Opinie2 september 2000

Verloedering

Door P. Chr. van Olst
Hondenpoep op de stoep, vuilnis op straat, spijbelen, snelheidsovertredingen, verkeerd parkeren; het mocht al niet, maar straks kun je er nog een flinke boete voor krijgen ook. Want normvervaging begint bij kleine, relatief onschuldige vergrijpen, vindt minister Korthals van Justitie. Een kamermeerderheid is het met de bewindsman eens. De verloedering van de maatschappij moet in de kiem worden gesmoord. Toch?

Oud-premier prof. mr. A. A. M. van Agt  op 31 maart jongstleden in een toespraak tot de Groep Nederland van de Liberale Internationale: „Herstel van het zoekgeraakte normbesef, van het fatsoen van de burger, is zeer nodig. Rijdt langs 's heeren wegen en gij ontwaart hoe bermen veranderen in vuilnisbelten. Automobilisten gooien, zonder greintje burgerzin, flarden plastiek en colablikjes uit het raam. En ondertussen verandert de snelweg in een jungle, waar van de tolerantie die men tegenwoordig zo hoog aanschrijft, niets valt te merken.”

Redacteur Jörg Meinhold,  deze week in de Duitse krant Bild: „Wablief? Nu worden zelfs gevallen noten een zaak van onze toch al overbelaste rechtbanken! Opnieuw zo'n klucht uit Absurdistan... Huisvrouw Karin D., 59 jaar, zonder strafblad, is het slachtoffer geworden van juridische opvattingen waarvan niemand meer iets begrijpt. Haar 'overtreding': Ze zag tussen wat herfstbladeren zeventien walnoten liggen, die uit de boom gevallen waren. Het hadden ook appels of peren kunnen zijn; ze stopte ze met schoon geweten in haar tas. Toeval: Twee plichtsgetrouwe agenten waren in de buurt. Karin kreeg een proces verbaal wegens diefstal. De noten werden, geheel volgens de formele richtlijnen, weer netjes onder de boom gelegd. Maar de waanzin werd nog groter. Het openbaar ministerie eiste als straf een bedrag van 400 mark –met dat geld kun je 155 kilo walnoten kopen... En dan het absolute Absurdistan: Nu blijkt er ook nog een rechter te zijn die de eis bekrachtigt. Terwijl inmiddels allang vaststaat dat het de bezitster van de walnotenboom worst is of de noten blijven liggen dan wel worden meegenomen...”

Mr. J. M. A. M. de Wit,  Tweede-Kamerlid voor de Socialistische Partij: „Zoals dat geval in Duitsland, zo moet het dus niet. Wanneer de politie zich zo opstelt, reageert de samenleving van: Kan de politie z'n tijd niet beter besteden? En terecht. De politie moet zich richten op zaken die de moeite waard zijn. Ik heb er niks op tegen als mensen duidelijk wordt gemaakt dat ze hun hond niet op een bepaalde plaats moeten uitlaten of dat ze hun vuilniszak niet op straat moeten leegkieperen. Maar zulke overtredingen meteen flink en fors af te straffen, dat werkt niet. We moeten het strafrecht bewaren als een ultimum remedium, voor als mensen zwaar over de schreef gaan. Bij de kleinere zaken moeten we mensen aanspreken op hun verantwoordelijkheidsgevoel. Laat mensen met elkaar weer trots worden op de straat waarin ze wonen. Daarvoor hebben we buurtclubs en wijkverenigingen nodig. Maar die zijn helaas in groten getale verdwenen doordat de subsidiekraan werd dichtgedraaid.”

Opnieuw Van Agt  in zijn toespraak voor de liberalen: „Laat de politie het goede voorbeeld eens geven. Al te vaak komt het voor dat agenten er sjofel en onverzorgd bijlopen, pet af, stropdas los, jasje open, handen in de broekzakken.”

J. Vogel,  voorzitter van de Algemeen Christelijke Politiebond (ACP): „Nonsens. Van Agt zat zeker op een hete zomerdag op de fiets –dat doet hij nogal graag– en zag een agent die vanwege de warmte het bovenste knoopje van zijn boord had losgemaakt... Ik heb de indruk dat agenten over het algemeen heel redelijk omgaan met hun voorbeeldfunctie. Al is het natuurlijk helemaal niet verkeerd als een chef zijn mensen nog eens wijst op het belang om er tiptop uit te zien. Het plan van Korthals vind ik goed. Samenleven betekent samen verantwoordelijkheid dragen. Zaken die ergernis opwekken, moeten worden aangepakt. Maar het moet wel uitvoerbaar zijn. Als de politie er ineens extra taken bij krijgt, moet er ook extra capaciteit komen. Want het is wel een taak voor de politie. De politie moet primair verantwoordelijk blijven voor de openbare orde.”

G. Regterschot,  als agent werkzaam in het district Eemland-Zuid van politieregio Utrecht: „Ik ben vrij streng, ik reageer ook op kleine vergrijpen. Maar je krijgt continu verwijten: Ga boeven vangen in plaats van mij op te schrijven omdat ik tegen een muurtje sta te plassen. De samenleving roept om meer blauw op straat en repressief politieoptreden, maar stellen we ons daadwerkelijk wat strenger op, dan is het ook weer niet goed. Als wij straks moeten controleren op hondenpoep, reken maar dat het baasje van Fikkie boos wordt. Het respect voor de politie is weg, het respect voor de medeburger ook. Daarom is het plan van minister Korthals volgens mij heel goed. Of ik m'n pet altijd op heb? Nee. Ik leg mijn voorbeeldfunctie liever in mijn optreden. Al hoort het uiterlijk er natuurlijk wel bij. Je schoenen netjes gepoetst, een vouw in je broek... En je gaat niet de straat op met een baard van twee dagen.”

E. van Lier,  op de politieke discussiesite www.referendum.nu, reagerend op de stelling „Meer mensen op straat is belangrijker dan meer blauw op straat.” „Een betere oplossing is om de militaire dienstplicht weer in te voeren. Strenge discipline, stevige indoctrinatie en intensieve oefeningen van de jongelieden zal de rust geheel kunnen doen weerkeren.”