Geen andere
keus dan vrede
In Israël
kwam het dit jaar tot de bloedigste confrontaties tussen Palestijnen en
Joodse soldaten sinds de intifada van 1987. Enkele honderden doden en
duizenden gewonden waren het trieste resultaat. En nog steeds gaat het
geweld door. Uitzicht op een spoedige oplossing van het slepende conflict
lijkt er voorlopig niet te zijn. De Israëlische ambassadeur in Nederland,
Yossi Gal: Vroeg of laat zullen we toch moeten leren met elkaar
samen te leven.
Door mr. R. A. C. Donk
Hij
is net van een kort bezoek aan Israël teruggekeerd. Bepaald vrolijk
stemde de sfeer in zijn vaderland hem niet, maar Yossi Gal blijft optimistisch.
De laatste maanden van bloedvergieten zijn voor ons heel moeilijke
tijden geweest, vertelt hij in de streng bewaakte Israëlische
ambassade in Den Haag. Er is aan de ene kant een vastbeslotenheid
om niet aan terreur toe te geven. Anderzijds is het opmerkelijk dat desondanks
nog altijd 60 tot 70 procent van de bevolking voor een deal met de Palestijnen
is.
Dat hoeft geen verrassing te zijn, vervolgt de Joodse diplomaat.
Het is een afspiegeling van de realiteit dat er uiteindelijk vrede
tussen Israël en de Palestijnen zal zijn. God heeft gewild dat wij
in dit deel van de wereld wonen. Wij zullen hier altijd zijn, maar de
Palestijnen zijn er ook. Vroeg of laat zullen we toch moeten leren met
elkaar samen te leven.
Zowel van Palestijnse als van Israëlische zijde is herhaaldelijk
gezegd dat het vredesproces dood is.
Ik denk niet dat het vredesproces dood is. Eén ding is wél
zeker: je kunt geen onderhandelingen voeren en net doen of er niets om
ons heen gebeurt. Het is heel duidelijk dat het proces niet zomaar door
kan gaan als er dagelijks geweld en terreur is. Maar wij zullen nooit
de hoop verliezen, omdat er simpelweg geen andere keus is dan vrede.
Meteen ophouden
Is er enig vooruitzicht dat het geweld binnen afzienbare tijd zal stoppen?
Ik hoop dat onze Palestijnse buren spoedig hun gezond verstand terug
zullen krijgen en dat hun leiderschap zich op een verantwoordelijke manier
begint te gedragen. Het geweld kan nog een hele tijd voortduren, maar
het kan ook meteen ophouden als de Palestijnse Autoriteit het volk duidelijk
maakt dat dit hun keus en voorkeur is. De boodschap aan alle Palestijnen
moet zijn dat ze met schieten en met het gooien van stenen en molotovcocktails
stoppen. Als dat gebeurt en de situatie normaliseert zich, dan kunnen
we direct terug naar de onderhandelingstafel en onze gezamenlijke inspanningen
om vrede te brengen voortzetten.
Als je echter de Palestijnse televisie en andere media volgt en
de schoolboeken van hun kinderen leest, blijkt er sprake van openlijke
ophitsing en haat. Dat is écht niet de manier om aan een relatie
te bouwen, om je volk op vrede voor te bereiden. In plaats daarvan laat
Arafat Hamas-terroristen uit de gevangenis vrij. Wat is dat? Dat is toch
groen licht geven aan terreur? Kijk naar wat er in Israël is gebeurd.
Een aanslag op de markt van Jeruzalem, een schoolbus met kinderen aangevallen
in Kfar Darom, een autobom in het hart van Hadera.
Tijdens de eerste dagen van deze intifada werd het Palestijnse jongetje
Mohammed al-Durra per ongeluk gedood. Het is nog steeds niet duidelijk
hoe het precies is gebeurd, maar de hele wereld keek ernaar, was geschokt
en veroordeelde ons. Ik heb nooit gemerkt dat de wereld een bewuste aanval
op een Israëlische schoolbus heeft veroordeeld. We hebben honderden
beelden van Palestijnse ziekenhuizen gezien, maar ik heb geen of
in elk geval niet genoeg beelden gezien van die drie kinderen uit
één gezin die in die bus zaten en ledematen kwijtraakten.
Vertrouwen beschadigen
In een aantal gevallen hebben Israëlische burgers al het recht
in eigen hand genomen. Hoeveel rek zit er nog in het geduld van de publieke
opinie als het geweld blijft voortduren?
Ik
ben niet bezorgd dat iemand het recht in eigen hand zal nemen. Laten we
niet vergeten dat Israël een democratie is en een land met een leger,
politie, een regering, rechtszalen en instituties. Anderzijds: als dit
lange tijd zo doorgaat, als onschuldige mensen in Jeruzalem geen normaal
leven kunnen leiden zoals u en ik omdat iemand van de andere kant op hen
schiet, als er autobommen blijven ontploffen, als ouders hun kinderen
niet meer met een gerust hart op een schoolbus kunnen zetten, dan zal
dit ongetwijfeld het publieke vertrouwen, dat we zo hard nodig hebben
voor het succes van het vredesproces, beschadigen en eroderen. Dat staat
buiten kijf. Dat heeft ook niets met rechts of links te maken. Dat gaat
elke Israëliër aan.
Zal de druk op de regering en het leger om hardere acties te ondernemen
toenemen?
Die druk is er al, hoewel de regering nog steeds met maximale terughoudendheid
opereert en al het mogelijke doet om ervoor te zorgen dat de situatie
niet verder verslechtert. Waar ter wereld vind je een regering die reageert
zoals wij reageerden op het lynchen van drie Israëliërs in Ramallah?
Iedereen op de wereld heeft de beelden gezien: mensen die koelbloedig
werden vermoord en verminkt en Palestijnen die op hun bloed dansten. De
overheid móest iets doen. Dat is de taak van élke regering.
Wat deden we? We stuurden onze helikopters, maar we waarschuwden
eerst de Palestijnen om hun politiebureau te evacueren. De toestellen
cirkelden eerst om het gebouw heen, om er zeker van te zijn dat er niemand
meer in was. Pas toen vielen we een léég gebouw aan. Niemand
hoeft zich illusies te maken over onze kracht en wat wij kunnen doen.
Maar we gebruiken al die middelen bewust niet.
Waarom vergold Israël de bomaanslag in Hadera niet?
We gaan heel voorzichtig door met diegenen op te sporen die hiervoor
verantwoordelijk zijn. Dat kan tijd kosten: dagen; misschien weken. Maar
uiteindelijk zal niemand ontsnappen. Tegelijkertijd zullen we ons beleid
van terughoudendheid voortzetten, omdat wij niet in een groter conflict
meegesleept willen worden. Misschien is dat juist wat de andere kant wil.
Religieus element
Wat is het verschil met de intifada van 1987, ook als het gaat om de
groeiende religieuze sentimenten in het huidige conflict?
Er is een wereld van verschil tussen deze intifada en de vorige.
In 1987 praatten we niet over vrede met de Palestijnen. Destijds zaten
er Israëlische soldaten in het hart van Palestijnse steden en dorpen.
Er was sprake van een bezetting. Dat is nu voorbij. Israëliërs
zijn alleen dáár gestationeerd waar ze op grond van afspraken
met de Palestijnse Autoriteit mogen zijn. Nu is het geweld op het hoogtepunt
van het vrédesproces uitgebroken.
Wat het religieuze element betreft: de opperrabijn van Israël heeft
onlangs nog sterk benadrukt dat dit niet een oorlog tussen Jodendom en
islam is wat God verhoede. We moeten ons allemaal verzetten tegen
krachten die proberen ons in religieuze conflicten mee te slepen. Ik denk
dat we alles moeten doen om de dialoog tussen de godsdiensten te bevorderen.
Bovendien: niets van dit alles kan worden gedaan in de naam van welke
religie dan ook.
Ondanks alle besprekingen en overeenkomsten hebben de gewone
Palestijnen nog niet al te veel concrete resultaten gezien.
Ik spoor iedereen aan twee dingen te doen. Allereerst: Kijk eens
naar Camp David. Wat had daar voor de Palestijnen niet uit kunnen komen.
En twee: Bezie alles in historisch perspectief en ga terug naar 1990,
toen we dit hele proces zijn begonnen. Zon 40 procent van het land
is inmiddels aan de Palestijnen teruggegeven; 97 procent van de Palestijnen
leeft al onder Palestijns gezag. Als zij s morgens hun raam opendoen,
zien ze geen Israëliërs. Arafat is terug in het gebied.
Als je in aanmerking neemt wat hem in Camp David is aangeboden: de hoeveelheid
land die zou worden teruggegeven; de praktische oplossingen voor tal van
problemen. Er had heel veel kunnen worden bereikt als de Palestijnen Camp
David hadden geaccepteerd als basis voor verdere onderhandelingen.
Helaas koos hun leiderschap voor een andere weg.
Gezag uitoefenen
Hoeveel gezag heeft Arafat nog onder zijn mensen?
In tegenstelling tot andere berichten geloof ik dat Arafat en de
Palestijnse Autoriteit wel degelijk het gezag over hun volk hebben. Zij
hebben in elk geval de controle over de Palestijnse politie een
afdeling van de Palestijnse Autoriteit met tienduizenden gewapende
soldaten. Arafat heeft het uiteraard binnen zijn eigen Fatah-beweging
en de gewapende tak daarvan, de Tanzim, voor het zeggen. Hij heeft bovendien
Hamas-leden uit de gevangenis vrijgelaten. Ik denk dat hij alle touwtjes
in handen heeft. Hoe langer hij echter in dit conflict wacht met zijn
gezag over het volk daadwerkelijk uit te oefenen, hoe minder krediet hij
in de toekomst zal hebben.
De praktijk laat wel anders zien: twee weken geleden riep Arafat zijn
bevolking expliciet op niet meer vanaf Palestijns grondgebied op Israëlische
doelen te vuren, maar het schieten ging gewoon door.
Het gaat ook niet om woorden, maar om daden. We hebben een groot
aantal keren over een staakt-het-vuren horen spreken: in Sharm el-Sheik,
met de wereldleiders om ons heen, in Parijs. Shimon Peres is naar Gaza
geweest om met Arafat over een bestand te onderhandelen. Maar práten
alleen is niet genoeg; je moet orders geven: aan de politie, aan de Tanzim,
aan Force 17, aan iedereen.
Jeruzalem
Jeruzalem is ongetwijfeld een van de belangrijkste obstakels voor een
allesomvattend vredesakkoord tussen Israël en de Palestijnen. De
eeuwige en ongedeelde hoofdstad van Israël?
Laat er geen twijfel over bestaan wat Jeruzalem betekent voor ons,
voor mij en voor het Joodse volk. Jeruzalem is geen stad om te worden
verdeeld en het ís de hoofdstad van Israël, of men dat erkent
of niet. Er is echter geen sprake van starheid. Lang voor deze intifada
begon nam het Israëlische kabinet een resolutie aan om drie dorpen
bij Jeruzalem aan de Palestijnen over te dragen. Op de top in Camp David
zijn voorstellen omtrent de stad op tafel gelegd die voor de Israëliërs
écht niet makkelijk te slikken waren. Desondanks accepteerden we
ze als basis voor discussie. Maar de Palestijnen zeiden nee.
Momenteel proberen allerlei mensen de zogenaamde échte problemen
van dit conflict op te sporen. Maar we dreigen te vergeten waar dit allemaal
begon. Niet met een discussie over Jeruzalem, de nederzettingen of het
recht op terugkeer voor Palestijnse vluchtelingen. De rellen begonnen
nadat de realiteit van Camp David bij de wereld bekend was geworden. Direct
na de top maakten de Amerikanen duidelijk wie er bereid was tot concessies
en wie niet. Yasser Arafat reisde twintig dagen lang de aardbol over om
steun te vergaren voor een eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring. De
boodschap die hij overal zelfs in Arabische kringen kreeg
was: Ga terug naar de onderhandelingstafel, want de Israëliërs
willen vérgaande dingen met je bespreken. We waren heel dicht bij
een doorbraak. Misschien realiseerde Arafat zich dat hij de steun van
de internationale gemeenschap langzamerhand kwijt dreigde te raken. De
Palestijnen gebruikten vervolgens het bezoek van Sharon aan de Tempelberg
als excuus om hun diplomatieke falen te maskeren en alles in brand te
zetten.
Nog niet klaar
Diverse Israëlische analisten hebben zich nogal pessimistisch
getoond over het verdere verloop van het huidige conflict. De meeste scenarios
gaan ervan uit dat het geweld nog een tijd zal aanhouden.
Ik ben niet pessimistisch. Misschien omdat ik een aantal jaren persoonlijk
betrokken was bij de vredesonderhandelingen met de Palestijnen. Mijn basisprincipe
is dat wij daar leven en zij ook. We zullen naast elkaar moeten wonen
en uiteindelijk een manier zien te vinden om het samen te doen. Als iemand
die het proces van binnenuit en vanaf het begin sinds de conferentie
in Madrid heb meegemaakt, heb ik geleerd dat in het Midden-Oosten
niets onmogelijk is. Als we hier een paar jaar geleden hadden gezeten
en ik zou je verteld hebben dat Israël bereid was te praten over
de status van Jeruzalem, zou je me niet serieus hebben genomen. Als iemand
mij tien jaar geleden zou hebben gezegd dat ik deel zou uitmaken van de
eerste Israëlische delegatie die naar Tunis zou gaan om Yasser Arafat
in zijn eigen kantoor te ontmoeten, dan zou ik hem als krankzinnig hebben
bestempeld. Toch is het in 1993 gebeurd.
Dingen
ontwikkelen zich. Ik denk dat de realiteit heeft bewezen dat wat in het
Midden-Oosten gisteren totaal onmogelijk was, vandaag tot de mogelijkheden
behoort, als we vastbesloten zijn voor vrede te gaan en als de andere
kant hetzelfde gevoel heeft. Dat kost uiteraard tijd. Veel tijd. Misschien
zijn onze Palestijnse partners nog niet klaar om een volledig eind aan
het conflict te maken. Natuurlijk zie ik met pijn in het hart dat er zo
veel wederzijds wantrouwen is en in welke omstandigheden veel mensen moeten
leven. Maar ik heb een groot vertrouwen in mijn volk. Een paar weken terug
was het vijf jaar geleden dat premier Rabin werd vermoord. Toen gingen
honderdduizenden mensen de straat op om hem én zijn erfenis van
vrede te herdenken. Als je dat ziet én de opiniepeilingen waaruit
blijkt dat tweederde van de Israëliërs in vrede is geïnteresseerd,
dan verlies ik de hoop nog niet.
|