winnaars zijn. Verliezers zijn D66 en VVD. De opkomst was bijzonder laag; waarschijnlijk is de grens van 50 procent niet gehaald.

Op basis van informatie van het onderzoeksbureau Inter/View in opdracht van ANP en NOS zou de PvdA uitkomen op 21,7 procent, een stijging van bijna 5 procent. De VVD verliest 4 procent en komt uit op 23, 2 procent. Het CDA blijft met 22,7 procent nagenoeg gelijk. D66 halveert bijna: van de 9,2 procent blijft maar 5,3 procent over. GroenLinks verdubbelt daarentegen bijna: de 5,5 procent van 1995 wordt 10,6 procent. SGP/GPV/RPF boeken met 0,3 procent een lichte vooruitgang (7 procent). SP verdubbelt naar 4 procent. De overige partijen spelen geen rol van betekenis. Alleen de Ouderenpartijen komen met 1,4 procent nog een klein beetje in de buurt van de traditionele partijen.

De uiteindelijke opkomst bij de Statenverkiezingen blijft volgens het bureau Inter/View duidelijk onder de 45 procent. Om 7.00 uur lag de opkomst op 38 procent, maar de stembureaus waren toen nog een uur open. Vorige keer, in 1995, lag het opkomstpercentage rond half zeven rond de 48 procent.

Negatief record
In de grote steden is traditioneel weinig belangstelling voor de Statenverkiezingen. Die traditie wordt vooralsnog in ere gehouden. Zo lijkt Rotterdam opnieuw af te stevenen op een negatief record. Rond 15.00 uur had zich op sommige stembureaus minder dan 10 procent van de stemgerechtigden gemeld. In de havenstad was vier jaar geleden de opkomst slechts 39,5 procent.

Ook in Den Haag verwacht men dat de opkomst ongeveer 5 procent minder kiezers trekt dan vier jaar geleden. Op basis van de ochtendopkomst in deze stad (11,02 procent) verwacht die gemeente dat na de sluiting van de stembussen woensdagavond ongeveer 35 procent van het Haagse kiezersvolk zijn stembiljet heeft verzilverd.

In Utrecht was rond 16.00 uur inmiddels 20 tot 25 procent van de kiezers op het stembureau geweest. In Amsterdam is tegen 18.00 uur de gemiddelde opkomst 24,5 procent. Men verwachtte in de hoofdstad dat woensdagavond nog veel mensen zouden gaan stemmen. Vorige keer stemde in Amsterdam in totaal 41,3 procent van de stemgerechtigden voor Provinciale Staten.

Ook in de rest van het land lijkt de opkomst voorlopig nog niet te kunnen tippen aan die van 1995. Zo twijfelen de verkiezingsbureaus in de grote Gelderse plaatsen of de totale opkomst de 50 procent wel bereikt.

Noord-Brabant
De opkomstpercentages in Noord–Brabant liepen in de loop van woensdagmiddag nog uiteen. In enkele gemeenten, zoals Steenbergen, lijken meer mensen naar de stembus te zijn gekomen dan bij de verkiezingen in 1995. In andere plaatsen zijn de geluiden pessimistischer. In Breda bijvoorbeeld vreest een zegsman dat de opkomst uiteindelijk niet hoger zal zijn dan 30 tot 40 procent. Ook in Eindhoven is de opkomst aan de magere kant.

Limburg gaat af op een dieptepunt. Voorzitters van enkele grote stembureaus meldden aanmerkelijke lagere tussenstanden dan vier jaar geleden. Toen ging nog 47,8 procent van de Limburgse kiezers naar de stembus. Rond half vier woensdagmiddag had ongeveer een kwart van de kiesgerechtigden een stem uitgebracht.

In sommige gevallen was daarbij enige hulp vereist. Zo moest de voorzitter van stemkantoor 85 inspringen bij een 91–jarige vrouw die op de stemcomputer vergeefs zocht naar de naam van haar favoriet, premier Wim Kok. „We hebben haar maar geholpen door de hoogste PvdA–kandidaat van de provincie, gedeputeerde Jan Tindemans, uit te kiezen.

In Groningen blijken voorlopig vooral ouderen hun stem te hebben uitgebracht. „Ze voelen het als hun plicht”, verduidelijkt een stembureaumedewerker. Gemiddeld ligt het gemiddelde opkomstpercentage in de provincie Groningen op ongeveer 23 procent.