Opinie 7 oktober 2000

Sober en voorzichtig
op het doek zetten

In Rotterdam kunnen kunstliefhebbers de expositie ”Jezus in de Gouden Eeuw” bezoeken. Afbeeldingen van Christus zijn al eeuwenlang een bron van discussie. De Heere Jezus afbeelden, kan en mag dat? Arie van der Spek kiest weloverwogen een voorzichtige lijn. Een afbeelding van de Heere Jezus vraagt om soberheid.

Mag en kun je de Heere Jezus wel afbeelden in een kinderbijbelillustratie of evangelisatiefolder? Het is een teer onderwerp. Er wordt in onze gezindte heel verschillend over gedacht en de motieven liggen vaak erg gevoelig. Toch wil ik me niet onttrekken aan het verzoek van de redactie om enkele persoonlijke gedachten door te geven. Ik doe dit met schroom en enkel met de bedoeling een positieve bijdrage te leveren aan de discussie, die steeds weer hoogst actueel blijkt te zijn.

Een concreet voorbeeld: de kerstevangelisatiefolder. Het is een folder die de bedoeling heeft onze naaste, die van Gods Woord is vervreemd (en hun aantal neemt alleen maar toe!) bekend te maken met dit grote heilsfeit. Simeon ontmoet zijn Zaligmaker in de tempel, dat is de kern van de tekst. De illustratie, die niet alleen bedoeld is om de folder aantrekkelijker te maken maar ook de tekst wil ondersteunen, toont Simeon in de tempel. Kun je dan Simeon met lege armen laten staan?

Elke schrijver die in een bijbelse vertelling over de Heere Jezus vertelt zal toch alles in het werk stellen om Hem in het middelpunt van de vertelling te plaatsen. Maar is Hij dan in de illustratie de grote Afwezige?

Met deze voorbeelden wil ik allerminst aantonen dat ik een pleidooi wil voeren om de Heere Jezus te pas en te onpas en in welke vorm dan ook afgebeeld te zien. Integendeel.

Het moet duidelijk zijn dat wanneer het gaat over Zijn persoon en Zijn twee naturen, die zo nauw aan elkaar verbonden zijn, dit ons in velerlei opzicht met de grootste schroom moet vervullen. Toch mogen wij Zijn menselijke natuur niet ontkennen noch met de goddelijke vermengen. Hij is waarachtig mens geworden, uitgenomen de zonde. De goddelijke natuur verborg Hij achter Zijn menselijke. Zo heeft de Heere te midden van Zijn volksgenoten voor iedereen zichtbaar Zijn omwandeling op aarde gehad.

Affiches
Overal in Rotterdam zien we affiches van de tentoonstelling ”Jezus in de Gouden Eeuw”. Het affiche toont een portret, geschilderd door Rembrandt. Het kleine paneeltje is als reproductie op het affiche buitenproportioneel opgeblazen tot een enorm formaat. Een propagandastunt? Wij storen ons daaraan en terecht.

Maar is het om de afbeelding van Jezus zoals Rembrandt deze heeft geschilderd of de wijze waarop ermee wordt omgesprongen? Ook onder ons staat in menig boekenkast of als pronkstuk op het dressoir de ”Rembrandtbijbel”. Op vele kansels ligt de Statenvertaling, verluchtigd met platen waarop ook de Heere Jezus is afgebeeld. In onze gezinnen gaat het vaak nog verder, we treffen er zelfs wel kinderbijbels aan met illustraties die, ondanks de weggepoetste stralenkransjes, hun roomse afkomst niet verloochenen.

Dringt niet veel meer de vraag hóé de Heere Jezus in schilderkunst en illustratiewerk wordt voorgesteld? Hebben wij daarin ook een taak of moeten we dit overlaten aan anderen?

Welke pretentie heeft een illustratie? Verluchtiging? Aantrekkelijk maken om te lezen? Zeker! Maar een illustratie dient ook ter ondersteuning van de tekst. Wij mensen, en zeker kinderen, hebben ook beelden nodig om de werkelijkheid te vatten. Woorden vragen om voorstellingen. Illustraties zijn dienend en het is niet onbelangrijk hoe ze dit doen, want ze hebben een enorme impact. Hoe een kind terugdenkt aan een bepaalde persoon uit de bijbelse geschiedenis wordt in veel gevallen bepaald door de aard en de sfeer van de illustratie.

We moeten maar eens bij onszelf nagaan welke beelden wij omdragen van de Heere Jezus in onze gedachten en waar ze vandaan komen. Want dat we ze hebben is zeker.

Methoden
Nu kun je als illustrator op verschillende manieren aan het ondersteunen van de tekst dienstbaar zijn. Er zijn illustraties die heel natuurgetrouw, bijna fotografisch, verslag doen van een historisch feit. De indruk ontstaat dat wat je in de illustratie ziet er destijds ook zo uitgezien moet hebben. Dit betreft niet alleen landschappen of huizen, werktuigen of kleding, maar ook gelaatstrekken van personen. Dergelijke illustraties schrijven precies voor vanuit welke positie of houding je moet kijken. Ik kan me nog goed herinneren dat ik als kind de tekeningen van Jan Boom in Vreugdenhils kinderbijbel heb verslonden. Ik tekende ze tot in de puntjes na.

Later mocht ik zelf illustraties maken bij de ”Vertellingen bij de Bijbel” van ds. C. J. Meeuse en evangelisatiefolders. Wat een problemen heb ik gehad om bijbelse figuren op een andere manier voor te stellen dan Boom dit eertijds à la Isings had gedaan. Ze werkten als clichés en dat niet alleen, de karakters van de voorgestelde personen waren door de illustratie volledig gestempeld. Dat dit soms bezwaarlijk is mag duidelijk zijn. Persoonlijk ben ik daarom ook een andere mening toegedaan hoe illustraties eruit moeten zien.

Geen kopie
Een illustratie moet herkenbaar zijn, maar daarnaast ook door de vormgeving tonen dat het maar een illustratie is: een wijze van zien, een interpretatie, en moet niet de indruk wekken een ”getrouwe” kopie van de werkelijkheid te zijn.

In een illustratie mag ruimte zijn voor een eigen interpretatie en moet meer een beroep doen op het voorstellingsvermogen of de fantasie van de beschouwer.

Het beleven van een verhaal is toch heel persoonlijk. Daarom richten zulke illustraties zich dan ook meer op het expressieve, het emotionele moment van vooral de kern of het hoogtepunt in de geschiedenis. In dit verband is de suggestie van een kleur of vorm, een krachtige lijn net zo belangrijk, zo niet belangrijker, dan het precieze detail. Deze manier van illustreren is dus niet alleen een keuze die voortvloeit uit het temperament van de maker of de techniek die wordt gehanteerd, maar heeft alles te maken met de mogelijkheid tot interpretatie en het vermijden van de indruk van een realistische gelijkenis, met alle gevolgen van dien. Het is dan ook beter om niet te spreken van afbeelden maar van een verbeelden.

Deze zienswijze op verbeelden acht ik van groot belang voor illustraties in kinderbijbel en evangelisatiefolder. Want bijbelse geschiedenis is niet zomaar geschiedenis, maar toch vooral ook heilsgeschiedenis. Als verteller zul je proberen dat heil te verweven met het totale verhaal. Een expressieve illustratie toont bij voorkeur het hoogtepunt of de kern. Maar kan een illustratie dat ook? Als een illustratie een verbeelding is, is er dan ook verbeelding van het heil mogelijk? Ja en nee.

Een onkerkelijk iemand die de kerstfolder door de bus krijgt, ziet in de voorstelling met Simeon in de tempel niet meer dan een man in oosterse kledij en iets in zijn armen, door doeken aan het oog onttrokken, dat een kind moet zijn. Hij zal de tekst moeten lezen om te kunnen interpreteren dat het om Simeon in de tempel gaat die het Kind Jezus, zijn Zaligmaker, mag omhelzen. Deze interpretatie reikt dus zover als onze kennis reikt. Wij zien slechts beelden, maar we zien ze zó zoals ze betekenis voor ons hebben. De beelden die de Heere Jezus Zelf gebruikt in Zijn prediking om het heil te duiden en op Zichzelf betrekt, zijn heel alledaags en bleven dat! Alleen de interpretatie maakt van de wijnstok een beeld. Alleen door het oog des geloofs gezien herinnert ze aan Hem en krijgt ze de rijke betekenis.

Eeuwen door hebben kunstenaars geworsteld met het probleem om toch maar aan bijbelse personen iets toe te voegen dat hen heilig maakt. Dit betreft ook de Heere Jezus. Veelal voorgesteld in wit gewaad met zoetige gelaatstrekken. Maar ze voldoen nooit. Het kan niet. En het mag ook niet.

Hier valt de scheidslijn. Omdat de Bijbel deze scheidslijn trekt. God is een Geest en die Hem aanbidden moeten Hem aanbidden in geest en waarheid. Wat de Heere verborg achter Zijn mensheid kunnen en mogen wij niet suggereren in een beeld.

Het heilige is zo geheel anders. Zo is de Heere Jezus niet. Door zo om te gaan met Zijn figuur staan we bloot aan allerlei inlegkunde die niet naar de Schrift is.

Als de Heere Zich openbaart aan de ziel gebeurt dat niet zoals die ”schijn-heilige” plaatjes tonen maar dan doet de Heere dit door Zijn Woord, het middel dat Hij daartoe verordineerd heeft, en door Zijn Geest. Dit wordt niet met lichamelijke ogen gezien maar met de ogen des geloofs.

Spanningsveld
Het verbeelden van de Heere Jezus in een illustratie mag beslist niet aanstootgevend zijn. Het vraagt om grote soberheid en voorzichtigheid. De illustratie moet beslist niet de indruk wekken dat het om een realistische gelijkenis van Hem gaat en ook niet suggereren dat Zijn heiligheid in een beeld is vast te leggen. Dat zij verre van ons.

De gemakkelijkste weg lijkt dan misschien wel om de Heere Jezus uit alle voorstellingen maar weg te laten. Nee, dit mag zo lijken, maar dat is beslist niet zo. Want met weglaten spreken we ook wat uit. Dan is er voor Hem geen plaats.

Persoonlijk denk ik dat ik er niet onderuit kan iets van de Heere Jezus in een illustratie te laten zien op de momenten dat het nodig is. Juist door Hem steeds op de rug te tonen, waardoor Zijn gelaat niet zichtbaar is, heb ik gepoogd de vereiste soberheid te betrachten, maar tevens te laten zien dat Hij werkelijk ook als waarachtig mens onder ons heeft gewoond.

Het blijft een spanningsveld.

De auteur is kunstenaar en docent culturele en kunstzinnige vorming aan het Wartburgcollege in Rotterdam en illustreerde de ”Vertellingen bij de Bijbel” van ds. C. J. Meeuse.