Opinie | 17 juni 2000 |
OpgehevenHet internationale moratorium om te jagen op walvissen moet worden opgeheven vindt de Britse walvisbioloog Ray Gambell. Gambell leidt de Internationale Walviscommissie IWC, die toeziet op het verbod. Volgens Gambell storen Japan en Noorwegen zich niet aan het verdrag uit 1982 en is het beter een beperkte, gecontroleerde walvisvangst toe te staan. Goed idee? Het Zuiderzee Museum in Enkhuizen brengt de Nederlandse walvisvaart uit voorbije eeuwen in beeld. In Nederland was olie destijds een schaars goed. Daardoor lagen de prijzen erg hoog. Zelfs zo hoog dat het lucratief werd om walvistraan op de markt aan te bieden. Handige ondernemers stuurden vanaf 1612 schepen naar de Noord om walvissen te vangen. Van het spek van deze dieren lieten ze traan koken. Dat diende als smeermiddel en om olielampen te branden. De toenemende concurrentie en het afnemende aantal walvissen in de noordelijke zeeën maakten de walvisvaart tot een verlieslijdende bedrijfstak en leidden tot de uiteindelijke teloorgang ervan. Conservator en wetenschappelijk medewerker Erik Walsmit van het Zuiderzee Museum is persoonlijk geen voorstander van hernieuwde jacht op de walvis. Op bedreigde diersoorten moet je in deze tijd niet jagen. Als museummedewerker is hij zich er wel van bewust dat de walvisvangst van de 16e tot de 19e eeuw een cultuurverschijnsel was. De restanten daarvan koesteren we zorgvuldig. Onze collectie bevat uiteenlopende jachtmaterialen zoals harpoenen en speren. Maar ook spullen van balein, bijvoorbeeld paraplu's. Voor de Organisatie voor de Walvisjacht is opheffing van het jachtverbod koren op de molen. De organisatie presenteert zich uitsluitend via internet en heeft zo zijn eigen opvattingen over de walvis. U bent volkomen geïndoctrineerd om walvissen te zien als lieve, vreedzame lobbesen. Dat zijn ze niet. Walvissen zijn wrede, hardvochtige beesten met een redeloze haat tegen de mensen, heet het. De organisatie eist een onmiddellijke heropening van de walvisjacht, waarbij geen middel mag worden geschuwd. Paul Zonneveld van de Stichting Walvis EMMS denkt dat Gambell met zijn oproep heeft willen shockeren. Hij dreigt het bijltje erbij neer te gooien, maar in zijn hart zal hij het verbod niet willen opheffen. Het geeft wel aan hoe wanhopig hij is dat bepaalde landen blijven jagen op zeezoogdieren. Zonneveld vindt het beter om meer mensen te betrekken bij de bescherming van de walvis. Daarom zijn we begonnen met een expeditie naar de Hebriden, het belangrijkste leefgebied van walvissen in Europa. Daar onderzoeken we wat de gevolgen zijn van overbevissing, militaire activiteiten, jacht, seismologische boringen, vervuiling en toerisme voor walvissen. Op die manier hopen we een bewustwordingsproces op gang te brengen. We weten nog veel te weinig van walvissen. Het zijn intelligente dieren, maar hóé intelligent is niet bekend. Daar moeten we achter zien te komen vóór we een harpoen in deze dieren schieten. Het jachtverbod moet in ieder geval van kracht blijven, vindt Zonneveld. Alleen op die manier kunnen we het biologisch evenwicht handhaven. Natuurlijk zijn er soorten die in voldoende mate voorkomen, maar het probleem is dat jagers geen onderscheid maken tussen zeldzame en niet zeldzame exemplaren. Martine de Haan van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) weet nog niet of de jacht op de walvis kan worden heropend. We zijn op dit moment bezig een methode te ontwikkelen waarmee de omvang van de populatie walvissen is vast te stellen. Als dat goed lukt, kan er misschien weer worden gejaagd. Maar zover zijn we nog niet. LNV werkt samen met de Internationale Walviscommissie (IWC) aan een effectieve manier om walvissen te monitoren. Volgende maand wordt het resultaat besproken op de jaarlijkse bijeenkomst van de IWC in het Australische Adelaide. Noorwegen en Japan behoren tot de weinige landen die nog op walvissen jagen. Ahold is sinds enige tijd mede-eigenaar van de ICA-supermarkten in Noorwegen. In een handvol winkels is walvisvlees te koop. Ook dolfijnen zijn walvisachtigen. Japanners schijnen ze te consumeren; in Europa komen ze alleen als ongewenste bijvangst in de netten van vissers. |