Koningin bij formatie niet onttronenPvdA-fractievoorzitter Melkert probeert het opnieuw: niet de Koningin, maar de Kamer moet voortaan de kabinets(in)formateur aanstellen. Geen wijze weg, vindt drs. M. de Bruyne. De Koningin is door haar onafhankelijke positie goed in staat de juiste beslissing te nemen. Begint dat gedoe nu wéér? Nadat vorig jaar 'verkenner' Rehwinkel er al op uit was gestuurd om te kijken hoe een 'aanslag' op koningin Beatrix in het land zou vallen, is 'ridder' Melkert nu ook zelf op pad getogen om koningin Beatrix tijdens de kabinetsformatie te onttronen. De PvdA'er wil dat niet de Koningin, maar de Kamer de kabinets- (in)formateur aanwijst. En waarom? Om de formatie democratischer en doorzichtiger te maken. Wanneer hebben we dat eerder gehoord? Het begon allemaal in 1966, toen D66 werd opgericht. Die partij komt de eer toe als eerste van de kabinetsformatie een politiek issue te hebben gemaakt door te pleiten voor de gekozen minister-president. Andere partijen hebben dit thema daarna x keer in x verschillende variaties opgepikt. Waarmee maar gezegd wil zijn dat ook als het gaat over deze zogenaamde staatkundige vernieuwing, er niets nieuws onder de zon is. Van de vele pogingen om de Koningin haar rol tijdens de formatie afhandig te maken, deed die van oud-minister De Koning (sic!) de meeste stof opwaaien. De Koning was een gezaghebbend en verre van revolutionair CDA-politicus. Toen hij, als voorzitter van een commissie voor staatkundige vernieuwing in 1993 eveneens het voorstel deed de formateur door de Kamer te laten kiezen, sloeg dat op het Binnenhof dan ook in als een bom. Het weekblad Elsevier kopte: Beatrix buitenspel. NRC Handelsblad orakelde: De Majesteit heeft het nakijken. De Gooi- en Eemlander somberde: Voor Beatrix tekent zich aan de horizon een donkere wolk af. Afgaande op deze dreigende verhalen kon de Koningin wel inpakken. Verrassing Inpakken deed koningin Beatrix echter allerminst. De donkere wolk die de Gooi- en Eemlander aan de horizon zag opdoemen, dreef gewoon over. De Tweede Kamer gaf namelijk wat tegenwind en weg was de boze bui van De Koning. Zodat koningin Beatrix bij de kabinetsformatie van 1994 niet het nakijken, maar als vanouds als boven de partijen staand staatshoofd het oppertoezicht had. En hoe! Toen de formatie volledig in het slop zat, verraste ze vriend en vijand met de benoeming van de PvdA'er Kok tot informateur. Daar komt nog bij dat het voorstel van Melkert al één keer in de praktijk is gebracht, althans dat gepoogd is het in de praktijk te brengen. Dat was in 1971, toen het democratiseringsvirus dat eind jaren '60 woedde, óók enkele christen-democraten had besmet. Het ideetje om de formateur door de Kamer te laten kiezen kwam uit de koker van de gewiekste KVP-politicus Norbert Schmelzer. Hij liet zijn paladijn Kolfschoten dat idee in een motie gieten en in stemming brengen. De motie werd aangenomen, waarna het goede voornemen in de praktijk kon worden gebracht: amper waren de stemmen van de verkiezingen van 1971 geteld, of de Kamer kwam inderdaad al bijeen om te delibereren over de vraag welke man of vrouw men bij de Koningin op een presenteerblaadje zou gaan aanbieden. Er werd gedebatteerd en gebakkeleid dat het een lieve lust was, een dag lang. Met het resultaat dat geen enkele kandidaat de eindstreep haalde. Kamervoorzitter Van Thiel kon na afloop van het gevecht dan ook weinig anders doen dan constateren dat het woord weer was aan, jawel, Hare Majesteit de Koningin. Weinig speelruimte Welbeschouwd is de inbreng van de Koningin bij de formatie ook niet van dien aard dat je je daar als democraat geweldig veel zorgen over moet maken. De speelruimte voor Hare Majesteit is beperkt; niet ruimer dan de politiek toestaat. Belangrijk zijn in dit verband de door de Koningin ingewonnen adviezen. Zeker als die allemaal in één richting wijzen, heeft de Koningin weinig keus. Als boven de partijen tronend staatshoofd zal zij zich er wel voor hoeden om zich door een benoeming die afwijkt van die adviezen, in partijpolitiek vaarwater te begeven. Alleen als de Haagse politici er niet uitkomen heeft de vorstin enige manoeuvreerruimte. Maar in die gevallen is het nu juist goed dat er iemand is die los van partijbelangen en politieke achtergedachten de formatieknoop kan doorhakken. Per slot van rekening is niemand in Nederland meer getraind in onpartijdigheid dan de Koningin. En zal een formatie à la Melkert doorzichtiger worden dan de huidige praktijk? Vergeet het maar. Er is niet veel fantasie, slechts een beetje Binnenhofervaring en wat kennis van de parlementaire geschiedenis voor nodig om te weten dat de door Melkert aanbevolen procedure de formatie niet doorzichtiger zal maken dan ze nu is. De belangrijkste Haagse besluiten worden niet tijdens debatten genomen in de vergaderzaal van de Tweede Kamer, maar in Koks Torentje, of in de voor- en achterkamertjes van de politieke kopstukken van de coalitiepartijen. Voor, tijdens en na de formatie. In dat opzicht doet paars het geen haar beter dan het CDA toen het nog in het regeerkasteel zat. Van Mierlo Tegen deze achtergrond is het wel aardig om nog eens de mening te horen van een democraat van het eerste uur, sterker nog, dé democraat van het eerste uur: D66-oprichter Hans van Mierlo. Met de nu door Melkert naar voren geschoven gekozen formateur maakte hij al in 1971 korte metten. Het geheim van Soestdijk verhuist naar het geheim van het Binnenhof. Schmelzer (toen leider van de KVP) gaat Koningin spelen. (...) Er vindt al met al een hele handel plaats. (...) Daarna volgt er een debat in de Kamer. In dat debat zal worden gesproken over de formateur. Die man zal er desnoods ook uitkomen, maar de hándel komt er net zo min uit als hij er vroeger is uitgekomen. De mystificatie die er op Soestdijk was, wordt nu een mystificatie hier in het parlement, en het is de vraag wat erger is. Zo hoort Melkert het ook nog eens van een ander. En als hij D66 niet vertrouwt, kan hij ook nog te rade gaan bij partijgenoot Kok. In zijn eerder deze week verschenen notitie over de monarchie is de premier de nuchterheid zelve: laat de Koningin gewoon haar werk blijven doen. De auteur is voorlichter van de SGP-fractie in de Tweede Kamer. |