Opinie30 september 2000

Iedere gemeenschap
heeft haar heiligen

Door G. Roos
De Chinese premier en partijvoorzitter Zhao Ziyang scheen in de eerste helft van 1989 een geringe mate van hervorming toe te willen staan. De communist moest echter het veld ruimen. En honderden demonstranten op het Plein van de Hemelse Vrede betaalden het protest met hun leven. De hoop die gloorde tijdens de terzelfdertijd in San Antonio gehouden wereldzendingsconferentie verging. De voor het eerst sedert vele jaren verschijnende delegatie van Chinese kerken bleek spoedig vergeten. En de ideologen lijken in China nog vast in het zadel te zitten. Ferm en vastberaden laat de gele overheid weten groot bezwaar te koesteren tegen de voor morgen, 1 oktober, voorgenomen heiligverklaring van 120 Chinese martelaren.

Welke functie hebben de heiligen in de Rooms-Katholieke Kerk? Het zijn mensen die op aarde de christelijke deugden heldhaftig hebben beoefend en nu zij in de hemel leven recht hebben op openbare verering. Het begon eigenlijk allemaal met de eerbied voor de martelaren. Christenen moesten hun sterfdag –die werd opgevat als geboortedag tot een ander leven– jaarlijks vieren. Daarvoor legde de kerk zelfs een aparte heiligenkalender aan. Na de erkenning van het christendom door de Romeinse overheid en onder de indruk van het opkomende ascetisme, ging de kerk ook grote wereldverzakers –zij traden immers in de voetsporen van de martelaren– als heiligen beschouwen. De heiligenverering bracht de geestelijkheid ertoe kapellen en kerken te bouwen op de plaats waar de mensen het leven lieten. Op den duur fungeerden heiligen als bemiddelaars tussen God en de mensen. Zij werden aangeroepen om voor de bidder een goed woordje te doen bij de Allerhoogste.

De besproken verering draagt heidense karaktertrekken. Ook het boeddhisme en de islam kennen een heiligencultus. Dat leidde tot speciaal onderhoud van hun graven en lijkverzorging en balseming. Soms leggen mensen in de bedoelde wereldgodsdiensten ook bloemen of eten op het graf van de al lang geleden gestorvenen.

Natuurlijk delen wij de weerzin van Peking. Maar vanuit een andere motivatie. Ook onze Bijbel kent haar heiligen. Lukas vertelt in Handelingen 9:13 dat de profeet Ananias had gehoord hoeveel kwaad de apostel Paulus „Uw heiligen in Jeruzalem gedaan heeft.” Petrus ging naar „de heiligen die te Lydda woonden”, zo zegt hetzelfde hoofdstuk. En de apostel Paulus spreekt de christelijke gemeenten waaraan hij zijn brieven richt eenvoudig aan als „heiligen” of „geroepen heiligen.” In de Bijbel heten gelovigen heiligen, omdat zij de zalving van Christus deelachtig zijn en in een bijzondere relatie tot God staan door de Middelaar.

De Rooms-Katholieke Kerk hield overigens kennelijk rekening met mogelijk optredende Chinese protesten. Want de meeste van de nieuwe heiligen werden reeds honderd jaar geleden vermoord. Dat gebeurde in de zogeheten Bokseropstand. Bij de 120 zit geen enkele van de vele rooms-katholieken die zijn vermoord sinds de Communistische Partij in 1949 aan de macht kwam. Maar ook deze omzichtigheid was onvoldoende om ideologische woede te voorkomen.

Wat was er loos met die Bokseropstand? Aan het eind van de negentiende eeuw leefde in China grote weerstand tegen de dominante economische, politieke en militaire aanwezigheid van Japan en westerse landen. De boerenbevolking moest niet zelden in mensonterende omstandigheden leven. Dat verwekte vreemdelingenhaat. Pamfletten deden de ronde die suggereerden dat zendelingen de ogen, het merg en het hart van doden verwijderden om er medicijnen van te maken. Een geheim genootschap van Chinezen, de 'boksers', begon in 1899 de missionarissen te terroriseren. Die druk en discriminatie bereikte in 1900 een hoogtepunt. Toen kwam het tot een gewelddadige opstand. Deze kostte aan veel Chinezen en buitenlanders het leven. De toenmalige grote mogendheden onderdrukten de opstand.

Waarom zit het nu de Chinese regering niet lekker dat de kerkvorst uit het Vaticaan sommige van de toen vermoorde mensen tot heiligen verklaart? In de eerste plaats omdat de plechtigheid tot woede van de regering valt op de eenenvijftigste verjaardag van het communistisch bewind. Maar er is een diepere oorzaak. Wat deden de 'boksers' eigenlijk? Zij verzetten zich tegen buitenlandse dominantie. Dat komt de communistische regering van China goed van pas. Want buitenlandse inmenging is voor een goed partijlid niet te pruimen. Een buitenlander heeft al gauw de dood verdiend onder het regime. Omdat hij deel uitmaakt van het 'imperialisme' van de vreemde mogendheid. De macht was in China een eeuw geleden nog in handen van een reactionaire keizerlijke kliek. Van een communistische partij was nog geen sprake. Die kreeg pas twee decennia na de opstand van de 'boksers' gestalte. Maar desondanks 'adopteert' de partij hen. Eenvoudig omdat zij opstandelingen waren tegen buitenlanders.

De kwestie is vergelijkbaar met het gedrag van bijvoorbeeld Oost-Duitse communisten ten aanzien van Maarten Luther. Die heette destijds een vertegenwoordiger van de vroegburgerlijke revolutie. De partij legde daarmee het accent volledig op maatschappelijke omwentelingen die zich –dat valt niet te ontkennen– tegelijk met de Reformatie voltrokken. Dat zij door de hervormer tot communist te maken bezig waren met ongehoorde geschiedvervalsing, deerde hen niet.

Als het verzet tegen de heiligverklaring door China bijval verdient van orthodoxe protestanten, gebeurt dat op andere argumenten. En met vrijmoedigheid valt vast te stellen dat ook de communisten hun eigen heiligen hebben. Hoewel zijn vroegere 'vrienden' iemand als de in zijn land tijdens zijn leven 'almachtige' Mao Zedong spoedig na zijn dood in 1976 van zijn voetstuk stootten. Maar om China te verlaten: het lichaam van Lenin stond na zijn dood lang gebalsemd en opgebaard in het Mausoleum op het Rode Plein te Moskou.

Heeft trouwens iedere gemeenschap niet haar heiligen? Ontkomt de reformatorische cultuur daaraan? Neen, dan hoeven wij niet naar Genève te reizen. Denk niet gelijk aan Johannes Calvijn. Maar gewoon, in eigen land. Neemt de achting voor deze of gene levende of overledene soms niet de vorm aan van heiligenverering? En is het niet de natuur van de mens om zichzelf als heilige te beschouwen?