Het
Amerikaanse volk heeft
gesproken
Geen
Amerikaan zal ooit kunnen zeggen dat zijn stem er niet toe deed. Het Amerikaanse
volk heeft gesproken, het zal alleen een tijdje duren om erachter te komen
wat het heeft gezegd.
Door R. R. Zeeman
De
Amerikaanse president Bill Clinton had er in de nacht van 7 op 8 november
geen idee van hoezeer hij met zijn uitspraak de spijker op de kop sloeg.
De Verenigde Staten gingen op 7 november naar de stembus, maar het duurde
bijna tot half december voordat de winnaar bekend werd. Na keer op keer
tellen, na rechtszaak op rechtszaak, gooide op 13 december de Democratische
presidents-kandidaat Al Gore de handdoek in de ring en had Amerika zijn
president elect, George W. Bush.
Feitelijk begon het voor de Amerikanen allemaal in februari. Het is traditiegetrouw
de staat New Hampshire die de spits afbijt bij de voorverkiezingen, waarna
de andere staten volgen. Van meet aan was duidelijk dat de Democraat Al
Gore en de Republikein George W. Bush hoge ogen zouden gooien. Vice-president
Al Gore ondervond in de voorrondes vooral tegenstand van Bill Bradley.
En de gouverneur van Texas, George W. Bush, kreeg het even benauwd door
Vietnam-veteraan John McCain. Verrassingen bleven evenwel uit. Het grote
geld en het partij-establishment hadden nu eenmaal ingezet op Gore en
Bush.
En
zo wezen de Republikeinen op hun conventie in juli George W. Bush als
hun kandidaat voor het Witte Huis aan en de Democraten in augustus Al
Gore. Het werd, voor Amerikaanse begrippen, een rustige verkiezingsstrijd.
Met modder werd er nauwelijks gegooid. De heren bleven beleefd tegen elkaar.
Als er al een onvertogen woord viel, dan gebeurde dat door de beide running
mates, Cheney en Lieberman.
Toch stonden er in feite twee verschillende werelden tegenover elkaar:
een Republikein tegenover een Democraat, een behoudend christen tegenover
een liberaal christen, het platteland tegenover de grote stad. Daarbij
beschikte Gore over een grotere (dossier)kennis dan Bush, maar had de
Republikein charisma, wat de Democraat moest ontberen.
Aanvankelijk
lag Bush ver voor in de peilingen, maar Gore kwam sterk terug toen hij
de orthodoxe Jood Joe Lieberman tot zijn kandidaat voor het vice-presidentschap
benoemde. Drie verkiezingsdebatten deden de balans niet doorslaan in het
voordeel van een van beide kemphanen. Op de verkiezingsdag had Bush een
lichte voorsprong, maar die was zo marginaal dat iedereen zijn adem inhield
voor de uitslag.
Gelukwensen
In de vroege morgen van 8 november berichtten televisiestations op basis
van peilingen dat Bush in de staat Florida de meeste stemmen had behaald
en daarmee de race om het Witte Huis had gewonnen. Gore belde zijn rivaal
om hem geluk te wensen met zijn zege, maar een uur later bleek de voorsprong
van Bush zo klein te zijn dat hertelling noodzakelijk was.
De verkiezingsstrijd werd verlengd. De toon werd scherper, verbeten. Gore
had landelijk gezien 337.000 stemmen meer dan zijn opponent Bush, maar
kwam in de beslissende staat Florida een paar honderd stemmen tekort voor
de overwinning. Een lijdensweg van hertellen en procederen begon. Uiteindelijk
kwam het hooggerechtshof in Washington eraan te pas. Op 12 december effende
het hof het pad voor George Bush. Het Supreme Court liet theoretisch ruimte
voor hertellen, maar dat moest binnen twee uur zijn afgerond.
Gore
sliep een nacht over de uitspraak, zocht naar openingen, maar vond ze
niet. Het hooggerechtshof heeft gesproken. Laat er geen twijfel
over bestaan dat ik het krachtig oneens ben met de beslissing, maar ik
leg me er bij neer, aldus de verslagen Democraat in zijn televisietoespraak
tot het Amerikaanse volk.
Gouverneur Bush mocht zich na vijf weken de 43e president elect
van de Verenigde Staten noemen. Voor de Republikeinen gaat een droom in
vervulling. Voor de eerste keer sinds president Dwight Eisenhower in januari
1953 het presidentschap aanvaardde, hebben ze zowel het Witte Huis als
het Capitool in handen. Anderzijds is er weinig reden voor triomfantelijke
gevoelens.
Wraakgevoelens
De meerderheid van de Republikeinen in het Amerikaanse Congres is flinterdun.
In het Huis van Afgevaardigden hebben zij een meerderheid van negen zetels,
in de Senaat is een patstelling ontstaan, vijftig tegen vijftig. Dat houdt
in dat als de stemmen staken, de toekomstige vice-president en senaatsvoorzitter
de beslissing moet brengen.
Na de meest weerzinwekkende verkiezingen sinds tientallen jaren,
maande het magazine U.S. News & World Report daarom, dat het
land wacht op een president die de wonden kan helen. Bush acht zich
daartoe in staat. Ik ben iemand die verenigt in plaats van verdeelt,
zei hij voortdurend tijdens zijn verkiezingscampagne. Bush verzoenende
woorden luiden: We zijn allemaal Amerikanen.
Toen hij op 13 december zijn verkiezing aannam beloofde hij alles
in het werk te zullen stellen om ervoor te zorgen dat in Washington de
geest van de samenwerking zijn intrede doet. Per slot van rekening
ben ik niet gekozen om een partij te dienen maar een land.
De tijd zal leren of Bush daartoe in staat is. Om het land te verenigen
zijn meer dan zalvende woorden nodig.
Democraten
en journalisten zijn intussen vastberaden af te ronden wat de gerechtshoven
verhinderden: hertelling van de stembiljetten. De Miami Herald kreeg al
toestemming een aantal stembiljetten te controleren. Blijkt dat de Democraten
toch hadden gewonnen, dan blijft Bush president, maar het zal niet gemakkelijker
voor hem worden. De wraakgevoelens bij de Democraten zullen er alleen
maar door worden gevoed. Voorlopig moeten ze twee jaar wachten. Dan vinden
er weer congresverkiezingen plaats en mag het volk opnieuw spreken.
|


|