Opinie29 april 2000

Roken

Door P. Chr. van Olst
PTT Post moet zijn sorteercentrum in Breda rookvrij maken. Op last van rechtbankpresident mr. J. Leijten. Medewerkster N. Nooijen heeft recht op een rookvrije werkplek, oordeelde hij dinsdag. Het Astma Fonds, dat mevrouw Nooijen ondersteunde in het proefproces, bejubelt de overwinning. Maar de collega's van mevrouw Nooijen dreigen haar weg te pesten. Lukt het niet meer om het probleem roken gewoon samen op te lossen?

• Woordvoerder A. Woltmeijer van vakbond CNV is van mening dat een collegiale oplossing tussen rokers en niet-rokers, die dagelijks moeten samenwerken, de beste is. „Maar in de praktijk blijkt het een heel hardnekkig vraagstuk te zijn. Je kunt nog zulke mooie regelingen treffen, maar het is heel moeilijk om mensen daadwerkelijk tot ander gedrag te bewegen. Dat geldt vooral voor verslaafden, voor de echte kettingrokers. Daarom is het goed dat er nu eens een duidelijke rechterlijke uitspraak ligt. De uitspraak van deze week is een belangrijke hint: de niet-roker krijgt uiteindelijk voorrang boven de roker. De roker mag zijn genotmiddel gebruiken, maar niet in situaties waarin hij daarbij anderen schade berokkent.”

• Woordvoerder A. Wurtz van Stichting Rokers Belangen, een consumentenorganisatie waarbij zich ongeveer 45.000 rokende Nederlanders hebben aangesloten, denkt veel minder genuanceerd over de gang naar rechter Leijten. „Had het Astma Fonds niet gewoon in overleg kunnen treden met de directie van PTT Post? Meteen naar de rechter hollen, dat is niet mijn idee over hoe we dergelijke problemen moeten oplossen. Het redelijk overleg raakt op deze manier zoek. Rokers en niet-rokers die elkaars collega's zijn, moeten wel samen door één deur kunnen. Ook morgen. Dan is het toch veel beter om in onderling overleg bepaalde maatregelen te treffen? Zo'n rechterlijke uitspraak is volgens mij een vorm van betutteling.”

• Th. M. Vierbergen, oud-bestuurslid van de Nederlandse niet-rokers-vereniging CAN en carapatiënt, maakte zelf de gang naar de rechter om het gemeentebestuur van zijn woonplaats Oudewater te dwingen het rookverbod in de openbare ruimte van het stadhuis te handhaven. „Ik had het graag anders opgelost. Ik ben een chauvinistische Oudewaternaar, een telg uit een geslacht dat hier al heel lang woont. Dan klaag je het gemeentebestuur niet zo makkelijk aan. Zes jaar lang heb ik alles geprobeerd. Maar normaal overleg leverde niets op. Er moesten eerst een vernietigend rapport van de Nationale Ombudsman en een kort geding aan te pas komen. Het is echt onzin dat je roken samen wel oplost, zoals de tabaksindustrie wil doen geloven. Toen mijn broer zestig jaar getrouwd was, beloofde hij me op zijn receptie overal bordjes neer te hangen met een verzoek om niet te roken. Toen ik tegen het einde van de receptie aankwam, zag het blauw van de rook. Ik heb m'n broer een hand gegeven en kon meteen weer naar huis. Laten rokers er eens rekening mee houden dat 20 procent van de Nederlanders ziek wordt van tabaksrook. Die mensen worden in zekere zin in een isolement gedrongen. Ik vind het heel moedig van mevrouw Nooijen dat ze naar de rechter is gestapt.”

• Persvoorlichtster mevrouw T. Prins van de Stichting Volksgezondheid en Roken (Stivoro), gelieerd aan het Astma Fonds, is de afgelopen dagen tot de conclusie gekomen dat heel veel mensen al jarenlang tegen hun zin in de blauwe rook werken. „Wij hebben drie dagen lang een klachtenlijn opengesteld. Ongeveer 1500 mensen belden. Een groot deel daarvan kampt al jaren met het probleem. Werkgevers blijken in heel veel gevallen de boot af te houden met de constatering: Dat is niet mijn probleem. Er is daardoor sprake van extra ziekteverzuim, ook als gevolg van de psychische spanning die dergelijke situaties met zich meebrengen. Kijk, als iemand nog maar een paar maanden met het probleem kampt, kun je zeggen: Probeer nog eens via overleg tot een oplossing te komen. Maar de meesten zitten er al vijf, zes jaar mee.”

• Een docent Engels van de scholengemeenschap Pieter Zandt in Kampen, die liever anoniem blijft, geeft aan dat hij dagelijks zo'n tien sigaretten rookt. Op werkdagen gebruikt hij de meeste daarvan in de docentenkamer van de school. „Thuis rook ik niet, althans niet binnenshuis, want mijn vrouw is licht astmatisch. Op school kan het wel, want we hebben in de docentenkamer een aparte ruimte voor rokers. Daarvóór was er alleen een apart gedeelte voor rokers, waar de sigarettenrook door een soort ventilator werd weggezogen. Kennelijk was dat niet tot ieders voldoening, want nu zitten we in een aparte ruimte met glazen wanden. Dat heeft een nadeel, want ondanks die glazen wanden zit je toch gescheiden. Je ziet elkaar wel, maar er is geen sprake van echte communicatie. Er zullen wel collega's zijn geweest die last van de rook hadden. Dan moet je als roker gewoon meewerken.”

• W. ter Schegget is een van de twee zieke rokers die een schadeclaim indienden tegen de tabaksindustrie en tegen de staat. De rechtbank in Assen oordeelde deze week dat vijf hoge functionarissen van de Groningse Tabaksfabrikant Koninklijke Theodorus Niemeyer BV onder ede moeten verklaren wat ze weten over de schadelijke gevolgen van roken. „Geregeld heb ik geprobeerd te stoppen. Langer dan drie maanden is het nooit gelukt. Je moet de mensen geen oorlog op hun werk laten voeren. Het beste is de situatie door een neutraal persoon te laten bekijken. En dat is de rechter.”