Dossier Orgaandonatie | 6 juli 1995 |
Biologische ontwikkelingen vragen om bezinning orgaandonatieNa toestemming en geen bezwaarDoor dr. M. Heideveld De Tweede Kamer nam afgelopen vrijdag met een overweldigende meerderheid het wetsontwerp over de orgaandonatie aan. In februari werd door de ministersBorst (Volksgezondheid) en Sorgdrager (Justitie) nog uitstel van verdere behandeling nodig geacht, omdat een meerderheid van PvdA, D66 en CDA tegen het toenmalige voorstel bleek. Dat voorstel ging nog uit van het stelsel waarbij een uitdrukkelijke wilsverklaring nodig is om organen uit een lichaam te mogen wegnemen: het zogenoemde toestemmingssysteem. Omdat er via dit systeem te weinig organen beschikbaar komen om aan de (groeiende) vraag te voldoen, tekende zich een meerderheid af voor een geen-bezwaarsysteem. Hierbij moet ieder die bezwaar heeft tegen het afstaan van organen na zijn dood, zich laten registreren. Iedereen die dat nalaat (bewust of uit laksheid) is in principe orgaandonor. Het nu aangenomen voorstel lijkt een goed compromis tussen de twee systemen: toestemming engeen bezwaar. Iedereen vanaf 18 jaar krijgt een formulier toegezonden. Daarop kan worden gekozen uit drie mogelijkheden. Men kan toestemmen in het gebruik van organen voor transplantatie, bezwaar tegen donatie aantekenen of de beslissing aan de nabestaanden overlaten. Als geen formulier is ingevuld, beslissen de nabestaanden. Zo wordt voorkomen dat iemand tegen zijn wil organen afstaat. Tegelijkertijd worden mensen en hun toekomstige nabestaanden geconfronteerd met de vraag naar het beschikbaar stellen van organen. Op deze manier hoopt men een toename van het aantal orgaandonoren te bewerkstelligen. Voor en tegen Vooral dit laatste punt is van belang. Het wetsvoorstel probeert naar alle kanten ieder in z'n waarde te laten om maar over een zo groot mogelijk aantal donororganen te kunnen beschikken. Toegegeven, het wetsvoorstel wijst een extreme vorm van zelfbeschikking van de hand. Hierdoor zouden, volgens de VVD-visie, de nabestaanden eigenlijk altijd buitenspel moeten staan. Ook deelt het wetsvoorstel de visie niet waarbij het menselijk lichaam, althans na de dood, eigendom van de Staat of de gemeenschap is. Maar bij een benadrukken van het aantal potentiële orgaandonoren als doel van deze regeling, dreigt de ethische normering van de individuele keuze naar de achtergrond te verdwijnen. Dan doet het er niet zo veel meer toe of iemand zijn organen wil afstaan als een daad van christelijke naastenliefde (passend in het toestemmingssysteem), of vanuit een solidariteitsgedachte (voortkomend uit het geen-bezwaarsysteem). Het beschikbaar stellen telt. Rond deze gevoelige problematiek op de grens van leven en dood ligt het gevaar van een ethische verschraling op de loer. Vraag en aanbod Gelet op het grote (en groeiende) tekort aan donororganen, besluiten steeds meer wetenschappers daarom de oplossingen op een ander vlak te zoeken. De eerste resultaten van dit veelal celbiologische onderzoek lijken zeer interessant, maar roepen ook vragen op. Organen kweken Afstotingsproblemen zijn bij gewone transplantaties een bekend gegeven. Op dit moment wordt niet alleen met kraakbeencellen, maar ook met cellen van de huid, het hoornvlies, de lever en het beenmerg geëxperimenteerd. Volgens de onderzoekers kun je ook bij de mens verbrijzelde neuzen en oren vervangen via deze methode. Maar omdat een orgaan méér is dan een verzameling cellen, zal het nog wel even duren voordat er via deze manier functionele harten, levers, nieren en dergelijke beschikbaar komen. Xenotransplantatie Imutran kan aantonen dat varkenscellen die voorzien zijn van menselijke RCA's, bij laboratoriumtesten ongevoelig zijn voor het menselijke complementsysteem. Dit in tegenstelling tot gewone varkenscellen. Met het toevoegen van deze menselijke genen aan het varkens-DNA, hoopt men dat het varkensorgaan bij transplantatie in het menselijk lichaam (xenotransplantatie) als eigen herkend wordt, en afstoting achterwege blijft. Natuurlijk moet er nog veel onderzoek gedaan worden voordat de eerste xenotransplantatie van een gemanipuleerd varkensorgaan naar de mens kan worden ondernomen. Maar volgens een woordvoerder van het Britse bedrijf zal het hoogstens drie jaar duren voordat men zo ver is. Ethiek en praktijk Los van dit (algemene) gegeven, zal het gebruik van eigen lichaamscellen voor de kweek van donororganen op weinig andere ethische bezwaren kunnen stuiten. Moeilijker ligt het voor de xenotransplantatie: het gebruik van (gemanipuleerde) dieren om het tekort aan donororganen te kunnen opheffen. In tegenstelling tot het gebruik van dode produkten van dieren (zoals vlees, leer- of varkensinsuline) is het kenmerkende dat het levende orgaan van een dier wordt opgenomen in het levende lichaam van een mens. Na deze vermenging verzorgt het dierlijke orgaan vitale functies voor de mens. Anders gezegd: de biologische soortsgrenzen zijn doorbroken. Het is opvallend dat verschillende auteurs dit belangrijke gegeven nauwelijks bespreken. Te meer daar de techniek op korte termijn tot standaard verheven zou kunnen worden, lijkt een ethische doordenking (na toestemming en geen bezwaar) gerechtvaardigd. Mag ook hier- wat kan? Het belang van de individuele patiënt die voor de afweging van verschillende mogelijkheden wordt geplaatst, is geholpen bij een bijbels gefundeerd antwoord. De auteur is docent biologie en heeft een biomedische opleiding. |