Opinie 29 juni 2000

Thuisbevallen

Stelling: De thuisbevalling zal in Nederland binnen een jaar of tien verleden tijd zijn.

Dr. J. G. Nijhuis is het met die stelling eens. In zijn inaugurele rede als hoogleraar verloskunde, die hij vorige week aan de Universiteit van Maastricht hield, stelt hij dat de thuisbevalling in Nederland binnen vijf à zes jaar zal verdwijnen. Een belangrijke factor hierbij is dat vrouwen steeds vaker gebruik willen maken van pijnbestrijding. Dat kan het best en het veiligst in het ziekenhuis gebeuren, stelt Nijhuis in zijn rede met de titel ”De foetus verdient meer”.

In het dagblad Trouw gaf de kersverse hoogleraar nog de volgende toelichting. „Mensen zijn veeleisender geworden. We willen pijnbestrijding, of zijn te ongeduldig. En ze willen beter worden geïnformeerd. Als ze horen dat 50 procent van de vrouwen die bij hun eerste kind beginnen aan een thuisbevalling, alsnog in het ziekenhuis komt vanwege complicaties, is het de vraag of zij dezelfde keuze nog maken.

Verder heeft een verloskundige geen zin meer om tachtig tot honderd uur per week stad en land af te reizen. De hoge werkdruk leidt er soms toe dat zij vrouwen eerder naar het ziekenhuis verwijzen. Dat zie je de laatste acht à tien jaar gebeuren.

De derde factor is de fusies van de kleine ziekenhuizen, waardoor mensen steeds verder van het ziekenhuis komen te wonen. Dat brengt onaanvaardbare risico's mee.

Je kunt wel met de hakken in het zand gaan staan om de thuisbevalling te behouden, maar de trend is al lang in gang gezet. Elke modernisering betekent een emotioneel verlies. Ook het paard en wagen zijn verdwenen. Als het minder gevoelig is komen te liggen, zal de politiek noch de zorgverzekeraars de 65 miljoen die nu onnodig dubbel wordt gedeclareerd, nog langer accepteren.”

Rafael van Crimpen,
Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV)
„Niet mee eens. Nog altijd bevalt zo'n 30 procent van alle Nederlandse vrouwen thuis. Van alle gezonde zwangeren is dat zelfs tweederde. Veel vrouwen kiezen blijkbaar voor die mogelijkheid. Misschien omdat zij het gevoel hebben thuis nog enigszins zelf de regie in handen te kunnen houden. In elk geval in de zekerheid dat zij ook thuis kunnen rekenen op deskundige hulp, die hen –als dat nodig is– op tijd naar het ziekenhuis stuurt, maar die hen ook beschermt tegen onnodige medicalisering van het voortplantingsproces.

De laatste twintig jaar is het percentage thuisbevallingen in ons land licht afgenomen. Het is niet waarschijnlijk dat dat komt door een veranderde wens van de cliënt. Ook is het in het algemeen niet zo dat verloskundigen minder bereid zijn thuisbevallingen te doen. Ontwikkelingen die het thuisbevallen onder druk zetten, zijn het sluiten van kleine ziekenhuizen en de overbelasting en onderbetaling van de verloskundige zorg.

Dat er te weinig verloskundigen zijn, die te hard moeten werken voor te weinig geld, heeft minister Borst van Volksgezondheid dit jaar gelukkig erkend. Zij is ook bereid in deze beroepsgroep te investeren, maar het zal nog zeker vier jaar duren voor dit resulteert in een nieuwe instroom van gediplomeerde verloskundigen.

Thuisbevallen is in het algemeen gesproken niet minder veilig dan bevallen in het ziekenhuis. Wel zou de veiligheid van thuisbevallen aangetast kunnen worden door de werkdruk waaronder verloskundigen momenteel moeten werken. Een vroedvrouw van wie de mobiele telefoon voortdurend piept, kan zich moeilijk in alle rust op een bevalling concentreren. De remedie daarvoor is echter niet de gang naar het ziekenhuis, maar een verloskundige hulp die landelijk gezien kwalitatief en kwantitatief op peil is.”