Opinie17 juni 2000

Schuld belijden voor
betovergrootvader?

Door G. Roos

Kennelijk had de paus al een en ander ontdekt voordat H. Baars van de vernieuw ngsgezinde rooms-katholieke Acht Mei Beweging hem erop kon wijzen. Die organisatie wist een p ar weken geleden 3000 mensen bijeen te krijgen in Utrecht voor haar jaarlijkse man festatie. Voorzitter Baars zei in zijn openingstoespraak dat de beweging de k rk wil wijzen op haar „valse overleveringen.” Maar reeds geruime tijd voordien prak de paus uit schuld te belijden voor de „historische zonden” van het pausel jk instituut. Het is opmerkelijk dat plaatsvervangende of collectieve schul belijdenis voor wat het voorgeslacht verrichtte steeds vaker ter sprake kom .

Een aantal jaren gelden reeds gingen er zowel binnen de Nederlandse Hervor de Kerk als in de Gereformeerde Kerken stemmen op die een schuldbelijdenis be leitten voor wat zich zowel rond de Afscheiding van 1834 en de Doleantie van 1886 afspee de. De concrete kwesties waarom het zou gaan, bleven enigszins in het vage hange .

Op een van de laatste dagen van november 1999 was de Utrechtse Domkerk helemaal g vuld met christenen die schuld beleden voor „het lijden waarvoor 2000 jaar christ ndom verantwoordelijk is.” De schuldbelijdenis was volgens de initiatiefnem rs een belangrijke voorwaarde om met „rechtvaardige hoop” het nieuwe millenn um in te gaan.

In de laatste nacht van het vorig jaar, om vijf voor twaalf, vroegen ook de „gez menlijke” kerken in Groot-Brittannië vergeving voor de fouten die zij hebben gemaakt. De plechtighei werd rechtstreeks uitgezonden. Een speciaal millenniumgebed luidde: „Laat er respect zijn voor de aarde, vrede voor de mensen, liefde in ons leven, v eugde om het goede, vergeving voor verkeerde daden en vanaf nu een nieuw begin.”

Ook de 79-jarige Poolse paus toonde zich diep bedroefd. Tijdens een ceremonie beleed ij zeven keer schuld voor de fouten die de RK-Kerk in 2000 jaar heeft gemaakt. Dat betrof de behandeling van de Joden, maar bijvo rbeeld ook de verdeeldheid onder christenen, het gebruik van geweld in dienst an de waarheid –daarmee moet de leider ongetwijfeld op de inquisitie hebben g doeld– en de soms vijandige houding tegenover andere godsdiensten. Verder gi g het over schending van de waardigheid van vrouwen, discriminatie en rassenh at. Sommige dingen daarvan rekent Baars tot de „valse overleveringen.”

Stelde de paus zijn eigen kerkelijk instituut verantwoordelijk voor het k aad? Was het de Rooms-Katholieke Kerk met haar hiërarchisch systeem en haar verdorven en onbijb lse leeruitspraken die zich aangeklaagd zag? Integendeel. De pauselijke schuldbelijdenis betrof de „zonen en dochters” an de kerk die hadden gezondigd.

De Rooms-Katholieke Kerk kan volgens haar eigen leer niet dwalen. Het mea culpa betre t derhalve een vraag om vergiffenis voor zonden die de leden van de kerk al dan n et in haar naam begingen. Zoiets valt eigenlijk nauwelijks serieus te nemen. Zo' bekentenis heeft meer weg van een volstrekt ongeloofwaardige politieke zet. en gebaar dat eerder het tegendeel van de bedoeling bewerkt. Want die zonen en d chteren wisten zich juist geïnspireerd tot hun boze daden door de regels van h t instituut van de Rooms-Katholieke Kerk.

Het is dan ook merkwaardig dat de secretaris-generaal van de Nederlandse Hervormde Kerk, dr. B. Plaisier, zei de schuldbeli denis van groot belang te achten. Omdat die duidelijk zou maken dat de kerk een m nselijk en feilbaar instituut is, dat verkeerde beslissingen kan nemen.

Juist het feit dat de kerk als zodanig verkeerd is geweest, kwam immers niet n ar voren. Daarmee lijkt de conclusie gewettigd dat het pauselijk publieke ber uw thuishoort in een reeks van schuldbelijdenissen die te betitelen zijn als odeverschijnsel.

Schuld belijden voor wat ons voorgeslacht gedurende de achterliggende 2000 ja r deed, kan dat? Dat geldt natuurlijk het praten rond Afscheiding en Doleantie. Het geldt oo het vergeving vragen van de Britse kerken voor wat in het achterliggend mille nium misging. Enzovoorts. Anders gezegd: welke waarde heeft iemands schuldbelijdenis voor de zonden van zijn betov rgrootvader?

Er is wel gezegd dat het inderdaad mogelijk is schuldbelijdenis af te legge voor de zonden van het voorgeslacht. Psalm 106: 6 belijdt: „Wij hebben gezondigd, mitsgaders onze vaderen.” Ook de profeet Daniël verwo rdt zoiets: „Wij hebben gezondigd, en hebben onrecht gedaan, en goddelooslijk gehandel en gerebelleerd, met af te wijken van Uw geboden en van Uw rechten.” Maar wat houdt o'n plaatsvervangende schuldbelijdenis voor hun zonden in? En wat zijn de consequenties?

Wij kunnen ons mede debet weten aan de zonden van de gemeenschap, de kerk, of he geslacht waartoe wij behoren, zoals hierboven omschreven. Het is mogelijk dat ij zo overtuigd zijn van onze zonden, dat wij ons niet beter achten dan al degene die voor ons gezondigd hebben. Wij kunnen vanuit die gestalte smeken en bidden f de Heere Zijn oordeel over die gemeenschappelijke zonden wil intrekken. Of H j Zijn gunstrijk aangezicht weer over ons en het nageslacht wil doen lichten.

Maar het plaatsvervangend schuldbelijden voor een persoon die eeuwen gel den leefde, zoals de paus dat nu heeft verwoord, heeft een andere spits. In de room -katholieke cultuur kunnen ook voor een reeds overledene missen worden gel zen. Om alsnog zijn zonden uit te wissen. Om een spoedig afreizen uit het vagevuu te bewerkstelligen. Bij protestanten ligt dan anders. Vergeeft God alsnog de z nden, de persoonlijke schuld, van iemand die al langgeleden overleden is? En heeft dat consequenties voor zijn eeuwige staat? Dat is niet schriftuurlijk.

Het gebed of God genade wil bewijzen over de nu levenden ondanks de zonden va de reeds langs overledenen is iets anders dan plaatsvervangend schuld belij en voor mensen die eeuwen geleden leefden. Of is die schuldbelijdenis niet mee dan een aan de wereld laten weten dat de mensen van langgeleden fouten hebben g maakt die de mensen van nu betreuren? Was dat de bedoeling van de paus? Een gebaar van goodwill? Dan is het woord schuldbelijdenis niet op haar plaats.

Concluderend: het mea culpa van de paus stelt bij nadere beschouwing eigenlijk niet veel voor. Het protest vanuit de Acht Mei Beweging tegen valse overleveringen is wettig. Hoewel dat van Luther en Calvijn andere, schriftuurlijke wortels had. En schuld belijden is iets heel persoonlijks.