Opinie | 15 april 2000 |
Langdurig werklozenDoor W. G. Hulsman Een woordvoerster van de Werklozenbond vindt het voorstel belachelijk. Dit plan gaat ervan uit dat werklozen elke morgen tot twaalf uur in bed liggen en verder de hele dag achter de televisie hangen. Dat beeld is onjuist. Er zijn heel veel werklozen die een hele dag bezig zijn met nuttige dingen. Die lopen echt niet te lanterfanten, maar zetten zich in als vrijwilliger. Zojuist was hier nog een werkloze mevrouw die veel met haar Marokkaanse buurvrouw optrekt en haar helpt om haar weg in Nederland te vinden. Zo ken ik veel voorbeelden. Daarnaast zijn er veel werklozen die een gesubsidieerde baan, zo'n Melkertbaan, hebben en zo bezig zijn. Ik vind het niet goed dat ze mensen dwingen om te gaan werken. Het heeft toch geen zin om mensen met tegenzin aan het werk te zetten. Bovendien, heel veel werklozen zitten niet zonder reden thuis. Ze kunnen een baan echt niet aan. Ze zitten niet lekker in hun vel. Soms lijkt dat voor een buitenstaander van wel, maar als je zulke mensen aan het werk zet, zitten ze over twee weken weer thuis. Gewoon omdat ze het niet aankunnen, maar dat zie je niet altijd aan de buitenkant, zegt de woordvoerster, die niet met haar naam in de krant wil: Ik spreek namens ons allemaal. Directeur P. Schalk van de Reformatorisch Maatschappelijke Unie zou liever geld en energie besteden aan het opleiden van langdurig werklozen. Er is nog nooit zo'n hoog aantal vacatures in ons land geweest. Daar zouden de werklozen toch een oplossing voor moeten kunnen bieden, maar het probleem is dat er geen aansluiting is. De mensen die werkloos rondlopen, passen niet in de functies die nu vrij zijn. Schalk denkt niet dat de baantjes in stadsparken iets kunnen bijdragen om het probleem op te lossen. Dat zie je bij de Melkertbanen, dat zijn banen die niet aansluiten op dat wat de markt nodig heeft. De RMU-directeur wijst ook op het gevaar van de armoedeval. Een deel van de mensen met een uitkering raakt inkomen kwijt op het moment dat zij gaan werken. Ze kunnen dan netto minder besteden. Schalk heeft pas voorgesteld om werklozen die gaan werken, een premie te geven, zodat ze geen last hebben van de armoedeval. De Rotterdammer John de Vos van Arbeidsgewenning De Tempel in de Maasstad weet uit twintig jaar ervaring dat een deel van de langdurig werklozen een hardere aanpak en een verplichting om te werken gewoon nodig heeft. De Vos werkt al jaren in de drugshulpverlening en zorgt nu met een groep verslaafden voor het onderhoud van het voormalige landgoed De Tempel. Als je tien zulke werklozen op een rij zet, weet ik bijna zeker dat er twee tussen zitten met een verleden. Ze hebben in de gevangenis gezeten of zitten in de drugshandel. Zulke werklozen kun je echt niet voor vrijwilligersbanen trekken. Die hebben het druk genoeg. Ze hebben een fulltime dagtaak. Ze krijgen hun uitkering en verdienen op andere manieren voldoende bij. Deze 'hardnekkig' werklozen zijn volgens De Vos niet te strikken voor schoffelen in de middenberm van een rijksweg. Dat hebben ze na twee dagen gezien. Welke wortel je ze ook voorhoudt, ze bijten niet. Voor begeleiders valt er met zulke Nederlanders ook niet te werken, volgens hem. Iemand die vrijwilligerswerk doet, moet wel gemotiveerd zijn. Iemand die een bejaarde gaat helpen of rondleidingen in een dierentuin verzorgt, moet daar wel van houden. Bij de meeste vrijwilligers is dat ook het geval, maar dit is een hardnekkige groep. Wij zijn in Nederland wars van ingrijpen in iemands persoonlijke levenssfeer, maar deze mensen hebben dat nodig. Zij moeten een stevige push krijgen. Tweede-Kamerlid P. van Zijl (PvdA) ziet weinig in het plan van de Oostenrijkse regering. Ons beleid werkt toch goed. In Nederland is een kruiwagen met maatregelen voor werklozen. Voor iedere situatie is er wel iets. Ook voor langdurig werklozen. Op allerlei niveaus zijn er mogelijkheden om aan werk te komen. De zogenaamde Melkertbanen zijn daar het beste voorbeeld van, vindt Van Zijl. Wat wij hier hebben, is hetzelfde als de Oostenrijkers willen, alleen doen wij het wat minder hard, wat socialer. En mocht het zo zijn dat ons beleid niet voldoende werkt, dan moeten we het aanpassen. Dat geldt in het bijzonder voor het sanctiebeleid dat werklozen dwingt om naar werk te zoeken Overigens aarzelt Van Zijl extra omdat het plan uit Oostenrijk komt. De laatste tijd hebben we wel meer geluiden uit dat land gehoord. Ik vind het voorstel typisch iets voor een stevig rechtse regering. Echte rechten-en-plichtentaal. Woordvoerster M. Niemöller van Arbeidsvoorziening Nederland, de koepel van de arbeidsbureaus, vindt dat het niet aan haar is om te reageren. Dit is een politiek onderwerp en daar moet de minister dus maar op reageren. Ik weet wél dat het vaak moeilijk is om langdurig werklozen weer aan het werk te krijgen. Er moet een aantal drempels genomen worden. Ze moeten weer een werkritme oppakken. Dat gaat niet altijd even soepel. |