Opinie | 8 juli 2000 |
Dilemma Schrift en belijdenis of de Schrift alleen is onzuiverBelijdenis beantwoordt basisvragenGraafland is bezorgd over de verstarring van de gereformeerde gezindte in Nederland. De gereformeerde gezindte in Nederland mag dan de gereformeerde belijdenis hoog in het vaandel hebben, zij blijkt geen aantrekkingskracht op de buitenwereld te hebben. Dat ligt wereldwijd anders met kerken die wij in Nederland als evangelisch of zelfs charismatisch zouden typeren. Ik ga voorbij aan de groei van evangelische kerken in Nederland. Dit is veelal een groei niet vanuit de geseculariseerde samenleving maar vanuit andere protestantse kerken. Dat wil niet zeggen dat een dergelijke groei op geen enkele wijze een spiegel kan zijn voor de gereformeerde gezindte maar relativeert wel naar de samenleving toe de betekenis ervan. Wereldwijd liggen de dingen anders. In Afrika, Azië en niet in de laatste plaats in Zuid-Amerika groeien protestantse kerken op indrukwekkende wijze en dat niet ten koste van andere protestantse kerken. Wekelijks ontstaan er nieuwe gemeenten. Wie zou daarover niet verblijd zijn. Mijn eerste kanttekening bij Graafland is echter dat hij wel heel direct van numerieke groei en enthousiasme naar de aanwezigheid van de Heilige Geest gaat. Waar het een is, behoeft echter niet noodzakelijk het ander te zijn. Dat lees ik niet in de eerste plaats in de gereformeerde belijdenisgeschriften, maar in de Bijbel zelf. Ik denk bijvoorbeeld aan de gelijkenissen van de wijze en de dwaze bouwer en van de wijze en de dwaze maagden. Daarbij komt nog dat zeker niet alle, maar toch wel een groot deel van de kerken die wereldwijd een spectaculaire groei doormaken een zogenaamde theologie van succes en voorspoed aanhangen. Het geloof wordt gezien als de garantie voor gezondheid en maatschappelijke vooruitgang. Een dergelijke theologie staat toch wel ver af van wat de Bijbel ons leert over de navolging van Christus. Ik noem dit voorbeeld niet om over alle groei negatief te zijn, zeer zeker niet. Het laat wel zien dat wij een norm nodig hebben om tot een juiste waardering van het geestelijk gehalte van die groei te komen. Kwellend juk Daarbij kom ik tot mijn derde kanttekening. Dergelijke kerken kennen (nog) geen belijdenis, maar de kritiek die Graafland op de belijdenis heeft, past evenmin in een dergelijk klimaat. Graaflands kritiek gaat uit van een vorm van kerkelijk leven waarbij geflecteerd wordt over de wijze waarop het Woord verkondigd dient te worden. Deze reflectie is er in Nederland al eeuwenlang. Vroeg of laat komt zij overal in de kerk op gang. Ook al is men zich dat namelijk niet uitdrukkelijk bewust, elke kerk en elke prediker van het Evangelie hanteert essentiële uitgangspunten als het gaat om het doorgeven van het Evangelie. Dat geldt bijvoorbeeld voor de verhouding tussen de Schrift, de kerk en de ervaring. Bepaalt de ervaring hoe wij de Schrift lezen of leert ons de Schrift wat christelijke geloofservaring is? Is het gezag van de kerk tenslotte fundamenteler dan het gezag van de Schrift of staat uiteindelijk het gezag van de Schrift boven het gezag van de kerk en is bij een eventuele botsing dan een kerkelijke breuk gerechtvaardigd? Hier komen we bij wat de Reformatie geleerd heeft over de Schrift als enige en volkomen gids voor geloof, geloofservaring en geloofspraktijk. Hoe zien wij de Heere Jezus Christus en hoe verstaan wij de betekenis van Zijn kruisdood? Als antwoord op de vraag: Wat dunkt u van de Christus werd in de Vroege Kerk de leer van de Drie-eenheid geformuleerd. Om duidelijk te maken wat de dood van Christus betekent, sprak de middeleeuwer Anselmus over verzoening door voldoening. Ieder heeft een bepaalde gedachte over het antwoord dat gegeven moet worden op de vraag: Hoe kan een mens God ontmoeten? De Reformatie leerde dat een mens alleen door het geloof voor God rechtvaardig is. Het Evangelie is de boodschap van Gods liefde en genade. Hoe moeten we het zien dat wanneer mensen met die boodschap in aanraking komen die boodschap aanvaarden dan wel verwerpen? Het laatste is ongetwijfeld eigen schuld, maar hoe moeten wij het eerste zien? Is dat alleen te danken aan God of speelt hier in meer of mindere mate de beslissing van de menselijke vrije wil een rol? Dat was de problematiek waarop de Dordtse Leerregels een antwoord hebben gegeven. Verkiezing Het is daarom niet juist als Graafland stelt dat hij van de tweeslag Schrift en belijdenis terug wil naar de Schrift alleen. Iedereen verstaat namelijk de Schrift op een bepaalde wijze. Dat geldt ook voor Graafland. Wie Graaflands inzichten over de betekenis van het Evangelie op een rij zet, komt tot een overzicht dat op een behoorlijk aantal punten van de belijdenis afwijkt. Graafland is ervan overtuigd dat het juist zo moet en niet anders. Dat laat zien dat ook hij ten diepste een belijdenis hanteert, alleen dat is niet de gereformeerde belijdenis. Ik wil maar zeggen dat het dilemma Schrift en belijdenis of de Schrift alleen ten diepste een onzuiver dilemma is. Iedereen heeft een bepaald schriftverstaan. De belijdenis geeft op een aantal basisvragen een antwoord en geeft aan dat die antwoorden essentieel zijn om op de juiste wijze het Evangelie te verstaan en te vertolken. Wanneer een kerk een belijdenis aanneemt, geeft zij daarmee aan dat deze antwoorden wezenlijk zijn voor de vertolking van het Evangelie en de eenheid van de kerk. De belijdenis trekt daarbij niet alleen grenzen, maar schept ook ruimte. Zo werd op de synode van Dordrecht duidelijk dat infra- en supralapsarisme (overigens wel een heel fijne theologische onderscheiding) een plaats mogen hebben in de kerk. De Engelse parlementariër Edmund Burke heeft eens gezegd dat hij geen protestant uit traditie, maar uit overtuiging was. Dat geldt voor mij als het gaat om de betekenis van de gereformeerde belijdenis. Ik wens op deze wijze en niet anders mijn geloof te belijden. Dat is voor mij geen zaak van traditie maar van overtuiging. Het doet mij verdriet dat Graafland en anderen met hem de belijdenis als een juk blijken te ervaren omdat zij het getuigenis van de belijdenis over de reikwijdte van het schriftgezag, over de rechtvaardiging door het geloof alleen en over de vrijmacht van God niet kunnen meemaken. Persoonlijk wil ik met iedereen die op deze punten vragen heeft bij de belijdenis in gesprek gaan om aan te tonen dat de belijdenis de bedoeling van de Schrift hier in getrouwheid weergeeft. Wie hier andere antwoorden geeft, is een bedreiging voor het voortbestaan van de levende kerk van Christus. Het werkelijk probleem in de Nederlandse kerken ligt niet in het al dan niet hanteren van de gereformeerde belijdenis. Iedereen heeft een belijdenis, ook al is die niet zwart op wit vastgelegd. Het echte probleem heeft twee aspecten. Of men geeft op de vragen die aan de geformeerde belijdenis ten grondslag liggen andere antwoorden dan de belijdenis geeft (het geven van geen enkel antwoord is onmogelijk). Of men geeft in formele zin wel hoog op van de belijdenis, maar heeft de vragen waarvan de belijdenis uitgaat nooit als vragen gekend en verstaan en daarom de innerlijke kracht van de antwoorden niet doorleefd. Herleefd De auteur is hervormd predikant in Elspeet. |