28 oktober 2000

Carter vecht tegen starheid en systeem

Door G. Roos
De uit slechts enkele tientallen leden bestaande christelijke gemeente te Aranyaprathet in het zuiden van Thailand onderging recent een kerkscheuring. Niets menselijks is volgelingen van Jezus Christus vreemd. Vrede valt soms vreselijk ver te zoeken. Uitgerekend te midden van een volstrekt door boeddhisme gestempelde cultuur splijt de kerk. De voorganger behield met een paar mensen het schamele gebouw. En 'n man of twintig vergadert in de warmte van wat huiskamer heet.

Kerkscheuringen geschieden, zei ooit de bekende Edese predikant Joh. van der Poel in een vraaggesprek, vaker om de eer dan om de leer. Er is tegenwoordig tevens sprake van een andere oorzaak achter afscheiding. Mondigheid en individualisme doen spoedig de strijd ontbranden.

Een voorbeeld daarvan vormt het recente afscheid van Jimmy Carter van de Zuidelijke Baptisten. De leiding van deze kerk in de Verenigde Staten is volgens de oud-president te conservatief, te autoritair en te intolerant. De al bejaarde voormalige regent uit dit verwijt met concrete verwijzing naar de weigering van de Zuidelijke Baptisten om vrouwen toe te laten tot het ambt.

Wie dat feit betitelt als verstarring slaat de plank mis. Er is iets anders aan de hand. Toen de nu 76-jarige zich aan de dienst des Heeren verbond, was het verschijnsel van vrouwelijke voorgangers wijd en zijd bekend. Bij zijn doop aanvaardde Carter derhalve dat 'zijn' kerk de dames van de preekstoel weert. De wind van de hedendaagse, door feminisme beïnvloede leer bevalt hem bij nader inzien kennelijk beter. Maar dan moet de vroegere president de kerkelijke vergaderingen geen intolerantie verwijten. Hij heeft slechts te erkennen dat hij zelf van opvatting veranderde.

Zo gaat het dikwijls. Iemands blik blijkt op termijn ruimer dan voorheen. Het is dan een grote verleiding om de kerk –die had altijd 'goede' en 'kwade' kanten– starheid of systeemdwang te verwijten. Beter is dan voor zo iemand tot de eerlijke bekentenis te komen dat hij 'nieuw licht' verkreeg.

Toen in het begin van de jaren '80 B. Wallet zich keerde tegen het niet deelnemen van gereformeerde ambtsdragers aan de tafel des Heeren erkende hij in zijn boek ”Ambt en avondmaalsmijding”: „Als men door de opvoeding en het meegroeien in de geestelijke denkwereld van een kerkgenootschap of van een gemeente zich de door haar voorgestane leer en tradities als een vanzelfsprekend gegeven voor zichzelf aanvaardt, dan behoort dat statistisch tot de wetmatigheden.” „Er is veel kracht voor nodig om deze ongeschreven codes categorisch te doorbreken en blijvend te protesteren tegen diep ingewortelde leersystemen en praktijken van ambtsdragers, die als onbijbels gezien moeten worden.” De hier door de auteur geschetste situatie getuigt eerder van individuele restauratie-ijver dan van een meer autoritaire kerk dan vroeger.

Goed beschouwd gaat het vaak in het hedendaags kerkelijk rumoer niet om een veranderde kerk, maar om mensen met gewijzigde opvattingen. Het meer waarde hechten aan de eigen, persoonlijke ideeën en het recht om voor eigen verantwoording te handelen keren zich in toenemende mate tegen tal van lang onaantastbare opties. Zo komt Carter tot zijn afscheidsbrief. Zo treft separatie de eenzame christelijke kerk in een boeddhistische cultuur.

De voormalige president van de VS laakt autoritair optreden, intolerantie en starheid van de kerk. Andere mensen spreken over een dwingend systeem dat ambtsdragers hun opleggen. „Behalve zijn logische redenering heeft het systeem geen duidelijk gezicht. Het is een macht met onpersoonlijke trekken, die de persoon vijandig gezind is, maar toch in personen gestalte krijgt. Op de achtergrond van het systeem, staat de ”ideologie”, waarin alle leven geregeld en gerangschikt is”, schreef E. Hofman aan het eind van de jaren '70 in een brochure.

Van zo'n onpersoonlijke macht schijnt inderdaad sprake voor de reiziger die op Schiphol staat om naar Addis Abeba te reizen. De vlucht blijkt een halfuur voor vertrek met 24 uur uitgesteld. De luchtvaartmaatschappij pleegt wanprestatie door de passagier die in Ethiopië allerlei verplichtingen heeft niet op de afgesproken tijd af te leveren. Wanhopig tracht hij de zich reeds in het vliegtuig bevindende bagage terug te krijgen. Maar dat blijkt onmogelijk. De koffer zit erin en komt er niet meer uit voordat het vliegtuig inderdaad in het vergelegen land zal dalen. Het grondpersoneel toont begrip voor het feit dat de klant op zondag niet wil reizen. De mensen in het blauwe pak achter de balie geven toe dat dit eigenlijk niet kan. En desondanks blijft de bagage in de buik van de machine. Zoiets ervaart een passagier als ondoorbreekbare systeemdwang.

Maar wie constateert dat vooral individuele gelovigen veranderen –door vraagtekens te zetten bij zaken die voorheen zelfs geen uitroeptekens nodig hadden–, wordt voorzichtig bij het toeschrijven van starheid of systeemdwang aan de kerk. Zo iemand komt op z'n minst tot enige relativering van de stelligheid waarmee deze of gene de gemeente waarin hij zich ooit verbond aan de dienst des Heeren intolerantie en conservatisme toeschrijft.

Vaak is er sprake van idealiseren van het verleden. Door te doen alsof 'zijn' of 'mijn' kerk ooit „fris en oorspronkelijk als een heerlijke tuin, vol bloemen en vruchten” kon beginnen en pas later onder de macht van het systeem raakte. Op die manier ontstaat een vertekend beeld. Het was honderd jaar geleden heus niet zo veel beter. De gesignaleerde vertekening dient slechts om eigen verzet tegen bestaande structuren te ondersteunen. Niet de Zuidelijke Baptisten veranderden van standpunt over de vrouw in het ambt, maar de man die nu verwijten van starheid hanteert: meneer Carter.

Het klopt dat de 16 miljoen leden tellende kerk van de Zuidelijke Baptisten een behoudend karakter heeft. Maar is er sprake van verstarring? Heeft Carter toen hij destijds toetrad soms niet geweten dat zijn kerk in 1845 tot openbaring kwam uit protest tegen het standpunt van de Noordelijke Baptisten die de slavernij wilden afschaffen? Dat zijn de mensen uit het zuiden nu wel te boven. En verder valt het ook wel mee. Want Carter blijft volgens de berichten van het ANP ondanks de aangekondigde breuk actief als diaken en onderwijzer van de zondagsschool in de Maranatha Baptist Church in Plains in de staat Georgia.