India doet veel voor zijn paria'sBoon is geen vreemdeling in India. Daarom zijn we verbaasd en teleurgesteld over het zeer negatieve beeld dat hij van ons land schijnt te hebben. Het genoemde artikel van zijn hand is bedoeld om een beeld te geven van de leefomstandigheden van de minder bevoorrechte groepen onder de Indiase bevolking. Boon schiet echter tekort in zijn artikel. Het valt op verschillende punten te corrigeren. Zonder diep op de geschiedenis in te gaan, is het belangrijk in het oog te houden dat India een agrarisch ontwikkelingsland is dat meer dan 200 jaar onder koloniaal bestuur stond. Nog maar 53 jaar geleden, in 1947, werd het zelfstandig. Sindsdien hebben regering en bevolking van India steeds hun best gedaan de leefomstandigheden van de enorme massa's mensen die in India wonen te verbeteren. Daarbij waren ze zich bewust van het historische erfgoed en de vele economische en sociale problemen die ze daarbij zouden tegenkomen. In de achterliggende decennia is in het bijzonder aandacht gegeven aan de minder bevoorrechte en achtergestelde delen in de maatschappij. Een voorbeeld moge dit duidelijk maken. De nieuwe Grondwet van India schafte niet alleen onaanraakbaarheid de kaste van de paria's af, maar verlangt ook speciale beveiliging van de zwakkeren in de maatschappij en speciale voorzieningen tot verbetering van hun leefomstandigheden. Onder India's bevolking van ongeveer 1 miljard mensen vormen de zogenaamde onaanraakbaren een groep van bijna 25 procent. Zulke enorme aantallen kunnen door geen enkele regering of maatschappij genegeerd worden. Iedere journalistieke poging van buitenaf om te beweren dat dit wel zo is, is een zeer incorrecte beoordeling. India heeft een nationale commissie voor achtergestelde kasten en achtergestelde volken, die probeert hun rechten veilig te stellen en die maatregelen neemt voor hun bescherming, welzijn en sociaal-economische ontwikkeling. De commissie heeft de macht van een burgerlijke rechtbank. Bovendien zijn drie parlementaire commissies ingesteld door de regering voor de bevordering van het welzijn van de zwakkeren in de samenleving. Op dit moment richt ook een permanente parlementaire commissie voor werkvoorziening en welzijn alle aandacht op deze opdracht. Alle provincies hebben aparte departementen om het welzijn van de achtergestelde kasten en achtergestelde volken en andere zwakke delen van de samenleving te bevorderen. In sommige provincies zijn hiervoor zelfs aparte kabinetten ingesteld. Een groot aantal vrijwilligersorganisaties is actief in het land. In de jaren 1996-1997 stelde de centrale regering van India 100 miljoen gulden ter beschikking voor 232 van zulke organisaties. Het parlement heeft wetten ingesteld ter bescherming van de rechten van de achtergestelde kasten en achtergestelde volken, om wangedrag jegens hen te bestrijden. Ook werkt het door middel van verschillende hulpprogramma's aan het wegnemen van sociale ongelijkheid. Zulke programma's variëren van hulp bij het onderwijs en alfabetiseringswerk tot hulp bij het vinden van onderdak, het doen van inkopen en het beheren van geld. Omvangrijke taak Dit alles is slechts een korte illustratieve lijst om de binding van India met dit werk te bewijzen. De enorme sociaal-economische, culturele en andere verschillen onder India's gigantische bevolking van bijna 1 miljard mensen moeten onder ogen gezien worden. India is een democratisch land. Net als andere democratieën, Nederland bijvoorbeeld, is het erop ingesteld aan de behoeften van zijn volk te voldoen. Maar gezien de omvang van de taak en de vele bronnen die nodig zijn om aan de vraag te voldoen, is het niet mogelijk snel besluiten te nemen. Onbarmhartige of ongeïnformeerde krtiek helpt dan ook niet. Iemand zou kunnen opperen dat betrokkenheid bij een land belangrijk is. Maar het uitvoeren van plannen is iets heel anders. Het zou zeer incorrect en oneerlijk zijn India ervan te beschuldigen zijn beloften niet na te komen. Zoals de groei van India in de laatste decennia heeft laten zien, hebben enorme aantallen van de bevolking, en in het bijzonder de minder bevoorrechten, een betere levensstandaard gekregen. Het land heeft provinciehoofden, leden van het kabinet, belangrijke zakenlieden en andere mensen op nationaal niveau die afkomstig zijn uit lagere groepen van de bevolking. Zelfs de leidende kringen in het land vormen een afspiegeling van deze omwenteling. Deze ontwikkelingen zijn inderdaad indrukwekkend, in tegenstelling tot wat Boon suggereert. Volgens een objectieve berekening is er een enorme vooruitgang bereikt in India sinds de onafhankelijkheid in 1947, vooral als het gaat om de problemen van de zwakkeren in de samenleving. Toegegeven, er moet nog veel gedaan worden. De regering en de bevolking van India zijn zich dat bewust. Daarom kijken we uit naar vriendelijke landen als Nederland en vriendelijke mensen zoals de Nederlanders die inzien wat voor een gigantische taak er nog voor ons ligt en die de pogingen waarderen die de regering en bevolking van India doen om die taak te volbrengen. V. B. Dhavle is tweede secretaris van de ambassade van India in Nederland. |