Opinie22 juli 2000

Evangelisatiecongres
en verzoening

Door G. Roos
Billy Graham belegt binnenkort in Amsterdam een congres voor evangelisten. Tienduizend mensen zullen luisteren naar toespraken van de organisator en theologen als J. Stott en de anglicaanse aartsbisschop Carey. De eveneens uitgenodigde Engelse evangelical J. I. Packer sprak uit zich bewust te zijn van de „verschillen tussen een arminiaanse en een calvinistische benadering.” Toch zegde hij toe ook zelf het woord te zullen voeren.

Er zullen straks wel zwarte Nigerianen rondlopen in Amsterdam. Of rode Peruanen. Maar een niet-blanke Pakistani zei een paar maanden geleden tegen zijn Nederlandse gast dat hij niet naar Amsterdam kon komen. De academisch gevormde predikant stelde spijtig vast dat hij van de benodigde 900 Amerikaanse dollar er slechts 200 bij elkaar wist te brengen.

Het congres draagt een veelkleurig karakter. Packer is calvinist. Met iemand als Stott ligt dat anders. Dr. ir. C. G. van Kralingen, voorzitter van de Whitefieldstichting, sprak vorig jaar in een interview waarderende woorden. „Zijn commentaren zijn voortreffelijk, maar je moet ook eerlijk zijn. Hij gelooft niet in het eeuwige oordeel en leert de algemene verzoening.”

Mogelijk is voor veel mensen die term niet meer dan een vaag begrip. Niemand mag hem verwarren met alverzoening. Een vertegenwoordiger van dat laatste was de vroegchristelijke theoloog Origenes (185-254). Hij meende dat na een louteringsproces alle redelijke wezens uiteindelijk tot God zullen terugkeren.

De Duitse theoloog Schleiermacher (1768-1834) ging in zijn spoor. Het onderscheid tussen hen die als gelovigen en als ongelovigen sterven, is volgens hem alleen maar het onderscheid tussen een vroegere en een latere opneming in het rijk van Christus. Op sommige plaatsen helt ook de bekende godgeleerde Barth over naar wat ook wel de betiteling krijgt van ”wederherstelling van alle dingen”. En de een jaar of wat geleden overleden Nederlandse hoogleraar Berkhof zei te hopen „dat de verwerping een grens heeft en dat de hel een loutering is.” Hij zegt het gewicht van het menselijke ”neen” tegen God niet te willen verkleinen. Maar hij wil „net nog iets groter denken van het goddelijke ”ja” tot weerspannige mensen.”

Voor de leer van de alverzoening zal geen plaats zijn in Amsterdam. Want wie een dergelijke opvatting aanhangt, kan het evangeliseren beter nalaten. Dat kost immers tijd en geld die beter besteed kunnen worden om mensen letterlijk in het leven te houden. Met het ware Brood des levens komt het straks toch allemaal wel goed...

Algemene verzoening is iets anders. De Rooms-Katholieke Kerk leert dat Christus voor allen het recht op de hemel verdiende. Hoewel niet alle mensen de zegen van Zijn dood ontvangen. Het methodisme van iemand als John Wesley (1703-1791) en van voorlieden van het Leger des Heils hangt soortgelijke gedachten aan. De in protest tegen de als te streng ervaren predestinatieleer van Calvijn anno 1610 uitgebrachte Remonstrantie vermeldt dat Christus, de Zaligmaker der wereld, voor allen en voor ieder mens stierf en de verzoening en de vergeving van zonden verwierf. Hoewel alleen gelovigen de vergeving genieten.

De vader van de in Nederland lang invloedrijke ethische richting, D. Chantepie de la Saussaye (1818-1874), liep in hetzelfde spoor. J. J. van Oosterzee (1817-1882) schreef: „De verzoening betreft de wereld in haar geheel, niet de wereld der uitverkorenen alleen.” J. H. Gunning (1829-1905) zei: „Voor allen is Christus gestorven. Ja, voor allen.... ook voor hen, die verloren gaan.”

Calvinisten willen niet weten van een dergelijk dogma. En de leer dat Christus niet voor alle mensen stierf, valt ook te vinden bij Augustinus. Hij legt een tekst als 1 Timótheüs 2:4 niet uit in de zin dat de Zaligmaker voor ieder mens, hoofd voor hoofd, voldoening aanbracht. Belangrijker nog is het beroep op Gods Woord. Johannes 17:9, Matthéüs 1:21, Johannes 10:11, Handelingen 20:28, Matthéüs 20:28 en Johannes 6:37 spreken zich uit tegen algemene verzoening.

De gereformeerde dogmaticus Bavinck typeert de door Christus aangebracht verzoening als zaligheid voor de uitverkorenen. Hij laat geen ruimte voor algemene verzoening in deze zin dat Jezus iets verdiend zou hebben dat 'ongebruikt' blijft liggen. „Als Jezus waarlijk Zaligmaker is, dan moet Hij Zijn volk ook werkelijk zalig maken, niet mogelijk maar werkelijk en metterdaad, volkomen en eeuwig”, aldus de hoogleraar.

De Middelaar verwierf de verzoening persoonlijk, particulier, maar niet voor iedereen. En Hij past de verdiende verlossing ook Zelf door de Heilige Geest toe. Toch kan niemand ooit zeggen dat er geen genade voor hem is. De zich tegen de remonstranten kerende Dordtse Leerregels zeggen in hoofdstuk 2, artikel 3, dat de dood van Gods Zoon „van oneindige kracht en waardigheid, overvloediglijk genoegzaam is tot verzoening van de zonden der ganse wereld.” Het effectieve karakter geldt echter alleen de uitverkorenen.

Heel wat mensen voeren in tegenspraak tot het particuliere karakter van de verzoening de tekst 1 Johannes 2:2 aan. „En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld.” Ten onrechte. Het tweede woord „de zonden” staat niet in de Griekse grondtekst. Dus eigenlijk „is Hij een verzoening voor de gehele wereld.” Het woord „voor” betekent vanuit het Grieks niet „in de plaats van”, maar zoiets als „met betrekking tot.” En het woord verzoening draagt in deze tekst niet de betekenis van offer zoals in Romeinen 3:25, maar middel. Zoals Christus elders zegt: „Ik ben de weg.” Terwijl „de gehele wereld” absoluut niet de inhoud heeft van „alle mensen.” Het gaat hier over alle windrichtingen, alle streken ter wereld.

Het evangelistencongres van Billy Graham zal bezocht worden door mensen met een diversiteit aan meningen. Bij alle publiciteit die straks de krant zal vullen, lijkt het nuttig dat mensen hun eigen opvattingen kennen. Want het is nodig om aandacht te hebben voor schijn en zijn.

Dat neemt niet weg dat Stott, Graham en vele anderen ook calvinisten iets te zeggen hebben. Tal van gereformeerde mondbelijders kunnen een voorbeeld nemen aan het vuur waarmee de oude Amerikaanse evangelist zich tot zondaren richt.