Het jaar 1998 |
Werk van een lobbyistIn de bijenkorf van belangen die het Nederlandse parlement vandaag de dag vormt, verdienen zo'n zestig voltijdslobbyisten hun brood. De Rotterdamse hoogleraar prof. dr. M. P. C. M. van Schendelen deed onderzoek naar hun dagelijkse activiteiten en de aanpak van het lobbywerk. Ongeveer eenvijfde van hun tijd besteden Haagse lobbyisten aan de fase waarin beleid wordt vastgesteld. Daarbij benaderen zij vooral kamerleden en medewerkers van de diverse fracties. Eenderde van de tijd trekt de lobbyist gemiddeld uit om de fase van beleidsvoorbereiding op het betrokken ministerie te beïnvloeden. Ambtenaren vormen daarbij het belangrijkste doelwit om het specifieke belang van de organisatie in het beleid opgenomen te krijgen. 15 procent van de dagelijkse inspanningen van lobbyen is erop gericht problemen op de agenda van politici te krijgen. Vaak gaat het dan om zaken waarover nog helemaal geen specifiek beleid wordt gevoerd of zaken die tot dan toe onomstreden zijn; 16 procent van zijn tijd besteedt de lobbyist aan beïnvloeding van de uitvoering van vastgesteld beleid. Lobbymethoden Hoorzittingen van de Tweede Kamer zijn onder lobbyisten omstreden. Bijna de helft vindt het niet effectief om daaraan deel te nemen en verfoeit dat parlementaire middel vanwege z'n openbaarheid. Deze helft houdt het liever bij de informaliteit. Een kleine meerderheid heeft iets meer fiducie in hoorzittingen, maar over het algemeen zijn lobbyisten dat politieke fenomeen liever kwijt dan rijk. Ruim 20 procent van de lobbyisten vindt demonstraties en manifestaties effectief als lobbymiddel. Randvoorwaarden Bijna de helft van alle Haagse lobbyisten werkt voor een branche- of koepelorganisatie; 29 procent is in dienst van een individuele onderneming, 18 procent werkt voor een non-profit-organisatie en 6 procent voor een overheidsorganisatie. |
![]() |