Opinie14 oktober 2000

VN-missie naar Eritrea

De Tweede Kamer beslist binnenkort over de uitzending van 1100 Nederlandse blauwhelmen naar het grensgebied tussen Ethiopië en Eritrea. De twee landen in de Hoorn van Afrika zijn al sinds 1997 in een slepende grensoorlog met elkaar verwikkeld. Een VN-troepenmacht (Unmee) moet proberen de vrede in de smeulende brandhaard te bewaren. Dreigt herhaling van Srebrenica of is het een nieuw begin?

VN-deskundige D. A. Leurdijk van het Clingendael-instituut in Den Haag heeft grote moeite met de parallel die met Srebrenica wordt getrokken. Hij voorziet geen calamiteiten, omdat het besluit om Nederlandse militairen te sturen volgens hem nog nooit zo goed is voorbereid. „Het besluit is ingebed in erg veel voorwaarden. Bovendien gaat het bij deze operatie om vredeshandhaving in een gebied waar een staakt-het-vuren de basis vormt voor vredesonderhandelingen. In Bosnië was geen sprake van een wapenstilstand of vredesonderhandelingen.” Volgens hem is de wil om tot een vredesakkoord te komen aanwezig bij de twee Afrikaanse landen. „Dat betekent een stuk legitimiteit en veiligheid voor de blauwhelmen om de situatie te stabiliseren. Daarnaast kunnen de grenzen van de twee grondgebieden op deze manier in een definitieve vredesregeling vastgesteld worden.”

D. Werdekker, vader van een zoon die voor de tweede keer in Bosnië zit en voorzitter van de Thuisfrontafdeling van de 41e Gemechaniseerde Brigade, denkt persoonlijk dat Nederland de lessen van Srebrenica dubbel en dwars heeft geleerd. Toen Nederland destijds zich, ondanks waarschuwingen, in de veiligheidsenclave Srebrenica liet insluiten, is ons land gewaarschuwd. „Het is ontzettend dom dat ze er toen zijn ingestapt.” Nu is de situatie anders. „Er is aanmerkelijk meer veiligheid dan in Bosnië. De Commissie-Bakker heeft haar werk prima gedaan en de politiek luistert er goed naar: De bewapening is dit keer goed en er worden ook –als de uitzending doorgaat natuurlijk– Apache-helikopters ingezet. Ook het type militairen is veel zwaarder: nu gaan er mariniers, terwijl er toen zelfs nog dienstplichtigen zaten, die met proppenschieters tegenover een tank stonden.” Met de spanning van de thuisblijvers over het lot van hun uitgezonden familieleden valt het wel mee, zegt Werdekker. „Maar als er een granaat ontploft, staat de telefoon roodgloeiend.”

De situatie in Srebrenica was in zekere zin uniek, zegt ing. W. Vastenhoud uit Ede. Als majoor b.d. (buiten dienst) is hij zijdelings betrokken geweest bij het voorbereiden van vredesmissies. „Ik geloof niet dat Srebrenica zich in dezelfde vorm zal herhalen.” Vastenhoud erkent dat er in etnisch opzicht zeker vergelijkingen tussen beide gebieden vallen te maken. „Ook in het grensgebied tussen Ethiopië en Eritrea is sprake van een eeuwenlange twist tussen bevolkingsgroepen. Maar de Balkan staat gewoon bekend als een kruitvat en dat is dit gebied toch minder.” Volgens hem kunnen we van Srebrenica leren „veel alerter” te zijn en de afspraken „waterdichter” te maken. „Met name komt telkens boven dat het in Srebrenica heeft ontbroken aan voldoende luchtsteun. Dat zijn situaties waarin je niet meer verzeild mag raken. We zaten daar in de voorste lijn en hadden een opdracht die we niet konden uitvoeren, omdat we lichtbewapend waren. Ook was het frustrerend dat er geen mogelijkheid van personele aanvulling was. Mensen met verlof mochten niet terugkomen in de „compound” – het gebied waar ze gelegerd waren. De eenheid op een bepaalde plaats moet op sterkte kunnen blijven.”

Ds. J. J. Tigchelaar is oud-legerpredikant, werkte voor de ZOA-vluchtelingenzorg en woont in Putten. Hij denkt om drie redenen dat de situatie in Ethiopië en Eritrea „totaal anders is dan in de Balkan. In de eerste plaats is er de bereidheid van Ethiopië en Eritrea om onder bepaalde condities tot een overeenkomst te komen. Dat was in Bosnië helemaal niet het geval. In de tweede plaats verschillen de termen van de uitzending. In Ethiopië en Eritrea gaat een zwaardere bewapening mee dan destijds in Bosnië, zodat je kunt zeggen dat men in zekere zin van Srebrenica heeft geleerd. Je moet in staat zijn de mensen die aan jouw zorg zijn toevertrouwd te verdedigen. Dat is heel elementair. Het weerloos zijn als in Srebrenica zie ik dan ook niet weer gebeuren. Een derde verschil is dat het leger in de Balkan betrokken was bij een genocide, waarbij de ene partij de andere uitmoordt. De strijd in Ethiopië en Eritrea gaat om het bezit van een min of meer leeg stuk land.”