Opinie 9 september 2000

Imagoverbetering onderwijzersvak begint bij de individuele scholen

Lerarentekort vraagt om lerende school

De laatste tijd zijn in de pers al heel wat berichten verschenen over het nijpende tekort aan leerkrachten dat momenteel heerst. Door diverse instanties worden oplossingen bedacht. A. W. A ter Harmsel en M. K. Karels willen een verband leggen tussen oplossingen en het concept van de school als lerende organisatie. Hiermee willen zij vooral insteken op de preventieve aanpak van het leerkrachtentekort.


Dat er momenteel sprake is van een tekort aan leerkrachten, behoeft geen nadere toelichting. De oplossingen die momenteel de ronde doen, verdienen daarom de aandacht. Bij het creëren van oplossingen zijn drie niveaus te onderscheiden:

Allereerst het bestrijden van de symptomen. Het verdelen van de leerlingen over de andere groepen is zo'n oplossing. Een andere oplossing is het werken met een ziektepakket. Dit is goed bruikbaar wanneer onverwachts een leerkracht uitvalt. Er ligt werk klaar waar de klas onder leiding van de invaller de eerste dag mee aan de slag kan. De invaller hoeft dan niet halsoverkop uit te zoeken wat er gedaan moet worden.

Het tweede niveau bevat meer structurele oplossingen, maar lost het tekort niet op. Een leerkracht die samen met een onderwijsassistent aan twee groepen onderwijs geeft, is een voorbeeld van een oplossing op dit niveau. Of het inzetten van ouders bij bepaalde taken die gemakkelijk door onbevoegden gedaan kunnen worden. Sommige scholen hebben hun 'stille reserve' kunnen uitbreiden door bij alle ouders na te gaan wat hun opleiding is.

Ten slotte zijn er –op het derde niveau– de preventieve maatregelen. Die zijn vaak een stuk lastiger te realiseren en hebben daardoor ook niet op korte termijn effect. Dweilen geeft nu eenmaal sneller resultaat dan het opzoeken en repareren van het lek. Op de langere termijn zijn het echter de oplossingen van dit derde niveau die het meeste soelaas bieden.

Aantrekkelijker
Het werken aan een goed imago is iets dat duidelijk z'n weerslag heeft op het tekort aan leerkrachten. Als de school goed bekendstaat, werken leerkrachten daar liever dan wanneer het beeld van de school wat minder positief is. Natuurlijk verschuif je daarmee het probleem enigszins naar de scholen met een minder goed imago. Als echter alle scholen duidelijk zouden werken aan hun imago, zou daarmee het onderwijs een betere naam krijgen. Daarmee wordt het onderwijzersvak aantrekkelijker voor de jongelui die een beroep moeten kiezen. Op dat moment heb je het over de echt structurele oplossing van het leerkrachtentekort: de verbetering van het imago.

Waaruit bestaat dat imago? Welke scholen trekken mensen aan? Aan welke eisen moet zo'n school voldoen? Scholen die serieus werk maken van hun personeelsbeleid vallen in positieve zin op. In deze scholen hebben leerkrachten het naar hun zin en daar varen de kinderen en de ouders wel bij.

Mensen hebben behoefte aan de mogelijkheid om zich optimaal te ontplooien. Ook dragen mensen graag verantwoordelijkheid en stellen zij prijs op samenwerking met collega's. Wil een school en in zijn algemeenheid het onderwijs dus mensen aantrekken, dan moet rekening worden gehouden met dit soort wensen en verlangens.

Bij het werken aan een schoolorganisatie die tegemoetkomt aan deze basale menselijke behoeften, komt al snel het concept van de lerende organisatie in beeld. Er zijn al diverse scholen bezig met veranderingen richting een lerende school, ook al benoemen ze dat niet altijd zo.

Leerervaringen
De kern van het concept van de lerende organisatie is dat de leerervaringen van de diverse personeelsleden behouden blijven voor de organisatie als geheel. De ontwikkeling van mensen is daarmee dus essentieel voor de ontwikkeling van de school. Vernieuwingen worden door individuele leerkrachten intensief gevolgd, waarbij de opgedane kennis wordt gedeeld met alle collega's.

De school richt zich zo op het je aanpassen aan veranderingen. Het gevaar om daarbij met alle winden mee te waaien wordt voorkomen door de gemeenschappelijke visie. Om tot een gemeenschappelijk doel te komen, moet er natuurlijk wel duidelijkheid zijn over de opvattingen van de personeelsleden. Het ter discussie stellen van de al dan niet uitgesproken overtuigingen is een steeds terugkerend patroon in een lerende organisatie. Hierbij dient dan wel gerefereerd te worden aan externe bronnen.

Binnen de lerende organisatie worden vijf disciplines onderscheiden: het ontwikkelen van persoonlijk meesterschap, het spreken over opvattingen en vooronderstellingen, het opbouwen van een gedeelde visie, het leren in teamverband en ten slotte het systeemdenken.

Bij het ontwikkelen van persoonlijk meesterschap gaat het om het vergroten van het vakmanschap van de leerkracht. Hierbij horen activiteiten zoals: bij elkaar in de klas kijken, video-opnamen maken in de klas, snuffelstages in andere scholen en coaching van leerkrachten door de directie.

Dialoog
Het spreken over opvattingen en vooronderstellingen als collega's onder elkaar lijkt voor de hand te liggen. Er zijn echter vooronderstellingen waarbij iedere leerkracht toch een heel ander beeld heeft. Het is een kunst om over dergelijke opvattingen een open en heldere dialoog te voeren. Zo zullen bijvoorbeeld de meeste leerkrachten het eens zijn met de stelling: „Op onze school moet goed onderwijs worden gegeven.” Als je echter gaat praten over wat dat voor de diverse leerkrachten inhoudt, stuit je vaak op grote verschillen.

Vanuit het spreken over de vooronderstellingen en aannames, wordt er gewerkt aan het ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie. Samen nadenken en het in grote lijnen eens worden over een vraag als: „Wat willen wij met onze school bereiken?” is van wezenlijk belang in een lerende organisatie. Als deze discussie op een professionele manier geleid wordt, zal ze tevens een toetsingskader voor de school opleveren. Dit kader kan dan richtinggevend zijn bij het overwegen van nieuwe ontwikkelingen.

Het opzetten van intervisie behoort tot het terrein van het leren in teamverband. Als leerkrachten op deze manier gestructureerd en oplossingsgericht praten over de werkproblemen, wordt tevens de teamvorming versterkt. Wanneer de handelingssuggesties die uit de besprekingen voortvloeien ook nog zo worden vastgelegd dat het later te raadplegen blijft, wordt op een goede manier vormgegeven aan het leren in teamverband.

Cirkels
Het systeemdenken gaat vooral over de manier waarop tegen problemen aan wordt gekeken. De meeste mensen zijn geneigd te denken in rechtstreekse oorzaak-en-gevolgrelaties. Bij systeemdenken leert men kijken naar de elkaar versterkende vicieuze cirkels die zich bij problemen voordoen. Een voorbeeld hiervan is iemand die zegt: „Er is zo veel werk, dus ik heb het druk, dus de lopende zaken moeten eerst gebeuren, dus ik heb geen tijd voor studie.” De systeemdenker zegt dan: „Als je meer vakkennis hebt, kun je je werk beter en efficiënter doen, dus heb je meer tijd voor studie enz.” Het gaat erom dat dergelijke systemen onderkend worden en tot duidelijke keuzes leiden om de spiralen te doorbreken.

Ook met betrekking tot het leerkrachtentekort dreigt een negatieve spiraal: het onderwijs heeft een negatief imago, dus jongelui kiezen er minder vaak voor, dus de werkdruk wordt daardoor hoger, dus er is minder tijd en aandacht voor de juiste oplossingen. Daarom is het mooi dat het concept van de lerende school allerlei handvatten biedt om te werken aan structurele oplossingen voor het leerkrachtentekort.

Als we meer aandacht besteden aan structurele oplossingen voor de werkdruk, wordt de kwaliteit van het onderwijs beter en wordt het vak nog meer de moeite waard.

De auteurs zijn als schoolbegeleider verbonden aan het Begeleidingscentrum Gereformeerd Schoolonderwijs (BGS).