Wanhoop
op de Molukken
Ook dit
jaar waren de Molukken, gelegen in het oosten van Indonesië, het
toneel van bloedige taferelen als gevolg van de strijd tussen christenen
en moslims. Meer dan 4000 mensen zijn inmiddels omgekomen sinds het geweld
er in januari 1999 uitbrak. Tegen de 900.000 mensen zijn van huis en haard
verdreven, zon 300.000 zitten er in vluchtelingenkampen.
Door A. Janssen
Dieptepunt
dit jaar was de komst van de Laskar Jihad (Strijdkrachten voor de Heilige
Oorlog) naar de eilandengroep. Ruim 10.000 fanatieke moslims uit Java,
Sulawesi en Sumatra kwamen er in mei aan om er hun Molukse geloofsgenoten
te helpen in de strijd tegen de kafirs, de ongelovige christenen.
Ze brachten daartoe scheepsladingen modern wapentuig mee. Enkele maanden
eerder, op 7 januari, waren ze aangemoedigd tijdens een massale demonstratie
in de Indonesische hoofdstad Jakarta, waarbij enkele honderdduizenden
radicale moslims opriepen tot een heilige oorlog in de Molukken. Het tekent
de politieke richtingloosheid in Indonesië dat bij die bijeenkomst
ook de voorzitter van het Volkscongres, Amien Rais, aanwezig was.
De Laskar Jihad geniet bij zijn optreden in de Molukken politieke steun
van radicale moslimpartijen, maar heeft ook de sympathie van (delen van)
de Indonesische strijdkrachten. Mede daardoor is het machtsevenwicht tussen
christenen en moslims in de Molukken volledig uit balans geraakt en hangt
christelijke Molukkers zelfs volledige uitroeiing boven het hoofd.
Uit
de mond van de christenen, maar ook uit die van vertegenwoordigers van
mensenrechtenorganisaties klonk dit jaar dan ook geregeld de smeekbede
om deze Laskar Jihad rigoureus uit te schakelen en terug te sturen naar
de eilanden van herkomst. President Wahid beloofde meermalen daarmee te
beginnen, maar tot nog toe zijn het loze woorden gebleken zoals
zo veel beloften, toezeggingen en voorspellingen van zijn kant. De aanvoer
van moslimstrijders ging zelfs gewoon door.
Machteloos
De machteloosheid van Wahid is te verklaren uit het feit dat hij het leger
het enige instrument om orde op zaken te stellen niet in de
hand heeft. Sterker: militairen en militante moslims hebben tijdelijk
de handen ineen geslagen, met als gezamenlijk doel de regering van Wahid
onderuit halen. Voor het leger geldt daarbij als motief dat Wahid als
democraat de rol van de strijdkrachten wil inperken. Voor radicale moslims
is van belang dat hij als gematigd moslim niets moet hebben van de invoering
van de sharia, de islamitische wetgeving, en al helemaal niet van de oprichting
van een islamitische staat.
Intussen rechtvaardigt de Laskar Jihad zijn optreden met het argument
dat ook de Molukse christenen hulp van buiten krijgen en bezig zijn een
hoger doel te realiseren: de vestiging van een exclusieve onafhankelijke
christelijke staat, waarin geen plaats is voor moslims. Moslims hebben
de letters RMS, als afkorting van Republik Maluku Serani (Christelijke
Molukse Republiek), op heel wat zwartgeblakerde muren op Ambon gekalkt
als stil bewijs van hun gelijk.
Deze
RMS-beschuldiging speelt ook een hoofdrol in een in Indonesië overbekend
boek van de hand van brigadegeneraal b.d. Rustam Kastor uit Jogjakarta.
Hij wordt wel de ideologische vader van het geweld op de Molukken genoemd,
en is de personificatie van de samenwerking tussen moslims en het leger.
Tot voor kort waren velen overtuigd van de onzinnigheid van die beschuldigingen,
want sinds het begin van de jaren 60 is er geen sprake meer van
een onafhankelijkheidsstreven op de Molukken. Vorige week is daar echter
verandering gekomen.
Onafhankelijkheid
Uit teleurstelling over de opstelling van president Wahid en zijn ministersploeg
blies een groep Molukkers in Nederland en op Ambon, verenigd in het Molukse
Soevereiniteits Front (Front Kedaulatan Maluku, FKM) het RMS-ideaal nieuw
leven in door de onafhankelijkheid af te kondigen.
Op zich is deze actie begrijpelijk. De machteloosheid van Jakarta werd
immers telkens verpakt in het argument dat het conflict op de Molukken
een binnenlandse aangelegenheid betreft. Nu klinkt dat uit
de mond van president Wahid nogal vreemd, want als er één
is die Indonesië op de agenda van het buitenland wil krijgen, dan
is hij het wel, getuige de vele reizen die hij ook dit jaar weer maakte.
Waarschijnlijker is dat de woorden hem dwingend ingefluisterd door degenen
die hem in zijn greep hebben, de conservatieve krachten binnen het leger.
Door
jezelf, zo redeneren de FKM-Molukkers kennelijk, onafhankelijk te maken
tover je een binnenlands probleem om tot een buitenlands probleem. Het
wordt daarmee ook oplosbaar omdat het binnen het bereik van de internationale
gemeenschap is gekomen.
Deze oplossing klinkt te simpel om waar te zijn, en dat is ze ook. Ze
gaat ervan uit dat de toestand op de Molukken wordt bepaald door de rechtsgeldige
status van een gebied, en niet door feitelijke krachtsverhoudingen. Niet
verklaringen en handtekeningen, maar kapmessen en machinegeweren maken
er de dienst uit.
Om dezelfde reden is natuurlijk ook het argument van Jakarta dat het hier
een binnenlandse aangelegenheid betreft, een lachertje. De anarchie in
het land is dusdanig groot dat binnen en buiten
meer verbale wapens zijn in handen van een machtige belangengroep (het
leger) dan van een nationale staat.
Toch lijkt de internationale gemeenschap onder de indruk, want die beperkt
zich tot nog toe tot humanitaire hulpverlening. En dat is een tweede reden
voor de FKM-Molukkers om de onafhankelijkheid uit te roepen. Die zachte
humanitaire opstelling van het Westen werd nog eens bevestigd tijdens
een diplomatieke missie van de EU naar de Molukken, medio oktober.
Meer kwaad dan goed
Dat
ze het president Wahid nu erg moeilijk maken hun kant te kiezen (omdat
dat bijna neerkomt op landverraad) kan de FKM-Molukkers waarschijnlijk
weinig deren, omdat hij toch al te zwak is om iets te kunnen uitrichten.
Toch is te vrezen dat ze met hun onafhankelijkheidsverklaring meer kwaad
dan goed aanrichten. Zo is het koren op de molen van de Laskar Jihad-strijders,
die onder leiding van Rustam Kastor al langer de RMS-viool bespelen. Bovendien
jagen de Molukkers het leger nog meer tegen zich in het harnas omdat juist
daar vanouds de nationale integriteit hoog staat genoteerd.
De RMS-proclamatie van vorige week kan daarom niets anders zijn dan een
ondoordachte wanhoopsactie, waarvan de desastreuze gevolgen voor rekening
komen van de toch al lijdende bevolking in de Molukken. Om die reden is
het te hopen dat dit onafhankelijkheidsstreven in het komende jaar een
vroege dood sterft.
|


|