Opinie 7 november 2000

Dossier Verkiezingen VS

Keuze tussen Bush
en Gore is eenvoudig

Zelden zijn de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten zo spannend geweest. Vandaag brengen miljoenen Amerikanen hun stem uit. Anders dan vier jaar geleden is de keuze voor dr. John P. Elliott nu niet zo moeilijk.

Vandaag rijd ik naar de basisschool om de hoek om mijn stem uit te brengen op een van de presidentskandidaten. Net als de lezers van het Reformatorisch Dagblad ben ik voorstander van een christelijke politiek. Vanuit dit standpunt licht ik mijn keuze toe.

Aan de ene kant maken Al Gore en George W. Bush deze keuze een beetje moeilijk omdat ze zo veel op elkaar lijken.

De Democratische en de Republikeinse kandidaat voor het Witte Huis zijn alletwee trouwe kerkgangers die graag over hun geloof praten. Gore zegt dat hij de waarden van geloof en gezin naar het presidentschap wil brengen. De Democratische kandidaat is niet bang te zeggen dat hij wedergeboren lid is van de Southern Baptist Church. Hij benadrukt de rol van het gebed in de volledige genezing van zijn zoon na een bijna dodelijk ongeluk.

George W. Bush spreekt van een keerpunt in zijn leven toen hij op zijn veertigste ophield alcohol te drinken. Tijdens de voorverkiezingen deed hij de spraakmakende verklaring dat Jezus Christus de belangrijkste invloed in zijn leven heeft. Beiden hebben voorbeeldige huwelijken en gezinnen, beiden willen het geloof een grotere plaats geven in het openbaar leven.

De twee kandidaten lijken ook op elkaar als het om een specifiek christelijke politieke visie gaat. Een duidelijk geformuleerde gereformeerde wereld- en levensbeschouwing, zoals de SGP of het GPV in Nederland die hebben, is hun vreemd. Gore en Bush kunnen zich beiden christen noemen, zonder dat de consequenties daarvan expliciet vastliggen in een partijprogramma.

Cliché
De erfenis van Bill Clinton zorgt ook voor enige verwarring. Acht jaar Clinton laten hun sporen zien in beide kandidaten. In navolging van zijn president trekt Al Gore de Democratische Partij naar het midden. Zijn mond loopt over van lof voor de vrije markt en de internationale handel. Gore kan niet ophouden te vertellen dat de begroting van de federale overheid nu een groot overschot laat zien, dankzij het verantwoorde financiële beleid van Clinton. Dezer dagen belooft hij zelfs dat de federale overheid niet groter zal worden onder zijn leiding. Het is dus geen toeval dat de Democraten in Wall Street nu net zo geliefd zijn als de Republikeinen.

Als het over de buitenlandse politiek gaat, heeft Clinton de Republikeinen zelfs bijna rechts ingehaald. Gore prijst een sterke defensie. Hij belooft een actief Amerikaans buitenlands beleid dat bereid is Amerikaanse strijdkrachten in te zetten waar het nodig is. In het jaar 2000 is Gore de havik, George W. Bush, met zijn voorzichtigheid, de duif.

Het presidentschap van Bill Clinton heeft ook duidelijk impact op George W. Bush gehad. De antioverheidsretoriek bij de Republikeinen van 1994 is helemaal weg. Bush wil wel verlaging van de inkomstenbelasting doorvoeren. Maar zijn voorstel is toch zeer bescheiden. In principe is Bush' kijk op de federale overheid niet veel anders dan de visie van Clinton.

Nederlandse commentatoren hebben altijd de neiging de kwestie van sociale voorzieningen aan de orde te brengen, met de opmerking dat de Democraten meer oog hebben voor de zwakken in de samenleving. Bill Clinton heeft dit achterhaalde cliché nu helemaal overboord gezet. In 1996 werkten hij en Gore samen met de Republikeinen om de sociale voorzieningen radicaal te hervormen. Zijn voorbeeld voor deze herziening was het succes van conservatieve Republikeinse gouverneurs in de staten Michigan en Wisconsin. Bush en Gore zijn twee handen op één buik als het gaat om de armoedekwestie.

Hoekstenen
En toch zijn er verschillen, zelfs grote verschillen tussen de twee kandidaten. Als het gaat om normen en waarden in de samenleving en de plaats van de openbare scholen gaan de twee kandidaten uiteen. De politieke loopbaan van Al Gore is hier ook interessant, omdat zijn carrière duidelijk maakt dat deze trouwe kerkganger geen vriend is van een christelijke politiek.

Al Gore – godsdienst in de dienst van een antichristelijk beleid. In 1988 en 1994 hebben de Democraten hun lesje geleerd: een antichristelijke houding levert alleen maar verlies op. Daarom praat Al Gore nu graag over zijn geloof. Daarom kiest hij de orthodoxe Jood Joe Lieberman, die het Oude Testament citeert. Maar wat is daarvan de concrete uitwerking? Het linkse weekblad Salon klaagt ervoor dat Gore over wedergeboren zijn praat zonder nader aan te geven wat dat betekent. Gore gebruikt zijn trouwe kerkgang om bij de kiezers de indruk te wekken dat hij hun algemene waarden deelt, zonder dat hij de specifieke consequenties onderschrijft.

Op drie specifieke punten heeft Gore zich zelfs een uitgesproken tegenstander getoond van wat gereformeerden in Nederland een christelijk beleid zouden noemen: abortus, het homohuwelijk en de financiële gelijkstelling van particulier onderwijs. Hij wijst alle beperkingen op abortus af. Gore wil een wettelijke regeling mogelijk maken voor homoparen en hij is vierkant tegen alles wat maar één dollar afpakt van de openbare scholen. Gore beschouwt de feministen, homoseksuelen en lerarenvakbonden als hoekstenen van zijn politieke coalitie.

Ketterij
De politieke loopbaan van Gore kan dit nader belichten. In 1988 liet hij zijn pro-lifestandpunt varen toen hij besloot zich kandidaat te stellen voor het presidentschap. In het jaar 2000 ontkende hij zelfs dat hij ooit tegen abortus was. Zijn vrouw Tipper werd nationaal bekend in de jaren tachtig toen ze campagne voerde tegen seks en geweld in de popmuziekindustrie.

Maar aan de vooravond van zijn campagne in 1987 maakten Al en Tipper Gore een reis naar Hollywood om vergeving van de popmuziekindustrie te vragen. Gore had de financiële steun van Hollywood nodig om ooit president te worden. Sindsdien heeft hij tientallen miljoenen bij elkaar gebracht in Hollywood. Als Gore in Los Angeles is, worden de waarden van gezin en geloof het zwijgen opgelegd.

George W. Bush: een ander beeld. Hoewel de Republikeinse kandidaat kerkelijk is opgevoed, is er sprake van een duidelijk bekering in zijn leven. Op zijn veertigste verjaardag besloot hij geen alcohol meer te drinken. Familie en vrienden spreken van een veranderd leven na dat besluit. De consequenties van zijn bekering zijn merkbaar in zijn politiek.

In de eerste plaats is George W. Bush een tegenstander van abortus die bereid is iets te ondernemen om dit kwaad terug te dringen. Hij belooft rechters aan te stellen die de grondwet letterlijk zullen toepassen. Vriend en vijand weten wat dat betekent: de ”Roe versus Wade”-uitspraak van 1973 van het hooggerechtshof, die abortus vrijgaf, ongedaan maken. In tegenstelling tot zijn vader zal George W. Bush daadwerkelijk iets doen in de strijd tegen abortus.

Als het om onderwijs gaat, is het verschil tussen hem en Gore bijzonder groot. Bush wil het monopolie van de openbare scholen op overheidssubsidie doorbreken. Hij wil ruimte scheppen voor alle soorten onderwijs. Bush wil dat het onderwijs voornamelijk wordt bestuurd door de plaatselijke schoolverenigingen, zonder inmenging van de hoger overheden. Dit is ketterij in de ogen van de lerarenvakbonden. Al Gore staat helemaal aan hun kant. Als het er echt op aankomt, is Gore geen vriend van christelijk onderwijs.

Kennis
Democraat en voormalige journalist bij ABC News Bob Zelnick, de eerste biograaf van Gore, zegt dat Gore zijn hele leven een rotsvaste overtuiging heeft gehad: het nut van een actieve, sterke en groeiende federale overheid. Zelnick meent dat dit geloof een donkere kant heeft. Gore heeft de neiging zijn politieke tegenstanders als ketters te beschouwen. Deze combinatie maakt Zelnick zeer terughoudend: „Ik maak me zorgen over de grondwettelijke vrijheden als Gore president wordt.”

Als je het geloof in een groot overheidsapparaat combineert met de belangengroepen die Gore steunen –de pro-abortuslobby, de homoseksuelen– dan hoef je geen profeet te zijn om te voorspellen dat zijn sociaal-ethisch beleid christelijke normen en waarden zal afbreken.

In tegenstelling tot Gore heeft Bush zich laten identificeren met de agenda's van christelijke groepen. In Texas heeft hij een christelijke gevangenis in Houston laten oprichten na gesprekken met Charles Colson. Zijn adviseur op het gebied van sociale voorzieningen is Marvin Olasky, redacteur van het grote christelijk weekblad World. George W. Bush is een politicus die vaak indirect of intuïtief communiceert waar hij staat. Evangelisch Amerika is ervan overtuigd dat hij aan hun kant staat. En dat is geen verkeerde beoordeling.

Ik heb met genoeg familieleden en collega's in Nederland gesproken om te weten dat Al Gore de Nederlanders ligt. Zijn loopbaan spreekt Nederlanders aan: na jaren in het Congres en als vice-president maakt hij de stap naar het Witte Huis. Zijn stijl is ook meer Europees; zijn kennis van beleid is groot. Het is makkelijk Al Gore als kabinetslid te zien dat voor de Tweede Kamer verschijnt: hij zou een gedegen, geïnformeerde discussie kunnen voeren met de specialisten van de fracties. Hij zou een goede indruk maken op vriend en vijand in de Kamer met zijn gedetailleerde kennis van zaken.

Maar een Amerikaanse president is geen staatssecretaris die geacht wordt de namen van alle kabinetsleden van de Duitse regering te kennen. Een president wordt geacht een visie te hebben. Hij moet weten waar zijn regering en zijn land heen moeten. Dat was de sterke kant van Ronald Reagan.

Visie
George W. Bush heeft ook visie. De visie van George W. Bush ruimt een grote plaats in voor christelijke normen en waarden. Bush heeft ook bewezen dat hij leiding kan geven om deze visie te realiseren. De gouverneur van Texas is een politicus van formaat. George W. Bush geeft de hoop dat iets van die visie werkelijkheid zal worden.

In 1996 heb ik niet gestemd op de Republikeinse kandidaat. In het jaar 2000 is de keuze gemakkelijk: George W. Bush.

De auteur is medewerker van deze krant.